Reeds in de Franse tijd werden in het kader van de voorbereidingen van het kadaster gemeentegrenzen van Amerongen vastgesteld. Na het vertrek van de Fransen deed men dat vijf jaar later onder Nederlands bestuur nog eens opnieuw. De schetsen die in 1813 waren gemaakt van het verloop van de grens, werden gebruikt als werkmateriaal voor de hernieuwde grensbepaling. Ze bleken bepaald niet foutloos.
![]() |
![]() |
|
|
Op 16 juni ontving maire (burgemeester) J. de Ridder van Amerongen een brief van A.C. baron Snouckaert van Schauburg (1). Daarin kondigde de onder-prefect van het Arrondissement Amersfoort aan dat twee beambten op korte termijn de grenzen van de gemeente Amerongen met de buurgemeenten kwamen vastleggen. Het ging om J. van Laan ingenieur-verificateur van het Kadaster, en landmeter der eerste klasse B. van Duijn Hzn. Na de grensafpaling zou de landmeter of een collega van hem in samenspraak met de maire het grondgebied van de gemeente op gaan delen in secties, waarna de opmeting van de afzonderlijke percelen kon aanvangen. Snouckaert vroeg De Ridder zijn volle medewerking te verlenen, alle benodigde informatie te verschaffen en te zijner tijd de beschrijving van de gemeentegrenzen in een proces-verbaal van grensbepaling te ondertekenen.
Frans bestuur
De bepaling van de gemeentegrenzen en het opmeten van de afzonderlijke percelen
was een uitvloeisel van de annexatie van Nederland door Frankrijk. In dat land
was in 1807 een wet van kracht geworden die de aanzet gaf tot de vorming van
het Kadaster. Vanaf de inlijving van Nederland in 1810 ging het Kadaster-in-oprichting
ook hier van start. De eerste vaststellingen van grenzen van Utrechtse gemeenten
werden afgerond in 1812. Amerongen en andere gemeenten van het kanton Rhenen
waren in 1813 aan de beurt.
Bij het bepalen van de gemeentegrenzen ging men te werk volgens een handboek
(2), dat zowel beschikbaar was in het Nederlands als in het Frans. Maire De
Ridder wees volgens de daarin opgestelde regels in het terrein de gemeentegrenzen
aan in tegenwoordigheid van de beide genoemde beambten en de maire van een aangrenzende
gemeente, bijvoorbeeld G. Weeninck van Leersum. Namens Amerongen waren er verder
ook Tieleman de Ridder, Pieter Schouten en H. van der Linde bij betrokken. Tieleman
de Ridder was adjunct-maire, de beide andere heren waren zogeheten indicateurs
of aanwijzers, ingezetenen die goed op de hoogte waren (of zouden moeten zijn)
van de ligging van de gemeentegrenzen en de situatie ter plaatse. Ook van de
buurgemeente waren aanwijzers en eventuele adjunct-maires aanwezig. Zo trad
H. van Zijl op als aanwijzer namens Leersum.
Woord en beeld
Tijdens een rondgang langs een gemeenschappelijke grens maakte landmeter Van
Duijn een situatieschets. Op de schetsen staan bijvoorbeeld gemakkelijk in het
terrein herkenbare grenzen aangegeven, zoals de Rijn langs de grens met Maurik
(figuur 1) of de Amerongse Watering langs de grens met Overlangbroek en Leersum.
Ook eventuele reeds aanwezige grenspalen werden zo nodig aangeduid. Datzelfde
geldt voor de in het kader van de grensbeschrijving relevante, tegen de grens
aanliggende percelen. Doordat er nog geen kadastrale nummering beschikbaar was,
- die zou er pas zijn na de opmeting van de afzonderlijke percelen in een latere
fase van de voorbereidingen voor het Kadaster, - werden de percelen aangeduid
met de naam van de eigenaar. Zo is links in de figuur aangegeven dat de gemeentegrens
de scheiding volgt tussen de eigendommen van de weduwe Van Schaik in Wijk bij
Duurstede en van Oorschot c.s. in Amerongen.
Van Duijn gebruikte de situatieschetsen bij het formuleren van een artikel in
het proces-verbaal van grensbepaling waarin de loop van de grenzen beschreven
moest worden (3). De tekeningen werden daarnaast achteraf als bijlage aan het
proces-verbaal toegevoegd ter verduidelijking van de tekst. Elke buurgemeente
kreeg een eigen artikel in het proces-verbaal en een eigen figuratieve schets
van grensscheiding. De artikelen werden zowel in het Frans als in het Nederlands
opgesteld; de notities op de schetsen van grensscheiding waren uitsluitend in
het Frans. Het hele gebeuren speelde zich namelijk af in de Franse tijd.
![]() |
![]() |
|
|
Snel of nauwkeurig?
In het geval van Amerongen ging men voortvarend te werk. De grenslijn was in
het totaal ruim 34 kilometer lang; bij de vaststelling ervan waren maar liefst
acht buurgemeenten betrokken. Op zijn vroegst was men donderdag 17 of vrijdag
18 juni met de werkzaamheden begonnen. Toch lag er binnen een week een tekst
die gereed was voor ondertekening. Al op woensdag 23 juni zetten alle betrokkenen
hun handtekening. Tieleman de Ridder liet vermoedelijk verstek gaan bij de tekensessie;
zijn handtekening is niet in het proces-verbaal van grensbepaling terug te vinden.
Een dag later sloten Van Duijn en Van Laar het proces-verbaal, waarna het via
de belastingdienst kon worden opgestuurd aan de prefect van het Departement
van de Zuiderzee A. Ph. F. G. Visscher, graaf van Celles, die het op 23 augustus
1813 zou tekenen voor akkoord. Was de snelheid van werken ten koste gegaan van
de nauwkeurigheid? En had men wel overal goed rondgekeken? We hebben zo onze
twijfels, maar daarover later meer.
Franse aftocht
Eind 1813 kwam er een eind aan het Franse bewind. Daardoor konden lopende werkzaamheden
ter voorbereiding van het Kadaster niet worden afgerond en kwam het hele proces
enige tijd stil te liggen.
Voor het zover was heeft landmeter Van Duijn of zijn collega I.H. Jappe het
grondgebied van Amerongen in samenspraak met maire De Ridder nog wel verdeeld
in zes afzonderlijke secties. Het bijbehorende, in twee talen opgestelde proces-verbaal
is echter verloren gegaan of zoek. Verder werd nog een begin gemaakt met de
volgende stap: de opmeting van de afzonderlijke percelen. Op de later door de
landmeter der eerste klasse A. van Oosterhout onder Nederlands bestuur vervaardigde
kadastrale kaarten, de zogeheten minuutplans, van de secties B (Den Dwarsweg),
E (De Waarden) en F (Den Dijk) van Amerongen lezen we namelijk dat ze 'gedeeltelijk
zijn opgemeten onder de Franse Administratie' (4). En Van Oosterhout kon het
weten, want hij had zelf in 1813 nog als secundair landmeter meegewerkt aan
de perceelsgewijze opmeting van Amerongen (figuur 2). Elders in de gemeente
waren de landmeters destijds nog niet begonnen. Op vergelijkbare, eveneens door
Van Oosterhout vervaardigde kaarten uit 1818 van de overige secties waarin het
grondgebied van Amerongen was opgedeeld (secties A, De Haar, C, Het Bergje en
D, Tegenbergs), ontbreekt namelijk een verwijzing naar werkzaamheden in de Franse
tijd.
Het werk hervat
Na een onderbreking van enkele jaren, werden de werkzaamheden ter voorbereiding
van het Kadaster hervat. In de periode 1818-1833 stelden diverse landmeters
van alle gemeenten in de provincie Utrecht processen-verbaal van grensbepaling
op. In gemeenten waar onder Frans bestuur reeds grenzen waren opgenomen, waaronder
Amerongen, gebeurde dat opnieuw. Daar begon landmeter Adam Slits op 13 februari
1818 met het opnemen van de gemeentegrenzen van Amerongen, Rhenen en Renswoude
(5). Zijn gesprekspartner in Amerongen was schout (6) H.G. Scharff, die zich,
net als zijn voorganger in 1813, liet vergezellen door aanwijzer Pieter Schouten.
Hoewel de grenzen van Amerongen vijf jaar eerder reeds waren vastgelegd, vond
Slits het toch raadzaam in het terrein de grenzen opnieuw te laten aanwijzen.
Daarbij gebruikte hij de destijds door Van Duijn vervaardigde, van Franstalige
toelichting voorziene schetsen van grensscheiding voor het maken van aantekeningen.
Zijn notities van na de Franse tijd zijn weer 'gewoon' in het Nederlands.
Aan de zuidgrens van Amerongen bleek weinig veranderd; daar fungeerde de Rijn
nog steeds als grensrivier. Wel hadden de percelen tegen de grens met Wijk bij
Duurstede een andere eigenaar gekregen. Slits noteerde dan 'veranderd' en de
naam of initialen van de nieuwe eigenaar op de schets uit 1813, in dit geval
vLvS (Van Linden van Zandenburg, figuur 1). Ook langs de grenzen met Overlangbroek
en Leersum bleven de wijzigingen beperkt tot de gevallen waarin stukken grond
of bebouwing van eigenaar waren gewisseld. De teksten in het nieuwe proces-verbaal
van grensbepaling (7) en de bijbehorende figuratieve schetsen van grensscheiding
werden waar nodig aan de veranderde situatie aangepast.
![]() |
![]() |
|
|
Niet foutloos
Bij het inspecteren van de grenzen met de vier overige buurgemeenten zal Slits
ongetwijfeld zijn wenkbrauwen gefronst hebben. Er zaten namelijk nogal wat fouten
in de beschrijvingen en tekeningen die nou juist bedoeld waren om de grenzen
ondubbelzinnig vast te leggen. Zo was de Groepersteeg, die de grens vormde tussen
Amerongen en Renswoude, op de schetsen van grensscheiding met Woudenberg en
Renswoude ingetekend aan de verkeerde kant van de erlangs lopende Groepersloot.
Verder lag het huis de Roode Haan aan de Munnikenweg in Renswoude op de schetsen
van grensscheidingen met Renswoude en die met Veenendaal (figuur 3) aan de verkeerde
kant van de Waterlosing (Schoonderbeekse grift, later Broekersloot, thans Valleikanaal).
Bovendien bevatte de schets van grensscheiding met Rhenen twee wegen die in
het terrein niet teruggevonden konden worden: de Veenendaalseweg en de Utrechtse
Bovenweg (figuur 4). Van al deze onjuistheden maakte Slits in 1818 een aantekening
op de schetsen van 1813. Niet bestaande wegen of verkeerd geplaatste huizen
kruiste hij door en voorzag hij van een aantekening: 'deze wegen zijn door de
indicateurs niet kunnen aangewezen worden' (figuur 4) of 'Rode Haan overzijde'
(figuur 3. Het in de gemeente Amerongen gelegen huis De Ronduit in de buurt
van de sluis (ecluse in het Frans) in de Waterlosing, waar het grondgebied van
de gemeenten Amerongen, Veenendaal en Renswoude samenkwam, was in 1818 verdwenen;
Slits noteerde erbij 'weg' (figuur 3). Met een andere pen staan in figuur 4
nog begrippen aangeduid die werden gebruikt in het nieuwe proces-verbaal van
grensbepaling uit 1818: Galgeveld, het huisje van Laurens van den Bovenkamp
(bij de noordelijke grenspaal aan de Streek, thans Visserweg, Elst) en Utrechtse
benedenweg (thans Elsterstraatweg/Rijksstraatweg). De grens tussen de gemeenten
Amerongen en Rhenen, die door de beide laatstgenoemde palen werd gemarkeerd,
liep destijds namelijk door Elst, dat zelf nooit een zelfstandige gemeente is
geweest. Bij een lijn in figuur 3 (onderaan) noteerde Slits ter verduidelijking:
dit is scheiding van Veenendaal.
Het heeft er alle schijn van dat Van Duijn en de andere betrokkenen de grenzen
in 1813 niet zorgvuldig of zelfs in het geheel niet hebben langsgelopen. Vooral
voor aanwijzer Pieter Schouten moet de situatie in 1818 erg ongemakkelijk zijn
geweest. Schouten had namelijk in 1813 namens Amerongen alle artikelen uit het
proces-verbaal van grensbepaling mede ondertekend voor akkoord.
Het nieuwe proces-verbaal van grensbepaling van Amerongen werd gedateerd op
13 februari 1818. Dat is opmerkelijk, want op diezelfde datum zouden de werkzaamheden
inzake de grensbepaling van start gaan (5). Overigens zijn er wel meer voorbeelden
van dergelijke documenten uit de provincie Utrecht waarbij vraagtekens geplaatst
kunnen worden bij de gehanteerde datering. Zo dateerde landmeter Slits de processen-verbaal
van grensbepaling van de gemeenten Ruwiel, Laag Nieuwkoop, Maarssenbroek en
Maartensdijk, waar hij in maart, april en mei 1818 werkzaam was, op een zondag
(7). Het document van Maarssen is gedateerd op een zaterdag, maar werd op zondag
gesloten. De zondag lijkt geen voor de hand liggende dag voor dit soort activiteiten.
Het proces-verbaal van grensbepaling van Amerongen werd weer via de belastingdienst
doorgestuurd naar de gouverneur van de provincie Utrecht, J.M. baron van Tuyl
van Serooskerken van Vleuten. Deze tekende voor akkoord op 11 maart 1818. Daarmee
lagen de gemeentegrenzen van Amerongen formeel vast.
![]() |
![]() |
|
|
Grenswegen en grenswateren
Vaak dienen wegen of water als grensscheiding. Dergelijke grenzen hadden bij
het Kadaster ook de voorkeur omdat ze gemakkelijk in het terrein te herkennen
waren. De nauwkeurigheid vereist dat dan ook vastligt of de grens langs de oevers
of randen loopt of door het midden. In het geval van de Rijn, de grensrivier
tussen Amerongen en Maurik, werd daar zowel in 1813 als in 1818 geen uitspraak
over gedaan (8). Ook de figuratieve schetsen van grensscheiding, bijvoorbeeld
die van figuur 1, bieden daarover aanvankelijk geen informatie. Uit het jaren
later opgestelde proces-verbaal van grensbepaling van Wijk bij Duurstede van
1832 en de bijbehorende figuratieve schetsen (9) kunnen we opmaken dat de gemeentegrenzen
door het midden van de rivier lopen (figuur 5).
Of de Amerongse wetering in 1813 bij Amerongen hoorde of bij de buurgemeenten,
kunnen we evenmin afleiden uit het proces-verbaal van grensbepaling. In 1818
staat echter duidelijk aangegeven dat ze bij Amerongen hoort. In beide jaren
wordt vermeld dat de Slaperdijk en de bijbehorende landen langs de grens met
Veenendaal tot Amerongen behoren.
Verscheidene wegen langs de grens lagen volgens de processen-verbaal van grensbepaling
in 1813 in een andere gemeente dan in 1818. Amerongen kreeg in 1818 de Streek
van Rhenen en de Essensteeg van Leersum. Tegelijkertijd ging de Hooge Zuwe over
naar Leersum en de Groepersteeg naar Renswoude.
Grenspalen
Waar duidelijke kenmerken in het terrein ontbreken, neemt men vaak zijn toevlucht
tot grenspalen. Vermeldingen ervan vinden we in de processen-verbaal van grensbepaling
en de bijbehorende figuratieve schetsen van grensscheiding van Amerongen en
van Veenendaal (10) uit 1813, van die van de beide gemeenten en van Rhenen en
Leersum uit 1818 (7) en van Wijk bij Duurstede en Langbroek uit 1832 (9). De
palen die minstens eenmaal werden genoemd of afgebeeld, stonden onder andere
aan of in de buurt van de Rijn aan weerszijden van de gemeente Amerongen. Verder
waren er vier palen geplaatst langs de grens met Leersum: een langs de weg van
Zuilenstein, een tweede bij de Utrechtseweg en de twee overige op de heide op
plaatsen waar de grenslijn knikken vertoont.
Op de schets van grensscheiding met Rhenen uit 1813 (figuur 4) komen we zeven
grenspalen tegen. Begin en eind van de gemeenschappelijke grens werden gemarkeerd
door een eerdergenoemde paal bij de Rijn en een tweede aan het zuideinde van
de Slaperdijk op de grens met Veenendaal. Daarnaast zijn er twee palen die aangeven
hoe de grens langs de Streek loopt (11). De drie resterende palen staan op de
heide, onder andere op de punten waar de grens de twee eerdergenoemde wegen
kruist die bij het opnemen van de grens niet konden worden aangewezen. De grensbepaling
van 1818 vermeldt overigens nog slecht een paal op de heide; hij staat bij het
zogeheten Galgeveld.
Tot slot
De in de Franse tijd vervaardigde figuratieve schetsen van grensscheiding van
Amerongen uit 1813 zijn vrij bijzonder. Slechts van drie andere gemeenten in
de provincie Utrecht zijn vergelijkbare documenten bewaard gebleven, namelijk
van Maarssen en Zuilen uit 1812 (12) en van Veenendaal uit 1813. Alleen in het
geval van Amerongen zijn ze gebruikt als 'kladpapier'. Enerzijds is dat jammer,
anderzijds behielden ze daardoor een functie bij het vastleggen van de gemeentegrenzen
en is dat misschien wel de reden dat ze voor ons bewaard zijn gebleven.
Voetnoten
1. Regionaal Historisch Centrum Zuidoost Utrecht (RHCZOU) toeg. T00073 inv.nr.
75.
2. Methodique Verzameling der wetten, decreten, reglementen, instructiën
en decisiën, betrekkelijk het Cadaster van het Fransche Rijk, eerste deel.
Amsterdam 1812.
3. Het Utrechts Archief (HUA), toeg. 1294, inv.nr. 2690 en RHCZOU toeg. T00073
inv.nr. 376.
4. Beeldbank Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.
5. Volgens een brief van de gouverneur van de provincie Utrecht, aan schout
Weeninck van Leersum d.d. 10 september 1818. RHCZOU toeg. T00036 inv.nr. 126.
6. Schouten van gemeenten ten plattelande, de vroegere maires, zouden vanaf
1825 worden aangeduid als burgemeester.
7. HUA toeg. 1294, inv.nr. 3799.
8. De gemeentegrens van Maurik en Amerongen was tevens grens tussen de departementen
van de Zuiderzee en van de Boven-IJssel. De buitengrens van het departement
van de Zuiderzee liep langs de noordzijde van de Rijn, die van het departement
van de Boven-IJssel langs de zuidzijde. Zie: Wet over het bestuur in de departementen
art. 1, 10 maart 1807 en Décret impériale qui divise le territoire
de la Hollande en neuf départemens, 13 september 1810.
9. HUA toeg. 1294, inv.nr. 2693.
10. Gelders Archief, toeg. 016, inv.nr. 4977.
11. Op de schets van grensscheiding tussen Amerongen en Rhenen uit 1813 staat
de paal op de hoek van de Utrechtseweg overigens al aan de Rhenense kant van
de Streek.
12. HUA toeg. 1294, inv.nr. 2689.