Kees Floor, december 2018.
Op 1 oktober 1832 ging het Nederlandse kadaster van start. De voorbereidingen hadden ongeveer twintig jaar in beslag genomen. In die aanloopperiode werden onder andere van alle gemeenten de grenzen met de buurgemeenten opgemeten en formeel vastgelegd. De manier waarop men te werk ging, was beschreven in een draaiboek, dat nog stamde uit de Franse tijd (1). Daarin was eveneens geregeld hoe men voorstellen kon doen om tot een logischer verloop of een in het terrein betere herkenbaarheid van grenzen te komen. Ook was aangegeven op welke manier men om moest gaan met geschillen tussen de burgemeesters of schouten (2) van twee buurgemeenten over de precieze ligging van hun gezamenlijke grens. De gang van zaken in de gemeenten die het Vianen anno 2018 vormden, geeft een goed beeld van hoe men te werk ging.
Everdingen
Het opnemen van de gemeentegrenzen vond, althans volgens de daarvan opgemaakte
processen-verbaal van grensbepaling, plaats in november 1821. Zo meldde J. van
Beek, landmeter der eerste klasse, zich op 26 november van dat jaar op het raadhuis
van Everdingen. Hij was in het gezelschap van een controleur der Directe Belastingen
en had een afspraak om de gemeentegrenzen op te nemen met schout J.H. Knijff.
Alle belanghebbenden moesten daarbij acte de présence geven. Daarom waren
ook burgemeester H. van der Meer van Culenborg, de schouten W. Pernis van Hagestein
en D. van der Vlist van Vianen en hun collega's van de overige buurgemeenten
naar het stadhuis afgereisd 'ten einde in derzelver wederzijdsch bijzijn de
grensscheiding op te nemen van het grondgebied van Everdingen'. De burgemeester
en de schouten konden zich laten bijstaan door een of meer niet met name genoemde
aanwijzers, in aanzien staande inwoners die goed op de hoogte waren van de situatie
ter plaatse.
1. Figuratieve schets van de grensscheiding tusschen de gemeenten van Vianen en Hagestein. Bijlage bij het proces-verbaal van grensbepaling van de gemeente Vianen, 21 november 1821. De geel ingekleurde percelen langs de Autenasche Kade worden betwist. Bron: RHC ZOU (5).
Rondgang
Een belangrijk onderdeel van de procedure ter bepaling van het grondgebied van
een gemeente vormde volgens de daarvan opgemaakte processen-verbaal van de grensbepaling
een rondgang langs de buitengrenzen. In ons geval begon deze 'groepswandeling'
aan de zuidelijke oever van de Lek op de grens met Hagestein; daar moest het
bovengenoemd gezelschap dus eerst naartoe. Overigens liep de grens met Het Waal
(Tull en 't Waal) niet langs de oever, maar door het midden van de rivier. Tijdens
de rondwandeling bleef het grondgebied van Everdingen steeds aan de rechterhand;
links lag het grondgebied van achtereenvolgens de gemeenten Het Waal, Culenborg,
Schoonrewoerd, Heikop en Boeikop, Vianen en Hagestein.
Vanaf de Lek voerde de tocht van de notabelen onder andere langs de Diefdijk,
de Waay (Waai), de Bruine Kade en de Zijderveldsche Steeg (Zijderveldselaan)
naar de Groene weg (Groene Kade). Tenslotte nog langs de grenzen met Vianen
en Hagestein terug naar de Lek.
De bevindingen van die dag werden vastgelegd in een proces-verbaal van grensbepaling
(3), bestaande uit zes artikelen, namelijk een per aangrenzende gemeente. Ook
werd er van elke grens met een buurgemeente een zogeheten figuratieve schets
van de grensscheiding vervaardigd, die als hulp bij het opstellen van de tekst,
of later ter verduidelijking ervan kon dienen en als bijlage bij het proces-verbaal
werd gevoegd. De figuren 1 en 2 geven enkele voorbeelden van dergelijke schetsen.
Hagestein en Vianen
Bij het opnemen van de grenzen van de gemeenten Hagestein en Vianen op respectievelijk
23 en 21 november gingen landmeter, controleur, schouten en aanwijzers op dezelfde
manier te werk: Elke keer werd begonnen aan de Lek op een punt waar drie gemeenten
samenkwamen, steeds verliep de rondgang met de wijzers van de klok mee en van
elke gemeente werd een proces-verbaal van grensbepaling opgesteld waaraan de
figuratieve schetsen van de grensscheiding waren toegevoegd. In het geval van
Hagestein (4) ging het achtereenvolgens om de buurgemeenten Vreeswijk, het Waal,
Everdingen en Vianen, bij Vianen (5) waren dat Vreeswijk, Hagestein, Everdingen,
Heikop en Boeikop, Lexmond, Jaarsveld en IJsselstein.
2. Figuratieve schets van de grensscheiding tusschen de gemeenten van Everdingen en Culenborg. Bijlage bij het proces-verbaal van grensbepaling van de gemeente Everdingen, 26 november 1821. Onderaan is bijgeschreven: 'Nota: De schout van Everdingen stelt voor 't in rood afgezette gedeelte van Kuilenburg tot zijne gemeente te doen overgaan. De delimitateur stelt voor het in 't rood en in 't geel afgezette gedeelte tot Everdingen te voegen'. Bron: RHC ZOU (3).
Oude grenzen
De gemeentegrenzen die in 1821 bepaald werden, kwamen natuurlijk niet zomaar
uit de lucht vallen. Er bestonden ook eerder al vage of minder vage grenzen
tussen de verschillende gemeenten en hun voorlopers, die nu als richtlijn konden
dienen. Zo lag er bijvoorbeeld een document uit 1814. In dat jaar vormde Hagestein
een onderdeel van de gemeente Everdingen, een fusie die in de Franse tijd in
1812 tot stand was gekomen. Na het vertrek van de Fransen werd die samenvoeging
in 1818 weer ongedaan gemaakt. Als voorbereiding op de ontbinding stelden W.
Wijnen, burgemeester, en J. Hak, lid van het gemeentebestuur namens Hagestein,
op 15 december 1814 een proces-verbaal op, waarin de grenzen van de districten
Everdingen - voluit Everdingen, Zijderveld, Goilberdingen en Thienhoven - en
Hagestein werden beschreven 'overeenkomstig de vanouds bestaan hebbende grens
of limietschijdingen' (6).
Verslag of stramien?
Vaststellingen van de gemeentegrenzen vonden in aanloopperiode tot de vorming
van het kadaster plaats in vrijwel alle Nederlandse gemeenten (7). Dat de activiteiten
beperkt konden blijven tot een dag, is overigens onwaarschijnlijk. Zo bedroeg
de omtrek van Vianen bijna 22 kilometer, wat voor de betrokken een stevige uitdaging
zou hebben gevormd. Bij andere gemeenten, zoals Zeist met een omtrek van 54
kilometer, was het normaal gesproken ondoenlijk om de rondgang in een dag te
volbrengen. Verder liepen vermoedelijk niet alle belanghebbenden het hele traject
mee; de schouten van de buurgemeenten kwamen alleen opdraven als de grens met
hun gemeente werd opgenomen. Ook de in de processen-verbaal genoemde data blijken
in sommige gevallen uit de lucht gegrepen. De documenten lijken eerder een stramien
te bieden om de grenzen op papier vast te leggen dan een verslag te geven van
wat er op een bepaalde dag is voorgevallen.
Grensgeschil
In de meeste gevallen werden de processen-verbaal van grensbepaling op de aangegeven
dag van de rondgang rond de gemeentegrenzen, of anders op een van de dagen daarna,
door de landmeter en de controleur getekend en gesloten, waarmee de grenzen
definitief waren. Bij de documenten van Vianen, Hagestein en Everdingen was
dat niet het geval, omdat er eerst nog besluiten van hogerhand nodig waren.
Zo was schout Pernis van Hagestein het niet eens met de grenzen die door zijn
collega Van der Vlist van Vianen waren aangewezen. Het verschil van mening ging
over twee percelen in de Biezen, aan de noordwestzijde van de Autenase kade.
Ze waren volgens Pernis opgenomen in de staat van onbebouwde eigendommen van
de gemeente Hagestein, het laatste transport was voor het bestuur van Hagestein
gedaan en de landen waren te allen tijde bemalen door de poldermolen van Hagestein.
Van der Vlist stelde echter dat de percelen altijd bij Vianen hadden gehoord.
Het feit dat ze abusievelijk onder Hagestein opgemeten waren en daar op de kaart
terecht waren gekomen deed daar niets aan af.
Landmeter Van Beek noteerde de standpunten in de desbetreffende artikelen van
de processen-verbaal van grensbepaling van Vianen en van Hagestein en markeerde
de percelen in kwestie met geel op de figuratieve schetsen van grensscheiding
tussen Vianen en Hagestein (figuur 1). Ook voegde hij daaraan zijn in overleg
met de controleur der belastingen opgestelde advies toe: 'breng of houd de percelen
onder Hagestein'. Later zou blijken dat het advies door hun meerderen ongewijzigd
was overgenomen. Bij Koninklijk Besluit van 13 mei 1824 No 99 werd bepaald dat
de twee percelen bij voortduring zouden blijven behoren tot de gemeente Hagestein.
Nu de knoop was doorgehakt, konden de beide processen-verbaal van grensbepaling
op 4 september van dat jaar door Van Beek worden gesloten.
Voorstel tot wijziging
Bij het opnemen van de grens tussen Everdingen en Culenborg kwam schout Knijff
van Everdingen met de suggestie om een deel van de Waai van Culenborg over te
hevelen naar zijn gemeente. Het gebied waar het om gaat is door landmeter van
Beek op de 'figuratieve schets van de grensscheiding tussen de gemeenten van
Everdingen en Culenborg' rood ingekleurd (kwadrant rechtsboven van de Waai in
figuur 2). Het kwadrant linksboven zou dan naar Schoonderwoerd gaan. Landmeter
van Beek adviseerde echter om de noordelijke helft van de Waai (rood en geel
ingekleurd; noord is rechts in figuur 2) bij Everdingen te voegen en de zuidelijke
helft (links in de figuur) onder Schoonrewoerd te brengen.
Ditmaal legden de hogere echelons het advies van de landmeter echter naast zich
neer. De grensscheiding tussen de provincies Gelderland (Culenborg) en (Zuid-)
Holland (Everdingen) was net vastgesteld bij wet van 27 april 1820, staatsblad
12 en bleef - bij Koninklijk Besluit van 27 mei 1824 No 92 - zoals ze was. Kennelijk
wilde men geen gedoe.
Daardoor kon Van Beek op 4 september 1824 niet alleen de processen-verbaal van
grensbepaling van Vianen en Hagestein sluiten, maar ook dat van Everdingen.
Voetnoten
1. Methodieke Verzameling der wetten, decreten, reglementen,
instructiën en decisiën, betreffende het Cadaster: naar de bestaande
orde van zaken ingerigt en uitgetrokken, Bijvoegsel tot het Staatsblad, Achtste
deel, Eerste stuk, Dordrecht 1821, p 398.
2. De burgemeesters van 'gemeenten ten plattelande' werden tot 1825 aangeduid
als schout.
3. Regionaal Historisch Centrum Zuidoost Utrecht (RHC ZOU), toegang 417 inv.nr.
800 en Het Nationaal Archief (HNA), toegang 3.08.07 inv.nr. 1077. De teksten
van de processen-verbaal zijn ook te vinden in: Brand M. e.a.: Vianen in 1832,
Grondgebruik en eigendom, Tekst. Utrecht/Vianen 2008.
4. HNA toegang 3.08.07 inv.nr. 1079.
5. RHC ZOU, toegang 414 inv.nr. 1471 of HNA toegang 3.08.07 inv.nr. 1087.
6. RHC ZOU, toegang 417 inv.nr. 333.
7. Meer, A.J. van der: Het kadaster en de gemeentegrenzen, Geodesia 21 (1979)
144-164 en Meer, A.J. van der: Gemeentegrenzen in Nederland, proefschrift TU
Delft, Amsterdam 2007.
8. HNA toegang 2.02.01 inv.nr. 1972. Het proces-verbaal van grensbepaling van
Everdingen (3) vermeldt abusievelijk besluitnummer 62.