Kees Floor, De Biltse Grift juni 2018.

De weilanden en maisvelden in De Bilt tussen de Utrechtseweg, Rijksweg A27, de Biltse Rading en de bebouwing van De Bilt (Park Arenberg) worden wel aangeduid als 'natuurontwikkelingsgebied Voorveldse polder' (1). Klopt dat wel? De Voorveldse polder was toch eigenlijk een stukje Maartensdijk, dat later tot aan de A27 werd volgebouwd met de Utrechtse woonwijken Tuindorp-Oost en Voordorp? Om hierover meer duidelijkheid te krijgen gaan we terug tot 1815.

In dat jaar voerde het militair gezag namelijk een enquête uit naar de situatie in de Nederlandse gemeenten (2). Een van de vragen was of er polders in de gemeente voorkwamen. Burgemeester Eyck van Maartensdijk liet het antwoordvakje leeg, collega Mulder uit De Bilt vulde in: die zijn hier niet. De Voorveldse polder werd in geen van beide gevallen genoemd.

Niet vermeld
Ook in andere bronnen uit het eerste deel van de negentiende eeuw is de Voorveldse polder niet te vinden. Dat geldt bijvoorbeeld voor de officiële, in opdracht van Provinciale Staten van Utrecht vervaardigde vierdelige kaart van de provincie Utrecht uit 1850 (3) en de topografisch militaire kaart van rond 1850 (4), de 'oerversie' van de huidige topografische kaarten. Beide kaarten vermelden wel poldernamen in bijvoorbeeld Achttienhoven en Westbroek.
Op de schets van figuur 1 en in de bijbehorende brief uit 1858 (5) zoeken we eveneens tevergeefs naar een vermelding van de Voorveldse polder. Afzender was A.J. van Beeck Calkoen, naar eigen zeggen eigenaar van enkele percelen in de 'polder van Oostveen', meer precies in de in licht- en donkergroen ingekleurde gebieden. Hoewel het lichtgroene gebied, dat via een op de kaart aangegeven 'nauwe en bochtige waterleiding' afwaterde op de Vecht, later Voorveldse polder genoemd zou worden, gebruikt hij die naam nog niet; die aanduiding was toen kennelijk nog niet in gebruik of niet algemeen. Het donkergroene gebied, dat afwaterde op de Biltse Vaart (Biltse Grift), zou bij de officiële instelling van de waterschappen medio jaren zestig van de negentiende eeuw deel gaan uitmaken van het naastgelegen waterschap 'de Biltsche en Zeister Grift'. Het huidige natuurontwikkelingsgebied Voorveldse polder ligt echter meer naar het oosten, ongeveer waar in figuur 1 de tekst 'De Bilt' staat, dus ver buiten de laatnegentiende-eeuwse Voorvelde polder.

1. Situatieschets van de landerijen ten noorden van de Biltstraat (thans Biltsestraatweg/Utrechtseweg) tussen Fort De Bilt en het dorp De Bilt, 1858. Het lichtgroen ingekleurde gebied zou later worden aangeduid als Voorveldse polder; het donkergroene gebied lag weliswaar in de gemeente Maartensdijk, maar ressorteerde onder het waterschap de Biltsche en Zeister Grift. Op het meest westelijke perceel van het donkergroene gebied, direct naast de Voorveldse polder, bevindt zich thans Brasserie Vink. Bron: Regionaal Historisch Centrum (RHC) Vecht en Venen (5).

2. Uitsnede uit de Polderkaart van de landen tusschen Maas en IJ van W.H. Hoekwater, 1901. Collectie Stadsarchief Amsterdam STOK0100018000001.

Vermeldingen en ligging
De aanduiding 'Voorveldse polder' duikt op de officiële topografische kaarten voor het eerst op in 1873 (6). Ook nieuw op de kaart van dat jaar is overigens de vermelding van het aangrenzend waterschap 'de Biltsche en Zeister Grift'. Beide namen vinden we eveneens terug aan de rand van een polderkaart uit 1901 (figuur 2).
De naam Voorveldse polder komen we verder ook nog tegen in documenten van het waterschap Maartensdijk, bijvoorbeeld in de zogeheten keur of politieverordening uit 1877 (7a); in een keur zijn de verplichtingen van de ingelanden vastgelegd en de sancties bij het niet nakomen daarvan. De keuren van het waterschap de Biltsche en Zeister Grift bevatten geen poldernamen. De enige gebiedsnaam die in De Bilt wordt gehanteerd is de Kijfakker, tussen de Looydijk en de Achterdijk (Burgemeester De Withstraat).
Op kaarten van het waterschap Maartensdijk staan doorgaans geen poldernamen vermeld; een uitzondering vormt een kaart uit 1904 waarop iemand later met de hand enkele poldernamen heeft genoteerd (figuur 3), waaronder 'Voorveldsche polder'. De oostgrens van de polder loopt van het even ten oosten van Fort De Bilt gelegen Melatenhuis (figuur 3) of Lazarushuis (figuur 1) naar Fort Voordorp.

Geen twijfel
In 1925 stelde het waterschap Maartensdijk een notitie op om de grenzen van de polders en de verschillende opvattingen die daarover de ronde deden, nog eens netjes op een rijtje te zetten (7c). De Voorveldse polder wordt daarin gesitueerd binnen de toenmalige gemeente Maartensdijk aan de rand van de stad Utrecht tussen de Ezelsdijk (Kardinaal de Jonghweg), de weg van Utrecht naar Hilversum (Mac Adam weg op figuur 1; Blauwkapelse Weg, Utrecht op figuur 3), de Voordorpse dijk (Blauwkapelse Dijk op figuren 1 en 3) en de grens van het waterschap de Biltsche en Zeister Grift. Het is precies het gebied dat in figuur 1 lichtgroen met tekst 2e Afdeling is weergegeven. Over de grenzen van de polder bestond overigens geen verschil van mening, zo werd in de notitie nadrukkelijk vermeld.
Het is duidelijk dat men destijds het meer naar het oosten gelegen, huidige natuurontwikkelingsgebied Voorveldse polder niet alszodanig aanduidde. Een naam als waterschap de Biltsche en Zeister Grift, - de begrippen polder en waterschap werden destijds in de provincie Utrecht door elkaar gebruikt, - zou veel meer voor de hand gelegen hebben.

Buiten waterschapsverband
In 1927 werd het gebied ten noorden van de Utrechtseweg tussen de Soestdijkse weg en de grens tussen De Bilt en Maartensdijk (bij de Werken van Griftenstein) buiten waterschapsverband gebracht (8). Daarmee had het huidige 'natuurontwikkelingsgebied Voorveldse polder' vanaf 1927 officieel geen 'poldernaam' meer. De grens tussen de Voorveldse polder, die afwaterde op de Vecht, en het Waterschap de Biltsche en Zeister Grift, afwaterend op de Biltse Grift en daarmee op het stadswater van Utrecht, bleef ongewijzigd.
Het lijkt er dan ook haast op dat de naam van het Biltse natuurontwikkelingsgebied Voorveldse polder is 'geleend' van een vergelijkbaar gebied in de omgeving. Dat komt wel vaker voor. Zo zou de nieuwe woonwijk op het Hessingterrein ten zuiden van de Utrechtseweg aanvankelijk Bloeyendael gaan heten, naar een meer naar het westen gelegen, nu nog als park voortlevend landgoed Bloeiendaal. En het PLUS-kantoorgebouw Aerenbergh aan de noordkant van diezelfde Utrechtseweg werd destijds opgetrokken op percelen die nooit deel hadden uitgemaakt van het gelijknamige landgoed Arenberg.
Om te voorkomen dat we al te voorbarig conclusies te trekken, gaan we eerst echter na wat er na 1927 verder gebeurde aan de noordkant van de Utrechtse weg. Heeft de Voorveldse polder zich misschien in oostwaartse richting uitgebreid?

3. Uitsnede uit een kaart van het Waterschap Maartensdijk, behorend bij het Bijzonder Reglement van het waterschap uit 1904. Later zijn met potlood de namen van polders aangegeven, waaronder Voorveldsche polder en Driehoekspolder. Bron: RHC Rijnstreek en Lopikerwaard (7d).

5. Uitsnede uit een kaart met wijzigingen van de grenzen van waterschappen, 1976. Het Waterschap de Biltsche en Zeister Grift werd opgeheven per 15 december 1976. Het resterende gebied ten noorden van de Biltsestraatweg/Utrechtseweg ging over naar het Waterschap Maartensdijk (rood ingekleurd). Ook het buiten waterschapsverband gelegen gebied (rood ingekleurd en gearceerd), waaronder het huidige 'natuurontwikkelingsgebied Voorveldse polder, ging over naar het Waterschap Maartensdijk. Bron: RHC Rijnstreek en Lopikerwaard (7b).

Uitbreiding naar het oosten
Dat is in principe mogelijk als de manier van afwatering is veranderd of als de waterschappen andere grenzen hebben gekregen. Van Beeck Calkoen stelde in de eerder genoemde brief uit 1858 al voor de beide gebieden waarin zijn landen waren gelegen, samen te voegen en van een gezamenlijke waterafvoer door bemaling met een molen te voorzien. Dat zou dus zijn neergekomen op een uitbreiding van de Voorveldse polder naar het oosten.
Kennelijk is het er in zijn tijd niet van gekomen. Zo'n 85 jaar later, tijdens de Tweede Wereldoorlog, waterde het donkergroene gebied van figuur 1 namelijk nog steeds af op het stadswater van Utrecht, ressorteerde het nog steeds onder het waterschap de Biltsche en Zeister Grift en was het er nog steeds veel te nat. Daarom vielen eigenaren en gebruikers van dit gebied in 1944 terug op een oud idee en verzochten ze om hun landerijen voortaan te doen afwateren op de Voorveldse polder (9c).
Alvorens tot actie over te gaan wilde het waterschap Maartensdijk eerst advies inwinnen van het Technisch Bureau van de Unie van Waterschapsbonden. De aanvraag daartoe, die op 15 december 1944 werd verzonden, kwam pas in Haarlem aan op 12 januari; de postbezorging was in de hongerwinter door de oorlogs- en weersomstandigheden uiteraard niet optimaal. Het sturen van een specialist om de voor advisering benodigde opmetingen te kunnen verrichten, bleek geen optie. De laatste auto van het Bureau was in november daarvoor gevorderd en de staat van de fietsen was te slecht om de reis van Haarlem naar Utrecht op verantwoorde wijze te kunnen maken. Bovendien vond men het onverantwoord om iemand met een gezin onder de toenmalige tijdsomstandigheden een reis naar een bestemming zo ver van Haarlem te laten maken. Telefonisch overleg was wel mogelijk, maar dan bij voorkeur via een privénummer; door de schaarste aan brandstoffen was het kantoor van het Bureau na 12.00u niet meer bezet.

4. Uitsnede uit een van de schouwkaarten van het Waterschap de Bildtsche en Zeister Grift, ca. 1910. De kaart toont percelen ten noorden van de Biltsestraatweg/ Utrechtseweg vanaf Fort De Bilt. De toenmalige grens tussen de gemeenten Maartensdijk en De Bilt is aangeduid in geel. De zich thans op die plaats bevindende Werken van Griftenstein dateren uit 1918 en staan dus niet op deze kaart, het woningcomplex Steinenburg en de woningen aan de Steinenburglaan waren er al wel. De percelen die in 1949 overgingen naar het Waterschap Maartensdijk zijn rood ingekleurd. Bron: RHC Rijnstreek en Lopikerwaard (9b).

Polder, park en natuurontwikkelingsgebied
Na de bevrijding bleek het wél mogelijk om te overleggen en uiteindelijk de gewenste verbetering van de afwatering te realiseren. Per 1 januari 1949 werd de grens tussen de waterschappen Maartensdijk enerzijds en de Biltsche en Zeister Grift anderzijds verlegd van de westrand van het te natte gebied (thans Brasserie Vink) naar de oostkant ervan (bij de A27) (8) (zie figuur 4). Tegelijkertijd was zo de grens van de Voorveldse polder naar het oosten opgeschoven. De naam Park Voorveldse polder voor het recreatiegebied in Utrecht dat in de jaren zeventig van de vorige eeuw werd aangelegd tussen de Biltse Rading, de Sartreweg de Biltsestraatweg en de A27 (10), was daarmee 'legaal'. Voor de onderbouwing van de naam 'natuurontwikkelingsgebied Voorveldse polder' was echter nog een verdere uitbreiding naar het oosten nodig.
Die uitbreiding kwam er inderdaad, en wel in 1976. In dat jaar werd het Waterschap de Biltsche en Zeister Grift opgeheven (9a). Tegelijkertijd gingen de gebieden van het waterschap ten noorden van de Utrechtseweg/Biltsestraatweg over naar het Waterschap Maartensdijk. Bovendien werd het gebied buiten waterschapsverband dat nu bekend staat als 'natuurontwikkelingsgebied Voorveldsepolder, onder het gezag van het Waterschap Maartensdijk gebracht (figuur 5). De datum van ingang van deze veranderingen was 15 december 1976.
Lang heeft deze situatie niet geduurd: per 1 januari 1977 werd het Waterschap de Vecht opgericht, waarin het Waterschap Maartensdijk en een groot aantal andere waterschappen in de regio opgingen. Die twee weken onder Maartensdijks bestuur blijken dus genoeg om de naam natuurontwikkelingsgebied Voorveldse polder te rechtvaardigen.


Voetnoten
1. Dienst Landelijk gebied: brochure Start inrichting Voorveldse Polder, 2010; Gemeente De Bilt: Bestemmingsplan Buitengebied-Zuid, 2008; Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden: Bijlagenrapport watergebiedsplan Groenraven-Oost en Maartensdijk, 2008; Provincie Utrecht: Natuurgebiedsplan Kromme Rijngebied, 2001. Rijkswaterstaat: MER A27/A12 Ring Utrecht Tweede fase, 2016, gebruikt Voordorpse polder.
2. Boon, J.G.M. De Utrechtse gemeenten in 1815, in vraag en antwoord. Uitgave: Provincie Utrecht, Utrecht, 1e herdruk 1976 (oorspr.1972).
3. Kaart van de Provincie Utrecht in vier bladen, blad 1, door J.H. Kips en A.A. Nunnink, 1850. Archief Eemland, kaartnummer 1001-483.
4. Grote Historische Atlas van Nederland. I. West-Nederland 1839-1859, Groningen 1990.
5. Regionaal Historisch Centrum (RHC) Vecht en Venen. Toegang 1454, Waterschap Maartensdijk, No 4.
6. topotijdreis.nl
7. RHC Rijnstreek en Lopikerwaard, Waterschap Maartensdijk, toegangsnr. H027, inv.nrs. a.37; b. 38; c. 59; d. 1010.
8. Bijzonder reglement voor de waterschappen de Biltsche en Zeister Grift en Maartensdijk. Het Utrechts Archief toegangsnr. 1201, inv.nrs. 2519 en 2613.
9. RHC Rijnstreek en Lopikerwaard, Aanvulling Archief Waterschap de Biltsche en Zeister Grift, toegangsnr. 311, inv.nrs. a. 27; b. 43; c. 63.
10. Gemeente Utrecht: Bestemmingsplan Rijnsweerd, Maarsschalkerweerd, z.j.