De buitengrenzen van Egmond binnen
Kees Floor, Geestgronden juli/augustus 2017.

In het begin van de negentiende eeuw ontstond er in ons land een toenemende behoefte de grenzen van gemeenten en de zich daarin bevindende percelen nauwkeurig vast te leggen. De definitieve inlijving in 1810 van het Koninkrijk Holland door het Franse Keizerrijk was daarbij een belangrijk moment. Bestaande Franse wetten en bestuurlijke maatregelen, waaronder die voor de registratie van eigendommen, gingen toen opeens ook voor ons gelden. Eerdere registraties voldeden helaas meestal niet aan de door de Fransen gehanteerde eisen, dus wat er al was, moest opnieuw. De werkzaamheden gingen van start in 1812. De manier waarop dat moest gebeuren, was vastgelegd in de zogeheten Méthodique Verzameling. Volgens deze voorschriften moesten eerst van elke gemeente de grenzen worden vastgesteld, de zogenoemde delimitatie van de gemeentegrenzen; later volgde de beschrijving van de percelen (1, 2).

Bezoek van de landmeter
Na het herstel van de onafhankelijkheid in 1813 bleven de Franse voorschriften voor kadastrering van kracht. Aanvankelijk verliep het proces echter uiterst traag; de gemeente Egmond binnen (3) was pas in 1821 aan de beurt. In dat jaar kwam namelijk op donderdag 21 juni de heer A. van Oosterhout, 'landmeter der eerste klasse van het Kadaster, benoemd door zijn exellentie den Minister van Staat' naar de gemeente om de omtrek ervan op te meten en de bevindingen vast te leggen in een proces-verbaal van grensbepaling (4). Hij was in het gezelschap van N.I. Robbe, 'Controleur der Directe Belastingen in de 1e Divisie van Controle, Alkmaar'.
Kennelijk was het bezoek van de beide heren aan de gemeente Egmond binnen goed voorbereid, want hier ter plaatse aangekomen troffen zij, althans volgens het opgestelde proces-verbaal, schout C. van Egmond en de door hem benoemde aanwijzers W. van Voorst en G. Apeldoorn. Een schout van een 'gemeente ten plattelande' zou vanaf 1825 burgemeester worden genoemd; een aanwijzer was iemand die goed op de hoogte was van de situatie ter plaatse. Verder vermeldt het proces-verbaal de aanwezigheid van de schouten en aanwijzers van de buurgemeenten 'ten einde in derzelver wederzijdsch bijzijn, de grensscheiding op te nemen van het grondgebied van de gemeente Egmond binnen'.


1. Figuratieve schets der grensafscheiding van de gemeente Wimmenum uit 1821. De grens met de toenmalige gemeente Egmond binnen (3) bevindt zich aan de onderzijde van de tekening. Straten die zijn aangeduid, zijn onder andere het Duinwegje (Nachtegalenpad), de Wimmenummerweg (Herenweg, Wimmenum), de Tiggellaan, de Meerweg en de Heerenweg of Duinweg (Herenweg, 't Woud). De Bosmolen ligt bij De Bergermeers ringsloot net over de grens met Alkmaar. Bron: Regionaal Archief Alkmaar (4).

Wimmenum
Een landmeter-delimitateur, zoals Van Oosterhout en zijn collega's van het kadaster voluit werden aangeduid, begon zijn werkzaamheden doorgaans op het noordelijkste of noordwestelijkste punt van het op te meten gebied op een plek waar drie gemeenten samenkwamen. Bij kustgemeenten volstonden twee gemeenten en de Noordzee. In ons geval gaat het om het punt op het Noordzeestrand waar de grenzen van de toenmalige gemeenten Wimmenum en Egmond binnen elkaar raakten. Wimmenum was destijds al weer vier jaar een zelfstandige gemeente en zou dat blijven tot het in 1857 bij Egmond binnen werd gevoegd. Vanuit dit beginpunt volgde het gezelschap, met namens Wimmenum schout P. Poppelman en aanwijzers A. Holland en C. Wittebrood, de gemeentegrens met de wijzers van de klok mee; het gebied van de gemeente Egmond binnen bleef dus steeds aan de rechterhand. Eerst ging de tocht vanaf het strand in een rechte lijn, reeds aanwezige grenspalen volgend, nagenoeg west-oost dwars door de duinen tot aan het Duinwegje (Nachtegalenpad) (zie figuur 1). Men volgde deze weg in oostelijke richting, stak de Wimmenummer weg (Herenweg) over en liep de Tiggellaan in; de sloot aan de noordzijde van deze weg vormde de gemeentegrens. De route werd vervolgd in een rechte lijn tot de Kromdijk (Krommedijk) en daarna over de Meerweg tot het punt op die weg waar zich de toenmalige grens met Alkmaar bevond. Daar werd artikel 1 van het proces-verbaal met de beschrijving van de grens tussen Egmond binnen en Wimmenum afgesloten en door de belanghebbenden getekend.

2. Uitsnede uit de figuratieve schets der grensafscheiding van de gemeente Egmond binnen uit 1821. De tekening toont onder andere Engeland, de Meerweg, de Egmonder vaart (3), de Groottegeestmolentocht en als streep-puntlijn de grens met Alkmaar. Bron: Regionaal Archief Alkmaar (4).

3. Uitsnede uit de figuratieve schets der grensafscheiding van de gemeente Castricum uit 1821. De tekening toont onder andere (van rechts af) het Zuiderdijkje, de Limmerweg, de Hoogenweg, de Heerenweg en als streep-puntlijn de grens met Egmond binnen. Een nog net tot Egmond binnen behorend weiland ten westen (links) van de Heerenweg is aangeduid als 'de oude bleek'. Bron: Regionaal Archief Alkmaar (5).

Overige buurgemeenten
Op deze manier werd de hele rondgang langs de Egmonder gemeentegrenzen beschreven. Elke aangrenzende gemeente kreeg een eigen artikel in het proces-verbaal. In ons geval ging het om vijf randgemeenten; naast Wimmenum waren dat Alkmaar, Heylo (3), Castricum en Egmond aan Zee. Elk artikel werd ter goedkeuring ondertekend door de betrokken burgemeester (Alkmaar) of schouten (overige buurgemeenten) en door de aanwijzers. In een zesde artikel werd de Noordzee als westgrens van de gemeente beschreven; dit artikel hoefde alleen door de afgevaardigden van Egmond binnen ondertekend te worden. Ter verduidelijking werd aan het proces-verbaal een situatieschets toegevoegd, de zogeheten figuratieve schets der grensscheiding. De figuren bij dit artikel tonen zulke schetsen van Egmond binnen en buurgemeenten, of uitsneden daarvan.
De grens met Alkmaar liep langs delen van de Meerweg, door landerijen en door de Grootegeestmolentogt (figuur 2). De grens met Heylo volgde grotendeels de Egmonder vaart (3) en liep vervolgens langs sloten: de Scheisloot ten noorden van de Vennewatersweg en de Togtsloot (of Molensloot) ten zuiden daarvan tot aan het punt waar de gemeente Castricum werd bereikt. Vandaar ging het via langs perceelgrenzen gelegen sloten, greppels en wallen in een rechte lijn westzuidwestwaarts tot aan de Noordzee, zij het dat die grenslijn tussen Egmond binnen en Castricum bij het passeren van wegen - het Zuiderwegje of Zuiderdijkje, de Limmerweg, de Hoogenweg en de Heereweg - steeds even versprong (figuur 3). Het stuk door de duinen was gemarkeerd door grenspalen. De grenslijn komt volgens een aantekening op de figuratieve schets der grensscheiding van de gemeente Castricum (5) uit op ongeveer 225 meter ten noorden van strandpaal 43. Daarna volgt de grens de Noordzee, buigt om Egmond aan Zee heen (figuur 4), komt vervolgens weer bij de Noordzee uit en volgt het strand noordwaarts tot de grens met Wimmenum, het punt waar de opmetingen waren begonnen. Voor Egmond aan Zee vervulden A. Krans en T. Plantijdt de rol van aanwijzer; Van Egmond was tijdens het proces van grensbepaling schout van zowel Egmond binnen als Egmond aan Zee.

Lange werkdagen, drukke werkweek
Landmeter Van Oosterhout, belastingcontroleur Robbe en het team van de gemeente Egmond binnen hadden destijds een drukke werkweek, zo blijkt uit de Processen Verbaal van grensbepaling van de buurgemeenten. Dinsdag 19 juni hadden ze Wimmenum gedaan (3) en woensdag 20 juni Egmond aan Zee (6). Donderdag 21 juni speelden schout Van Egmond en aanwijzers Van Voorst en Apeldoorn zoals gemeld een thuiswedstrijd, een dag later was het gezelschap in Heylo (7). Castricum (5) en Alkmaar (8) waren de weken daarna aan de beurt, op respectievelijk zaterdag 30 juni en vrijdag 6 juli.
De processen-verbaal van grensbepaling schetsen een tot de verbeelding sprekend relaas van een vermoedelijk lange dag met hard werken, waarin ook nog eens in groepen van wisselende samenstelling (9) aanzienlijke afstanden lopend moesten worden afgelegd. De wandeling ging namelijk niet alleen over onverharde wegen, maar ook langs greppels en sloten en door moeilijk begaanbaar duingebied, weilanden en bouwland. Soms moest een sloot of een vaart worden overgestoken, zoals de Egmonder vaart (3) en ten zuiden van de Vennewatersweg de Togtsloot of de langs de genoemde weg gelegen sloot. Verder was onderweg ongetwijfeld voordurend overleg nodig met de betrokken partijen. Af en toe werd er mogelijk gepauzeerd of moest men wachten op de komst van een delegatie van een volgende buurgemeente. Van Oosterhout moest verder aantekeningen maken, mogelijk nog grenspaaltjes slaan en situatieschetsjes tekenen. Kortom: een overladen programma voor een overvolle werkdag.
Voor wat Egmond aan Zee betreft kunnen we met wat goede wil nog wel geloven dat het geheel zich in een dag afspeelde. Het gezelschap hoefde slechts anderhalve kilometer af te leggen, de kleinste afstand van alle Nederlandse grensbepalingen (1). De omtrekkende bewegingen rond gemeenten als Egmond binnen of Alkmaar vergden al veel meer van de conditie van de deelnemers. Dit maakt het al minder geloofwaardig dat het om één dag werk gaat. Bij de gemeenten Apeldoorn (Gelderland) en Zwollerkerspel (Overijssel) weten we het zeker; de opgenomen grenzen bedroegen daar respectievelijk 95 en 131 kilometer (2)! In werkelijkheid waren er voor een in de processen-verbaal beschreven rondgang en het bijbehorende kantoorwerk dan ook meestal enkele dagen nodig (9); met voorbereidingen en al nam het hele proces enkele weken of zelfs maanden in beslag.

Grenswijzigingen
Van de grenzen die in 1821 bepaald werden, fungeren alleen die met Castricum en die met Heiloo nog volledig en ongewijzigd als gemeentegrens, in het huidige geval met de gemeente Bergen N.H. Ook in de Egmondermeer vinden we nog een stukje grens met Alkmaar dat de tand des tijds heeft doorstaan. Van de overige grenzen is na verscheidene grenswijzigingen en samenvoegingen van gemeenten de houdbaarheidsdatum inmiddels reeds lang verstreken.


4. Figuratieve schets der grensafscheiding van de gemeente Egmond aan Zee uit 1821. De gemeente wordt geheel omsloten door de gemeente Egmond binnen en de Noordzee. Het grondgebied van de gemeente omvatte de grond waarop de huizen en bijbehorende erven stonden met een 'uitgang' naar zee.
Bron: Regionaal Archief Alkmaar (6).

Voetnoten
1. Meer, A.J. van der: Gemeentegrenzen in Nederland, proefschrift TU Delft, Amsterdam 2007.
2. Meer, A.J. van der: 'Het kadaster en de gemeentegrenzen', Geodesia 21 (1979) 144-164.
3. De gemeentenamen Egmond binnen en Heylo en de namen van wegen en waterwegen zijn aangegeven zoals in de processen-verbaal uit 1821 of de bijbehorende figuratieve schetsen; waar nodig staan de huidige namen tussen haakjes. De naam Egmonder vaart werd in 1821 gebruikt voor de hele vaarroute van Egmond binnen naar Alkmaar over wat we thans vanaf Egmond-Binnen tot boerderij Halfweg aanduiden als de Egmond-Binnenvaart of Bindervaart en daarna als Hoevervaart.
4. Regionaal Archief Alkmaar (RAA): Archief van de gemeente Egmond-Binnen, 1817-1941, archiefblok nr. 15.2.1.009, rubriek I, inventaris nr. 66.
5. RAA: Archief van de gemeente Castricum, (1811) 1812-1915 (1927), inventaris nr. 364.
6. RAA: Archief van de gemeente Egmond aan Zee, 1815-1942, inventaris nr. 69.
7. RAA: Archief van de gemeente Heiloo, 1817-1927, inventaris nr. 358.
8. RAA: Archief van de gemeente Alkmaar, 1816-1919, inventaris nr. 1401.
9. Kadaster, z.j., Landmeetkundige instrumenten, Inventaris kadastermuseum 1C.