Rivieren van zand
Kees Floor, Het Weer Magazine juli 2015

De woestijnen van noordelijk Afrika bevatten gigantische hoeveelheden zand, waarvan elk jaar naar schatting 800 miljoen ton in de dampkring terecht komt. Dat is 70% van de totale hoeveelheid zand die alle woestijnen gezamenlijk aan de atmosfeer leveren. Ook is het zes maal zoveel als de uitstoot van de woestijnen van Azië, de op een na grootste zandleverancier. Het zand wordt meegevoerd door de wind, die het vaak tot buiten de grenzen voert van het continent waar het vandaan komt. Soms bereikt het Saharazand met een langgerekte, zuidelijke luchtstroming Nederland, Groot-Brittannië of Scandinavië. Het leeuwendeel van het zand dat Afrika verlaat, trekt echter naar het westen, richting Atlantische Oceaan. Daardoor baden de Canarische Eilanden en Kaapverdië af en toe in het Saharazand. Wel zal onderweg een deel ervan, vooral bestaande uit de grotere en daardoor zwaardere zandkorrels, verloren zijn gegaan en in zee terecht zijn gekomen.

2. Dezelfde stofrivier een dag later
volgens metingen van de OMPS, 25 juni 2014. Bron: NASA. (groter)

1. Een rivier van stof rolt zich uit van West-Afrika richting het noordoosten van
Zuid-Amerika. VIIRS-beeld van 24 juni 2014. Bron: NASA.

3. Artist impression van het stoftransport vanuit de Sahara naar Zuid-Amerika,
gebaseerd op satellietmetingen. Bron: NASA.

Rivier van zand
De 'zandrivier' die zich vormt als het door harde of stormachtige woestijnwinden opgewoelde zand in een geruime tijd aanhoudende, sterke oostelijke luchtstroming terecht komt, houdt geen halt bij de genoemde eilandengroepen. Bij de grotere zanduitbraken trekt het zand en stof, althans het deel ervan dat niet door het eigen gewicht in zee stort of door regen wordt uitgewassen, gemakkelijk de Atlantische Oceaan over. De eindbestemming wordt dan Florida, het Caribisch gebied, het noordoosten van Zuid-Amerika of zelfs het Amazonegebied, waar jaarlijks zo'n 40 miljoen ton Saharazand terecht komt. Zo'n zandrivier kan soms weken in stand blijven zonder 'droog' te vallen. De uitbraken van Saharazand vinden het hele jaar door plaats. In de late lente of de vroege zomer stroomt de zandrivier wat noordelijker, richting Barbados en Florida. In de winter valt de aanvoer van zand daar doorgaans vrijwel stil; het zet dan koers naar Frans Guiana, Suriname en het Amazonegebied.

Metingen
Dat het Saharazand de Atlantische Oceaan inderdaad kan oversteken, wordt onder andere bevestigd door de metingen van waarneemstations zoals Barbados, Puerto Rico, Guadeloupe, Miami (VS) en Cayenne (Frans Guyana). De meetreeks van Barbados is het langst; stofconcentratiemetingen van die locatiezijn beschikbaar vanaf 1965. De metingen laten zien dat er grote verschillen kunnen optreden tussen de verschillende jaren. De stofconcentraties zijn in sommige jaren zelfs twee maal zo hoog als in andere jaren. Aan het eind van de jaren zestig van de vorige eeuw waren de concentraties laag; tegelijkertijd liep in West-Afrika een natte periode op z'n eind. In de jaren 70 nam het zandtransport sterkt toe, nadat de droogte in de Sahel had toegeslagen. De droogte duurde voort tot in het begin van de jaren 80 en het zandtransport bleef op een hoog niveau. Er leek een duidelijk verband te bestaan tussen de hoeveelheid neerslag in West-Afrika en de omvang van het zandtransport. De afgelopen dertig jaar namen de regenhoeveelheden weer toe en trad er een zekere vergroening van het gebied op. Het zandtransport zakte echter niet terug naar het niveau van voor de droogteperiode en het aanvankelijk gevonden verband tussen neerslaghoeveelheden in West-Afrika enerzijds en de omvang van het zandtransport anderzijds bleek helemaal niet meer te gelden. Ook met andere verschijnselen die optreden in de stromingspatronen van de atmosfeer, zoals El Niño, kon geen verband worden gevonden. Kennelijk is het mechanisme achter het zandtransport nog niet begrepen, wat het moeilijk maakt om te voorspellen wat we de komende jaren of decennia in dit opzicht tegemoet kunnen zien.

Satellietbeelden
Het zandtransport van West-Afrika naar Amerika kan ook worden gevolgd met metingen vanuit satellieten. Het gemakkelijkst te interpreteren zijn de satellietbeelden in natuurlijke kleuren; die zijn op dit moment beschikbaar van het VIIRS-instrument op de Amerikaanse aardobservatiesatelliet Suomi NPP en van het MODIS-instrument op de oudere zustersatellieten Terra en Aqua. Op de plaatsen waar het woestijnzand door de heersende luchtstroming over de oceaan naar het westen wordt getransporteerd, zien we op de beelden van deze instrumenten een bruin waas.
De beelden bij dit artikel zijn van een zand- en stofuitbraak van de afgelopen zomer. Het zand waait vanuit Mauretanië, Senegal en de westelijke Sahara de Atlantische Oceaan op. Op het VIIRS-beeld van 24 juni 2014, samengesteld uit metingen die werden verzameld tijdens verscheidene, opeenvolgende omlopen van de Amerikaanse aardobservatiesatelliet Suomi NPP, lijken de Canarische Eilanden de dans te ontspringen, maar Kaapverdië krijgt de volle laag. De koers is west en gericht op Zuid Amerika en de Golf van Mexico. De zandrivier loopt min of meer evenwijdig aan de zogeheten intertropische convergentiezone, het gebied in de buurt van de evenaar waar de noordoostpassaat van het noordelijk halfrond en de zuidoostpassaat van het zuidelijk halfrond samenkomen en dat gemarkeerd wordt door talrijke buien.
Aardobservatiesatellieten doen echter meer dan op gewone foto's lijkende beelden produceren. Zo verrichten ze ook metingen van onder andere het aantal zand-, rook- en stofdeeltjes, zogeheten aerosolen, in de atmosfeer. Een van de instrumenten die dergelijke metingen vanuit de ruimte verricht, is de OMPS op de Suomi NPP, het satellietplatform waarop ook de eerdergenoemde VIIRS opgesteld is. Bijgaande figuur van 25 juni 2014 laat zien waar veel aerosolen zitten. De in West-Afrika ontspringende zandrivier is erop goed te volgen. Ook is duidelijk dat het Saharazand op het punt staat Zuid-Amerika binnen te dringen.

Impact
De aanvoer van Saharazand, die, zoals geologen in Florida constateerden, al minstens duizenden jaren moet hebben plaatsgevonden, heeft allerlei gevolgen voor de gebieden in Amerika waar het terecht komt. Zo bevat het voedingsstoffen die de vegetatie een stimulans kunnen geven. Vooral in het Amazonegebied is een voortdurende aanvoer van nieuwe voedingsstoffen van belang, omdat slagregens daar nog al eens vruchtbare grond wegspoelen.
De voedingsstoffen uit de Sahara komen overigens niet altijd goed terecht. In de wateren rond Florida dragen ze bij aan de ontwikkeling van zogeheten rood tij, een bloeiperiode van giftige algen. Het gebied is normaliter een hot spot voor visserij, aquacultuur en toerisme, die alle aanzienlijke schade kunnen oplopen tijdens een periode van rood tij. Het toerisme krijgt nog een extra klap te verwerken als de koraalriffen in die regio afsterven. Men denkt dat veel van de ziekteverwekkers die de koraalriffen aantasten, vanuit Afrika meeliften met het Saharazand.
Stof in de lucht is verder minder prettig voor de bewoners van de gebieden die ermee te maken krijgen en die de lucht die het Saharastof bevat, moeten inademen. Het leidt tot irritaties van de luchtwegen. Daardoor komt er in de Cariben net zo veel astma voor als elders in stedelijk of door industrie gedomineerd gebied.
De stofrivier heeft ook gevolgen voor het weer. Dat de regen die woestijnzand bevat, een bruine of soms wel roodachtige tint krijgt en daardoor bekend staat als bloedregen, is nog niet eens zo erg. De stofdeeltjes grijpen echter ook in in de processen die leiden tot de vorming van wolken en neerslag. Tijdens een meetcampagne in Florida bleken de buienwolken in lucht met Saharastof kleinere, maar dikkere aambeelden te hebben dan normaal; de stijgbewegingen die optraden waren heftiger en het regende intenser, maar korter uit zo'n bui. De afwijkende eigenschappen van de aambeelden van de buienwolken hebben ook gevolgen voor de warmtehuishouding van de aarde en dus voor het klimaat.
Het Saharastof en -zand in de lucht schermt verder het aardoppervlak enigszins af tegen binnenkomende zonnestraling. Het oceaanwater eronder warmt onder de stofsluier minder op en het wordt voor tropische storingen moeilijker om uit te groeien tot een volwaardige hurricane.
Het transport van Saharastof heeft dus allerlei gevolgen voor gezondheid, leefomgeving en weer, die ons nieuwsgierig maken naar wat we er in de toekomst kunnen verwachten. Omdat we nog niet precies begrijpen welke rol het stof precies speelt en hoe het wordt opgewekt en getransporteerd, zal er nog veel onderzoek nodig zijn om onze nieuwsgierigheid te bevredigen.