Kees Floor, De Biltse Grift, december 2015.
1. Gevechtskazemat met beschutte zitplek
(voor) en piramidevormige kazemat bij de
Werken bij Griftenstein aan de noordzijde van de Utrechtseweg, 2015. Foto: Kees Floor. |
2. Militaire kaart van de Werken van Griftenstein uit 1923. Bestaande bebouwing in steen vlak voor de verdedigingswerken is aangegeven in rood. De rode, getrokken bogen geven de buitenste begrenzingen aan van de binnenste kring en de middelste kring rond de Werken van Griftenstein. De rode, gestreepte bogen geven de buitenste begrenzing van de buitenste kringen van respectievelijk Fort De Bilt (links van boven naar beneden) en Fort Voordorp. Bron: Kenniscentrum Waterlinies.. Klik op de afbeelding voor een vergroting. |
Wie over de Utrechtseweg van De Bilt naar Utrecht rijdt, passeert net voorbij de benzinestations de Werken bij Griftenstein. Lange tijd was daar weinig van te zien. Na een opknapbeurt van het gebied is de voorheen door weelderig groen vrijwel aan het zicht onttrokken gevechtskazemat aan de noordzijde van de weg nu echter nadrukkelijk aanwezig, mede door de erop aangebrachte beschutte zitplek (figuur 1). Aan het eind van het nieuw aangelegde voetpad is op de noordelijkste kazemat een uitkijktoren geplaatst met uitzicht over de Voorveldse polder.
Nieuwe Hollandse Waterlinie
De Werken bij Griftenstein (1) vormen een klein onderdeel van de Nieuwe Hollandse
Waterlinie. Deze samenhangende reeks van verdedigingswerken strekt zich uit
van Muiden tot aan de Biesbosch en loopt ten oosten van Utrecht langs. De linie,
aanvankelijk de Utrechtse Linie genoemd, is 85 kilometer lang en 3 tot 5 kilometer
breed. Ze bestaat uit gebieden die tot op kniehoogte onder water gezet konden
worden, waaronder ook de weilanden tussen Utrecht en De Bilt. Bij zo'n waterdiepte
is het gebruik van boten niet mogelijk, terwijl sloten en vaarten afdoende aan
het zicht worden onttrokken om het doorwaden van ondergelopen land tot een hachelijke
onderneming te maken.
Op sommige plaatsen lag het landschap, een weg of een spoorweg te hoog om onder
water te kunnen zetten; dat was bijvoorbeeld het geval bij de belangrijke toegangsweg
van Utrecht vanuit de richting De Bilt. Deze zogeheten accessen werden voorzien
van forten en andere verdedigingswerken om van daaruit aanvallen af te kunnen
slaan.
De oudste forten van de Nieuwe Hollandse Waterlinie, waaronder Fort De Bilt
en Fort Blauwkapel, stammen uit de periode 1816-1824. Vijftig jaar later bleek
dat de frontlijn verder van steden als Utrecht af moest komen te liggen omdat
de reikwijdte van projectielen toenam. Daardoor werden nieuwe verdedigingswerken
nodig, die op een afstand van 3500-4000 meter van de toenmalige stadsrand werden
geprojecteerd. Zo kwamen in 1870 onder andere Fort Voordorp en Fort Ruigenhoek
gereed.
Verboden kringen
Rond de forten en andere belangrijke onderdelen van de Nieuwe Hollandse Waterlinie
mocht niet of slechts onder bepaalde, beperkende voorwaarden gebouwd worden.
Het uitzicht moest namelijk voldoende zijn om de vijand te zien aankomen; ook
een vrij schootsveld was belangrijk. Tot op 300 meter afstand, in de zogeheten
kleine kring, mocht alleen gebouwd worden in hout en na toestemming van het
Ministerie van Oorlog. Daarbuiten mocht tot 600 meter afstand in de middelbare
kring slechts tot op 50 centimeter hoogte gebouwd worden in steen; op grotere
hoogte boven het maaiveld moest hout worden gebruikt. In de grote kring mocht
weliswaar worden gebouwd in steen, maar bij oorlogsdreiging kon tot een afstand
van 1 kilometer alle bebouwing zonder meer worden geruimd. De houten bouwsels,
waarvan er bijvoorbeeld nog enkele staan aan de noordzijde van de Biltsestraatweg
tussen Fort De Bilt en de A27 (zie figuur), konden dan worden platgebrand. Stenen
gebouwen die er al stonden voor de verdedigingswerken werden gebouwd, mochten
blijven staan; bij eventuele vernieling daarvan als gevolg van oorlogsdreiging
werd een schadevergoeding uitbetaald. De kringenwet waarin een en ander werd
geregeld was bijna honderd jaar van kracht, van 1853 tot 1951, maar werd pas
in 1963 officieel ingetrokken.
Op een militaire kaart uit 1923 van de hieronder te bespreken Werken bij Griftenstein
(figuur 2 (2), groen) zijn buitenste begrenzingen van enkele van die kringen
in rood ingetekend. De getrokken cirkels geven de randen van de kleine en de
middelbare kring van de Werken bij Griftenstein. De figuur toont verder onder
andere de begrenzingen van de grote kringen van respectievelijk Fort De Bilt
(rode streepjesboog links van boven naar beneden) en Fort Voordorp (rode streepjesboog
langs de Staatweg van Utrecht naar De Bilt).
3. Detail uit de Kaart van de verdediging van de stad Utrecht, 1787, de zogeheten patriottenkaart, gemaakt door Coenradus Henricus Koning. De Vooruitgezette Battery, op den Weg van den Bilt op de plek van de latere Werken van Griftenstein is gemarkeerd met het cijfer 1. Bron: Rijksmuseum, Amsterdam. Klik op de afbeelding voor een vergroting. |
Villa Griftenstein. Prentbriefkaart
ca 1910.
Bron: website Historische Kring d'Oude School. |
4. Zig-zag verlopende tankgracht aan de oostzijde van de Werken van Griftenstein. Bron: M. Smit . Klik op de afbeelding voor een vergroting. |
Werken bij Griftenstein
Toen de Eerste Wereldoorlog op handen was en de Duitse dreiging toenam, ontstond
er behoefte aan extra dekking voor het inmiddels verouderde Fort De Bilt. Daarom
werd er tijdens de mobilisatie van 1914 een extra infanteriestelling gebouwd
als een 1000 meter in de richting van De Bilt vooruitgeschoven post: de Werken
bij Griftenstein. Deze plek was eerder ook al geschikt bevonden voor het plaatsen
van verdedigingswerken. Tijdens de burgeroorlog tussen Patriotten en Prinsgezinden
(3) werden in 1786 en 1787 namelijk al batterijen met kanonnen aangelegd op
de Steenstraat na de Bilt (thans Biltsestraatweg en Utrechtseweg) en andere
belangrijke toegangswegen tot Utrecht. De positie van de batterij op de Steenstraat
komt volgens de zogeheten patriottenkaart (figuur 3, gemarkeerd met het cijfer
1) goed overeen met die van de latere Werken bij Griftenstein. Sommige bronnen
(4) noemen dan ook 1786 als bouwjaar. Meestal wordt daarvoor echter 1914 aangehouden.
In dat jaar werden in het kader van de Nieuwe Hollandse Waterlinie aan weerszijden
van de Biltsestraatweg in de buurt van de in het begin van de 20e eeuw gebouwde
en nog bestaande villa Griftenstein (5) (thans Utrechtseweg 361) loopgraven
aangelegd op de grens van de toenmalige gemeenten Maartensdijk en De Bilt, zoals
is aangegeven op de eerder genoemde militaire kaart uit 1923 (figuur 2). Het
200 meter lange gedeelte ten noorden van de weg, dat nu is opgeknapt en binnenkort
vermoedelijk wordt opengesteld voor het publiek, lag destijds vrijwel geheel
in de gemeente Maartensdijk, het 350 meter lange zuidelijk gedeelte in de gemeente
De Bilt. Pas sinds een grenswijziging in 1954 bevindt het gehele complex zich
op Bilts grondgebied.
In 1914 bestonden de Werken bij Griftenstein zoals gezegd alleen nog maar uit
twee loopgraven. Doordat deze in of aan de rand van het inundatiegebied lagen,
kon men niet 'gewoon' een gang graven in de bodem. Om droge voeten te houden
moest voor de gang waar de manschappen zich konden bewegen, een hoogte van 20
centimeter boven het inundatieniveau worden aangehouden (6). Aan de kant vanwaaruit
de vijand werd verwacht moest daardoor een wal worden aangebracht.
De ervaringen in het buitenland met het gebruik van loopgraven tijdens de Eerste
Wereldoorlog lieten zien dat loopgraven sec onvoldoende bescherming boden aan
de militairen die er vochten (7). Daarom werd de noordelijke loopgraaf in 1915
voorzien van een betonnen, granaatvrije schuilplaats voor 20 man (8, 9, 10).
In 1916 kwam daar nog een betonnen waarnemingspost bij. In 1916-1917 werden
beide delen van de Werken bij Griftenstein uitgerust met een betonnen mitrailleurkazemat.
Houten woonhuis binnen verboden kringen
van Fort De Bilt,
Biltsestraatweg, Utrecht., 2015. Foto: Kees Floor. |
Houten restaurant binnen
verboden kringen van Fort De Bilt,
Biltsestraatweg, Utrecht., 2015. Foto: Kees Floor. |
Houten woonhuis binnen verboden kringen
van Fort De Bilt,
Biltsestraatweg, Utrecht., 2015. Foto: Kees Floor. |
Biltse kringen
In de jaren na de Eerste Wereldoorlog bereikte de bereidheid om te investeren
in landsverdediging een dieptepunt. De defensiebegroting stond tot 1935 op een
laag pitje. Toch besloot het Ministerie van Oorlog begin jaren twintig van de
vorige eeuw de grond van de Werken bij Griftenstein te kopen en ze vanaf 1921
op te nemen in het vestingstelsel (11). Dit betekende ook dat er nieuwe verboden
kringen van kracht werden. De buitenste kring van Fort De Bilt reikte niet verder
dan de Werken bij Griftenstein (zie figuur 2, gestreepte rode boog links van
boven naar beneden) en leverde daardoor geen bouwbeperkingen op voor de bebouwde
kom van De Bilt. Met de komst van Griftenstein werd dat anders: de buitenste
kring van de Vesting Holland, zoals het door de Nieuwe Hollandse Waterlinie
beschermde gebied werd genoemd, zou nu wél in de bebouwde kom komen te
liggen. Dit werd echter onwenselijk geacht. Daarom werd al in 1923 besloten
de regels te versoepelen en het strenge regime van de vestingwet alleen van
toepassing te verklaren op het gebied direct aansluitend ten oosten van de werken
dat in figuur 2 is gearceerd van linksboven naar rechtsonder en op het gearceerde
gebied ten westen van Griftenstein-Zuid. Zo kon de gemeente Maartensdijk in
1927 zonder problemen een vergunning afgeven voor de bouw van huizen in de Veldzichtstraat
(13), vlak bij de Werken van Griftenstein. Er werden daar uiteindelijk 22 stenen
woningen gerealiseerd. In de jaren dertig kwamen er langs de Utrechtseweg ten
westen van de Veldzichtstraat op Maartensdijks grondgebied nog woningen bij.
In diezelfde tijd werden er in De Bilt in de middelbare kring van de Werken
bij Griftenstein zonder bezwaar van 'defensie' een vrijstaand stenen woonhuis
en vier stenen huizenblokken gebouwd op Park Arenberg. Een aanvraag om op Park
Arenberg aan de buitenrand van de middelbare kring een nieuwe Michaëlkerk
te mogen bouwen, werd in 1939 echter door de Commandant van de Vesting Holland
op grond van de Kringenwet afgewezen (14).
|
||
Loopgraaf, 2015.
Foto: Kees Floor. |
Uitzichtpuntaan de noordzijde,
2015. Foto: Kees Floor. |
Loopgraaf, 2015.
Foto: Kees Floor. |
Aanloop naar de Tweede Wereldoorlog
Halverwege de jaren dertig van de vorige eeuw nam de oorlogsdreiging toe en
werden de Werken bij Griftenstein weer in verdediging gesteld. De hoofdwallen
werden doorgetrokken tot aan de Biltsestraatweg/Utrechtseweg. Er kwamen 17 piramidevormige
groepsschuilplaatsen bij, waarvan vijf in het noordelijk gedeelte. Daarnaast
werden er drie zogeheten gevechtskazematten geplaatst, waarvan een in het noordelijk
gedeelte. Verder groef men een tankgracht (figuur 4), die via het Werk aan de
Hoofddijk naar Fort Rijnauwen liep. Waar de gracht de Biltsestraatweg kruiste,
werd een tankversperring opgericht, vergelijkbaar met eenzelfde aspergeversperring
dichter bij Fort De Bilt in de buurt van het in 1976 razendsnel afgebrande,
uit hout opgetrokken café-restaurant 't Kalfje (figuur 5).
Tijdens de mobilisatie werd de Nieuwe Hollandse Waterlinie in de winter van
1939-1940 vanuit een vliegtuig gefotografeerd. Destijds was er minder begroeiing
rond forten en stellingen, zoals onder andere blijkt uit de foto van de Werken
van Griftenstein (figuur 6). Op de foto is ook de bebouwing van de Veldzichtstraat
en vandaar langs de Biltsestraatweg richting Utrecht goed te zien. De in figuur
4 geschetste tankgracht is op de foto eveneens terug te vinden.
In het voorjaar van 1940 besloot de legerleiding de verdediging tegen een mogelijke
Duitse inval te concentreren op de Grebbelinie. Tegelijkertijd werden alle investeringen
in de Vesting Holland, dus ook in de Werken van Griftenstein, opgeschort.
5. De tankversperring op de Biltsestraatweg tussen Fort De Bilt en de Werken van Griftenstein nabij café-restaurant 't Kalfje in januari 1940. Voor de tram en het overige verkeer was een smalle doorgang opengelaten. Bron: Collectie R. Pool. |
|
|
De meidagen van 1940
Op 10 mei 1940 viel het Duitse leger ons land binnen. Het Nederlandse leger
probeerde bij de Grebbelinie de Duitse opmars tot staan te brengen, maar slaagde
daarin niet. In de middag van 13 mei kwam de order van de commandant van het
veldleger om uit de Grebbelinie terug te trekken op de Vesting Holland. Op 14
mei kwam men daar aan, om teleurgesteld te constateren dat deze niet klaar was
om weerstand te bieden tegen de Duitse troepen. Zo ontbraken telefonische verbindingen
tussen de verschillende commandoposten. Hier en daar waren de betonkazematten
weliswaar keurig in orde, maar dat was eerder uitzondering dan regel. Soms zaten
ze op slot en wist niemand waar de sleutel was. Bovendien kwamen de Nederlandse
soldaten hier in absoluut onbekend terrein, terwijl de Duitse troepen hen op
de hielen zaten. Het moreel van de troepen was er niet beter op geworden na
het bekend worden van het nieuws dat de Koningin en de Regering vertrokken waren
naar Engeland.
Van een eventuele inundatie was bij de Werken van Griftenstein weinig of niets
te merken (15,16); hooguit waren er her en der in de weilanden wat plassen of
wat modder. Het besluit tot inundatie was namelijk pas in de avond van 12 mei
genomen en het vollopen van de kommen duurt onder normale omstandigheden al
vier tot twaalf dagen, bij de droogte van begin mei 1940 en daaruit voortvloeiende
lage standen van de rivieren vermoedelijk nog wat langer. Bovendien was al bekend
dat het gebied ten oosten en ten zuidoosten van Utrecht lastig te inunderen
was.
Het zicht vanuit de Werken bij Griftenstein op de naderende vijand was volstrekt
onvoldoende. Daarom had de commandant van Utrecht de vernieling gelast van een
tankstation, een hotel, een villa en enkele woonhuizen ten oosten van de fortificatie
om zo toch enig schootsveld te verkrijgen. Het Nederlandse II legerkorps had
daar en in Fort De Bilt stelling genomen.
Op 14 mei rond het middaguur waren de Duitse troepen over de Utrechtseweg opgerukt
tot aan de Kerklaan in De Bilt (15, 16, 17). Daarna gaf een Duitse onderhandelaar
bij de Werken van Griftenstein een bericht af waarin de commandant van Utrecht
gesommeerd werd de strijd op te geven. Als dat niet zou gebeuren, zo werd gedreigd,
zou de stad hetzelfde lot treffen als Warschau, dat op 10 september 1939 tijdens
de Duitse inval in Polen zwaar gebombardeerd was.
Aanvankelijk wilde de commandant van Utrecht niet toegeven en stuurde hij het
bericht schijnbaar ongeopend terug. Later die middag kreeg hij echter een telefoontje
van de Nederlandse opperbevelhebber dat hij de Duitsers moest melden dat Nederland
de wapens neerlegde. Kort daarvoor was Rotterdam namelijk gebombardeerd en men
wilde verder bloedvergieten voorkomen. Uiteindelijk is er dus bij de werken
van Griftenstein niet gevochten.
n dat Nederland de wapens neerlegde. Kort daarvoor was Rotterdam namelijk gebombardeerd
en men wilde verder bloedvergieten voorkomen. Uiteindelijk is er dus bij de
werken van Griftenstein niet gevochten.
6. Luchtfoto van de Werken bij Griftenstein, gemaakt in de winter van 1939-1940. Bron: Collectie Douwe Koen. Klik op de afbeelding voor een vergroting. |
|
|
Inundaties
De Nieuwe Hollandse Waterlinie is drie keer in staat van paraatheid gebracht.
De eerste maal was tijdens de mobilisatie van 1870 in verband met de Frans-Duitse
oorlog, dus voor de tijd van de Werken van Griftenstein. Het waterpeil werd
toen, ter voorbereiding van een eventuele inundatie, op veel plaatsen opgehoogd
tot maaiveldhoogte. Tijdens de mobilisaties van 1914-1918 en 1939-1940 zijn
er inundaties toegepast, zij het niet over de volle lengte van de Nieuwe Hollandse
Waterlinie.
We zagen reeds dat van deze laatstgenoemde inundatie bij Griftenstein op het
moment dat het er echt op aankwam, dus na de terugtrekking van het Nederlandse
leger van de Grebbelinie tot in de Vesting Holland in de meidagen van 1940,
weinig te merken was. De sluizen waren te laat open gezet. Ze gingen echter
ook niet meteen weer dicht, zodat er toch schade ontstond bij tuinders en veehouders
in onder meer Westbroek (18) en Achttienhoven (19).
In het voorjaar van 1945 werd de Nieuwe Hollandse Waterlinie voor het eerst
grootschalig onder water gezet; dat gebeurde overigens door de Duitse bezetter.
Daarbij kwamen ook grote stukken land tussen Utrecht en De Bilt, waaronder landerijen
bij de Werken van Griftenstein, enige tijd onder water te staan (figuur 7).
Utrechtseweg, Biltsestraatweg, Fort
De Bilt en de Werken bij
Griftenstein, luchtfoto ca 1946 . Bron: Kenniscentrum Waterlinie. Klik op de foto voor een vergroting. |
Werken bij Griftenstein, datering onbekend. |
|
Voetnoten:
1. Soms ook gespeld: Griftestein (zonder n)
2. De internetversie van dit artikel, op te vragen via een link op www.keesfloor.nl/debilt,
bevat meer illustraties, links naar hier afgedrukte afbeeldingen in hogere resolutie,
links naar volledige figuren waarvan hier slechts details zijn afgebeeld en
links naar vindplaatsen van sommige van de aangehaalde artikelen.
3. Zie ook: Herber, R., 1787 -De
burgeroorlog tussen Patriotten en Prinsgezinden ook in de Bilt, De Biltse
Grift, maart 2005.
4. bijvoorbeeld: Steenbergen, C.M. en Zwart, J. van der, Strategisch Laagland,
Digitale Atlas Nieuwe Hollandse Waterlinie; TU-Delft (2006).
5. Op dezelfde plaats stond eerder een huis Griftenstein, dat werd afgebroken
in 1906. (Bron: Utrechts Archief, catalogusnummer
24464).
6. Nota
Erfgoedbeleid, gemeente De Bilt, 2013.
7. Leijten, F., De
Nieuwe Hollandse Waterlinie en de gemeente Utrecht, UvA, Amsterdam, 2009.
8. Smit, M., De werken bij Griftenstein Utrecht, 2008.
9. Brugman, J.P., Verdediging
van de oostelijke toegang tot Utrecht, De Biltse Grift, december 2004..
10. Groot, D. de, Nieuwe Hollandse Waterlinie: De werken bij Griftenstein, Naslagwerk,
2012.
11. Koninklijk besluit van 19 september 1921.
12. Koninklijk besluit van 29 september 1923.
13. Sjamaar, N., De Veldzichtstraat, een illegaal bebouwd straatje, Nederlandse
Genealogische Vereniging, Amersfoort en omstreken, 23 (1), 19-22, januari
2014.
14. Groot, H. de, De
kerk die nooit gebouwd werd, De Biltse Grift, maart 2003.
15. Valk, L. v.d., Onheilstij,
de laatste jaren van de Nieuwe Hollandse Waterlinie, Amsterdam 2013.
16. Visser, J., Vijf
dagen oorlog in Nederland, Den Haag 1946.
17. Haan-Beerends, L., Ontstaansgeschiedenis
en ontwikkeling van De Bilt en Bilthoven, deel 2, De Biltse Grift, maart
2004.
18. Inundatie
richtte veel schade aan, Utrechts Nieuwsblad 27 mei 1940, p. 5.
19. Controle
op verduistering bleek niet mogelijk te zijn, Utrechts Nieuwsblad 19 juli
1940, p. 5.