![]() |
![]() Kees Floor, Zenit juni 2010 |
Midden april werd boven grote delen van Noord-Europa alle vliegverkeer stilgelegd. De sluiting van het luchtruim was noodzakelijk door de aanwezigheid van vulkanische as in de atmosfeer. Een vlucht door een aswolk is voor het vliegverkeer gevaarlijk, doordat deze onder andere kan leiden tot uitval van straalmotoren en ontregeling van vitale instrumenten van het toestel.
De vulkanische as die in april boven Noordwest-Europa zweefde,
was afkomstig van de Eyjafjallajökull; deze 1666 meter hoge vulkaan in het
zuiden van IJsland kwam op 20 maart 2010 voor het eerst in bijna 190 jaar
tot uitbarsting. De erupties waren van tevoren al aangekondigd door een serie
aardbevingen begin maart. De bevingen ontstonden steeds dichter bij het aardoppervlak.
Tegelijkertijd kwam het maaiveld in de omgeving 4 centimeter omhoog, wat erop
wijst dat het magma onder de vulkaan in beweging was. De vorige uitbarsting
begon in 1821 en duurde een jaar. Eerdere uitbarstingen vonden plaats in 1612
of 1613 en ongeveer 920 na Chr.
Op 14 maart vertoonde de Eyjafjallajökull een explosieve eruptie. De uitbarsting
was overigens niet uitzonderlijk en valt in het niet bij bijvoorbeeld het
geweld van de uitbarsting van de Pinatubo op de Filipijnen in 1991; wel kwam
er veel vulkanische as in de lucht terecht door de wisselwerking van het hete
magma en het ijskoude ijs. De gevolgen waren echter ongekend; nooit eerder
lag het vliegverkeer over zo'n groot gebied zo lang plat.
De uitstoot van de Eyjafjallajökull bereikte een hoogte van 11 kilometer.
Bij de uitbarsting kwamen zoals gebruikelijk niet alleen zure aerosolen en
gassen als zwaveldioxide en koolstofdioxide vrij (zie ook het artikel over
vervuiling door vulkanen, elders in dit blad), maar ook vulkanische as. De
as is geen product van verbranding, wat de naam suggereert, maar keiharde,
verpulverde rots. Ook lost de as niet op in water, is hij een onovertroffen
schuurmiddel, tamelijk agressief en indien nat een goede geleider.
Vulkanische as is een mengsel van vulkanisch glas, snel afgekoelde uitgestoten
magma, en verpulverd gesteente; alle asdeeltjes zijn kleiner dan 2 millimeter,
ongeveer de grootte van zandkorrels. Kleine asdeeltjes zijn soms minder dan
een duizendste millimeter in doorsnee. De as komt vaker vrij tijdens explosieve
vulkaanuitbarstingen. De wind voert vooral de kleine deeltjes tientallen tot
duizenden kilometers mee.
![]() |
![]() |
|
|
Eerste vulkaanwaarschuwing
Het satellietbeeld van figuur 1 toont de situatie op 15 april, een dag na het
begin van de explosieve uitbarstingen. Het KNMI in De Bilt gaf op die dag voor
het eerst in zijn bestaan een luchtvaartwaarschuwing uit voor vulkanische as
(figuur 1b). Het satellietbeeld is gebaseerd op gegevens van de Moderate Resolution
Imaging Spectroradiometer (MODIS) op de Amerikaanse satelliet Terra. De aswolk
breidt zich uit naar het zuidoosten in de richting van de Britse Eilanden, Scandinavië
en de Noordzee. De vulkanische as is zichtbaar als een wazige, bruine band die
zich uitstrekt van de vulkaan in IJsland over de Faeröer en ten noorden
van Schotland langs naar Noorwegen. Vermoedelijk is de wolk groter, maar zijn
de concentraties aan de randen lager, zodat de vulkanische as niet overal te
onderscheiden is. Nederland en België hebben op dat moment nog niet te
maken met de aswolk, al is hij daarheen wel onderweg.
![]() |
![]() |
|
|
De ligging van de aswolk is ook terug te vinden in andere satellietmetingen,
bijvoorbeeld die van het instrument GOME-2 op de Europese Metop-satelliet en
de OMI op de Amerikaanse satelliet Aura.. Hoge waarden van de zogeheten aerosolindex,
weergegeven in figuur 2a, hebben rode tinten en duiden op hoge concentraties
van deeltjes in de atmosfeer. De figuur geeft, net als het satellietbeeld van
figuur 1, de situatie op 15 april.
Nog weer een dag later heeft de vulkanische as Nederland bereikt, zoals het
satellietbeeld van figuur 3 laat zien. De wazige bruine band met vulkanische
as is het duidelijkst zichtbaar boven de Noordzee voor de Hollandse kust; hij
strekt zich vandaar over de Flevopolders verder uit in oostelijke richting.
De as kleurt ook dikkere bewolking boven Duitsland en Polen bruin.
![]() |
|
Aswolk op weg naar Nedeland en België.
Bron: ESA.
|
|
De groen-bruine tinten van de Noordzee die zich voordoen vanaf de monding van
de Thames naar het noordoosten, staan los van de vulkaanuitbarsting; ze worden
veroorzaakt door sediment en algen in het zeewater.
De stapelwolken boven Engeland, Nederland, Duitsland en Denemarken ontstaan
doordat de lucht die met een noordelijke stroming wordt aangevoerd, boven land
opwarmt. De opgewarmde lucht stijgt op, zet uit, koelt af en raakt oververzadigd,
zodat druppelvorming en dus wolkenvorming optreedt. De stapelwolken organiseren
zich eerst in lange rijen, de zogeheten wolkenstraten. Verder landinwaarts ontstaat
een patroon van witte vlekken of watten. Een dergelijk patroon is in het voorjaar
en het begin van de zomer vaker op satellietbeelden te zien bij aanvoer van
de lucht over zee.
Ook de dagen erna bleef de Eyjafjallajökull actief. Zo toont het satellietbeeld
van figuur 4 IJsland en delen van de Atlantische Oceaan op 17 april. De uitstoot
van de vulkaan zit op twee verschillende niveaus. De smalle, compacte pluim
ligt hoger dan de diffuse aswolk eronder en werpt daarop zijn schaduw. Boven
IJsland bevindt zich vrijwel geen bewolking; daardoor is goed te zien dat er
op de meeste plaatsen nog sneeuw ligt. De bewolking die er toch nog is, onderscheidt
zich qua tint nauwelijks van de onderliggende, witte sneeuwlaag.
![]() |
![]() |
Actieve vulkanen in de laatste 10.000
jaar. Bron: Smithsonian Institute
|
Actieve en mogelijk actief wordende vulkanen (driehoeken), vulkanen waarbij vliegtuigen in vulkanische as terecht kwamen (cirkels) en door vulkanische as tijdelijk gesloten luchthavens (vierkanten). Periode 1973-2000. |
Gevaren voor het luchtverkeer
Verspreid over de aarde liggen ongeveer vijftienhonderd jonge vulkanen. Daarvan
zijn er elk jaar zo'n zestig actief. De omvang en hevigheid van de erupties
loopt sterk uiteen. Kleine erupties komen geregeld voor, grotere erupties zijn
veel zeldzamer. Een vulkaanuitbarsting duurt een paar minuten tot enkele tientallen
uren. Een actieve periode kan maanden tot jaren duren.
Tijdens uitbarstingen komt vaak vulkanische as vrij. Deze as, die niet op de
radar van een vliegtuig is te zien, bekrast en beschadigt door zijn hardheid
en door de hoge snelheid waarmee hij wordt ingevangen, de ramen van de cockpit
en andere windvangende delen van vliegtuigen. Tegelijkertijd laten onmisbare
instrumenten het afweten. Verder neemt het vermogen van de motoren af en soms
vallen die zelfs geheel uit. De zwaveldioxide en koolstofdioxide uit de aswolk
'verstikken' namelijk de motoren, die daardoor te maken krijgen met 'zuurstofgebrek'.
Lucht die vulkanische as bevat, is bovendien minder samendrukbaar dan zuivere
lucht. Het smeltpunt van het glasachtig materiaal in de aswolk ligt lager dan
de temperatuur in moderne straalmotoren. Daardoor smelt een deel van de vulkanische
as, om zich vervolgens elders in de motor af te zetten.
Uit de afgelopen dertig jaar zijn ongeveer 100 voorvallen bekend van vliegtuigen
die met een aswolk te maken kregen. In 1991, het jaar van de uitbarsting van
de Pinatubo op de Filipijnen, waren er zelfs 25 meldingen. Ook in april van
dit jaar raakten NAVO-vliegtuigen beschadigd door vulkanische as van de Eyjafjallajökull;
daarnaast werd na hervatting van de reguliere lijnvluchten op diverse vliegtuigen
vulkanische as aangetroffen.
Verscheidene veelgebruikte vliegroutes gaan over gebieden met actieve vulkanen,
zoals IJsland, Zuidoost-Azië en de zogeheten Pacifische ring. Naar schatting
bevindt zich op ongeveer twintig dagen per jaar ergens in de vliegroutes boven
10 km hoogte vulkanische as.
Verwacht wordt dat het vliegverkeer over gebieden met actieve vulkanen in de
toekomst alleen maar zal toenemen. Ook komen er vaker tweemotorige toestellen
voor de lange afstand. In de grotere motoren die daarbij worden toegepast, ligt
de temperatuur hoger, wat ze gevoeliger maakt voor vulkanische as. Verder moeten
vliegtuigen met twee motoren zich steeds op hooguit 3½ uur vliegen van
de dichtstbijzijnde luchthaven bevinden. Als er luchthavens gesloten zijn door
aswolken in de buurt of door as op het veld, kunnen hele vliegroutes voor dergelijke
toestellen gesloten worden.
![]() |
|
|