Kees Floor, Sint Maerten, mei 2018.
Aan de noordzijde van de Dorpsweg bevinden zich in de Maartensdijkse Praamgracht drie schutten. Ze bestaan uit gemetselde walkanten met gleuven, waarin een houten schot, het zogeheten valschut, op en neer kan worden bewogen. Het daartoe dienende mechanisme wordt gevormd door een ijzeren juk met een afdakje, een ronddraaiende as en een handwiel. De schutten werden vermoedelijk gebouwd en/of vernieuwd in de negentiende eeuw in opdracht van de polder of het Waterschap Maartensdijk.
![]() |
![]() |
![]() |
Beeldbank Rijksdienst voor het Cultureel
Erfgoed, objectnummer 190944. Dec 1977.
|
Beeldbank Rijksdienst voor het Cultureel
Erfgoed, objectnummer 190946. Dec 1977.
|
Beeldbank Rijksdienst voor het Cultureel
Erfgoed, objectnummer 322268. 28 mei 1996.
|
Maartensdijkse Dwarsvaart
De schutten vormden een onderdeel van het systeem van waterbeheersing van het
gebied. Het Waterschap omvatte vanaf de jaren zestig van de negentiende eeuw
vrijwel de hele gemeente Maartensdijk (1) en delen van De Bilt en de stad Utrecht.
In het noordoosten zijn er hoogteverschillen, een gevolg van de nabijheid van
de Utrechtse Heuvelrug. Het westelijk deel van het waterschap bestaat uit vlakkere
landbouwgronden, tegenwoordig vooral weilanden. Het geheel waterde in het zuidwesten
af op de Vecht; het door het waterschap af te voeren overtollig water moest
dus van noordoost naar zuidwest afvloeien. Dat gebeurde onder andere door de
Maartensdijkse Dwarsvaart (Praamgracht) (2,4). De schutten dienden om de waterstanden
in de vaart, die eertijds ook voor het vervoer per schip werd gebruikt, te regelen.
De drie schutten langs de Dorpsweg staan onder andere vermeld op een staat van
eigendommen en kunstwerken die door het waterschap Maartensdijk moesten worden
onderhouden uit 1966 (5). Op een verre voorganger van die lijst uit1836 (6),
staan langs de Dorpsweg meer naar het oosten echter nog twee andere schutten
vermeld: een bij de Aanlegsteeg (figuur 1, schut No 1) en een bij Rustenhoven
(in 1904 niet meer aanwezig, dus niet aangegeven op figuur 1). Uit kaarten met
hoofdwatergangen (8) of lengteprofielen (9) uit 1840 blijkt dat het schut bij
de kerk dubbel was uitgevoerd en dus in feite een schutsluis is; de ruimte tussen
de beide schutten staat dan ook vermeld als 'de Kolk' (figuur 2). Op een van
de kaarten is een van beide schutten bij de Kolk overigens later met de hand
doorgehaald en op latere kaarten, zoals die van figuur 1 uit 1904, is er van
de Kolk niets meer terug te vinden.
In de jaren zestig van de negentiende eeuw werden nog twee schutten bijgeplaatst
(6): een bij de Laan van Ridderbosch of Beukenburgsche Laan (thans Julianalaan/Prinsenlaan)
(1860) en een tweede tussen de kerk en de Tolakker (1864).
![]() |
![]() |
|
|
Groote Vaart en Zwarte Water
De Dorpsweg, soms ook aangeduid als Kerkdijk of (Maartensdijkse) Kerkweg (11,
zie ook figuur 1) was niet de enige plek waar schutten werden geplaatst, al
lagen ze daar wel het dichtst bij elkaar. Ook elders langs de hoofdwatergangen
waren ze te vinden. De belangrijkste route voor het water was vanaf Eyckenstein
- of eigenlijk vanaf de waterscheiding langs de Vuursche Steeg in Bilthoven
- door de Maartensdijkse Dwarsvaart (Praamgracht), de Groote Vaart (Maartensdijkse
Vaart) en het Zwarte Water naar de Vecht. Daar bevonden zich vanaf het gemeentehuis
van Maartensdijk stroomafwaarts nog eens vijf schutten: een bij de Tolakker
(figuur 1, schut nr.7), een aan de Nieuwe Wetering, een aan de Groene Kan (in
1839 vervangen door een nieuw, iets noordelijker gelegen schut) en twee in Utrecht
vlak bij de Vecht (Keizersgracht en Zwarte Water), aan weerszijden van het punt
waar de Oosterstroom in het Zwarte Water uitmondt (Gruttersdijk hoek Keizersgracht).
De beide zogeheten vechtschutten zijn nog in tact, evenals het schut van de
gemeente Utrecht in de Oosterstroom dat het stadswater scheidde van het Maartensdijks
water.
Overige dwarsvaarten
De schutten stonden niet alleen in de genoemde wateren, maar ook in de weteringen
die daarop uitkwamen. Zo waren er in de Nieuwe Weteringse Dwarsvaart (Nieuwe
Wetering) drie, inmiddels verdwenen schutten: een bij de uit 1700 stammende
boerderij Den Babel, een tweede tegenover Beukenburg en een derde ergens daartussenin.
In de Groenekanse Dwarsvaart (Bisschopswetering of Oude Wetering, langs de Groenekanseweg)
stond een schut in de buurt van de Beukenburgerlaan en de spoorlijn naar Amersfoort;
het werd in 1992 op verzoek van de Nederlandse Spoorwegen naar zijn huidige,
meer westelijke positie verplaatst. Rond 1840 kwam er nog een tweede, niet meer
bestaand schut in deze dwarsvaart in de buurt van de Nieuwpoortshoeve.
Het schut in de Blauwkapelse Dwarsvaart of Blauwkapelse Wetering nabij Fort
Blauwkapel aan de Voordorpsedijk (bij huisnummer 2) is nog aanwezig. De schutten
in de Achterweteringse Dwarsvaart (Achterwetering), de Achterweteringse Vaart
(Groenedijkse Vaart) en de Kooiwetering (langs de Kooidijk) zijn echter verdwenen.
In de Achterweteringse Vaart stond een schut aan de noordkant van de vaart bij
de Achterweteringse brug. Het schut in de Kooiwetering stond aan het oostelijke
uiteinde van de vaart vlak voor de Achterweteringse Vaart. In 1884 kwam er in
de Kooiwetering een tweede schut; het schut bij Rustenhoven werd daarnaartoe
verplaatst.
Meer Maartensdijkse schutten
De staten van eigendommen van het waterschap Maartensdijk (5) vermelden nog
meer schutten, alle gelegen in de stad Utrecht. (figuur 3). Zo waren er twee
schutten bij het Haverland (waar het Zwarte Water/Raiffeisenlaan uitkomt bij
de Prof. Jordanlaan) (figuur 4), een nog bestaand, destijds onder gezamenlijk
toezicht van de Gemeente Utrecht en het waterschap staand schut in de Koekoeksvaart
(thans bij de Snelliuskade/Nieuwe Koekoekstraat), een in 1967 afgebroken 'schut
bij Koningslust' (figuur 5), en nog twee in 1895 vervallen schutten. Rond 1870
kwam er een schut in de uitwatering van de Voorveldse polder bij Pelkenspoortje
(Pellecussenpoort, bij Lauwerecht 179, Utrecht), even ten noorden van de plek
waar het Zwarte Water in de Vecht uitmondt (12). Dit schut werd in 1948 samen
met het schut in de Koekoeksvaart overgedragen aan de gemeente Utrecht.
Naast de genoemde schutten waren er ook exemplaren die particulier eigendom
waren. Zo was er een schut bij Persijn in Maartensdijk en een aan het Leyensepad
in Groenekan. Laatsgenoemd houten schut werd rond 1900 gebouwd in opdracht van
Jonkheer Twiss Quarles van Ufford om het water in zijn eendenkooi op peil te
houden (13).
![]() |
![]() |
|
|
Schutwachters
De schutten werden bediend door schutwachters die benoemd werden door het waterschap.
Vaak waren het boeren uit de omgeving. Ze beheerden de sleutels en moesten ervoor
zorg dragen dat de schutten zo kort mogelijk open stonden en niet beschadigd
raakten (14). Als er in de polders te weinig water was of als het water in de
Vecht te hoog stond, werden de schutten gesloten gehouden. De schutten in het
Haverland en bij Koningslust waren het gehele zomerhalfjaar dicht. De uitwatering
bij Pellecussenpoort mocht het gehele jaar door niet door de scheepvaart gebruikt
worden. (15)
De schutwachters ontvingen voor hun werk van het waterschap een bezoldiging,
waarvan de hoogte afhing van de hoeveelheid werk die ermee was gemoeid. De bedragen
liepen uiteen van 3 tot 50 gulden per jaar (16). Jacob Schoo, die in 1913 werd
benoemd tot schutwachter bij de Koekoeksvaart, was het beste af; hij kreeg het
maximumbedrag. A. van Kooten daarentegen was vanaf 1925 onbezoldigd schutwachter
van de schutten in Maartensdijk en kreeg dus niets.
Achttienhoven en Westbroek
Schutten van eenzelfde ontwerp als gebruikt in het Waterschap Maartensdijk zijn
binnen de grenzen van de huidige gemeente De Bilt ook nog te zien in het gebied
van de voormalige, meer naar het westen gelegen waterschappen Achttienhoven
en Westbroek. Ze staan ook vermeld op kaarten of in de staten van eigendommen
van de beide waterschappen (17). In Achttienhoven staan ze in de wetering in
het dorp bij Dr. Welfferweg 48, ook aangeduid als Hendrikschut, langs het Achttienhovense
deel van de Kooidijk bij huisnummer 5 en - thans in de gemeente Utrecht - langs
de Gageldijk in de buurt van Fort de Gagel. In Westbroek gaat het om een schut
aan de Kerkdijk bij huisnummer 70. Een tweede schut bij het dorp in de Kerkeindse
Vaart (burgemeester Huydecoperweg) (figuur 6), is verdwenen.
![]() |
![]() |
|
|
Noten:
1. Maartensdijkse gemeentegrenzen volgens de situatie van 1830 tot 1954.
2. We gebruiken van hier af de terminologie van het Waterschap Maartensdijk,
zoals gehanteerd in de reglementen en keuren [zie (3), inv. nr. 37]; tussen
haakjes staat een thans gebruikelijke naam.
3. Regionaal Historisch Centrum Rijnstreek en Lopikerwaard, Waterschap Maartensdijk,
toegangsnr. H027.
4. Soms wordt op kaartmateriaal ook de gemakkelijk tot verwarring leidende aanduiding
Maartensdijkse Vaart gebruikt, bijvoorbeeld (3), inv. nrs. 1012 en 1013.
5. (3), inv. nr. 39.
6. Staten van eigendommen, (3), inv. nr. 59.
7. kaart (3), inv. nr. 1009; reglement (3), inv. nr. 37; beschrijving schutten
(3), inv. nr. 59.
8. (3), inv. nr. 1013.
9. (3), inv. nr. 1012.
10. (3), inv. nrs. 1001, 1003, 1004, 1008-1010 en Het Utrechts Archief, Provincie
Utrecht, toegangsnr. 80, inv. nrs. 318-320.
11. (3), inv. nr. 1036.
12. (5) en (3), inv. nr. 1022.
13. Kruidenier, M. en J. van der Spek: Maartensdijk, geschiedenis en architectuur,
Zeist/Utrecht 2000.
14. Instructies voor de schutwachters, (3) inv. nr. 57.
15. Reglementen en keuren, (3), inv. nr. 37.
16. Notulen 25 juni 1909, (3), inv. nr. 1036; Naamlijst schutwachters (3), inv.
nr. 58.
17. Archief Waterschap Amstel, Gooi en Vecht, Waterschap Achttienhoven, toegang
56, inv. nrs 87 en 240; Waterschap Westbroek, toegang 64, inv. nrs 471 en 514.