De zeeslag voor Egmond
Kees Floor, Geestgronden december 2018

Op 11 oktober 1797 was het in Egmond een hels kabaal. Vanaf twaalf uur waren er al kanonschoten te horen, maar vooral tussen een en twee uur 's middags ging het om aanhoudend, hevig kanongebulder. Ook elders in de buurt van de Hollandse kust was het lawaai volgens de dagbladen uit die tijd goed te horen, bijvoorbeeld in Haarlem (1a), Den Haag (2) en Leiden (3). Wat was er aan de hand?

Zeeslag
Een verslag van secretaris Peter Vuyst, opgesteld op 12 oktober namens de maire (burgemeester) van Egmond aan Zee, licht een tipje van de sluier op (4a).
Om 11 uur 's ochtends ontdekten we in het zuidwesten de Bataafse vloot, zo schreef hij. Enkele minuten later doemde vanuit het noordwesten de Engelse vloot op. Toen onze vloot zag dat het de Engelsen waren, ging ze in linie varen en wachtte ze de Engelsen op. De beide vloten ontmoetten elkaar voor de kust van Egmond aan Zee, naar schatting anderhalve mijl van de wal. We volgden het gevecht met verrekijkers; onze admiraal loste het eerste schot, waarna het gevecht losbrandde. Voor zover we konden zien, moesten twee Engelse schepen wijken en nog geen uur daarna trokken de Engelsen weg van onze vloot, zodat de Bataven aan de winnende hand bleven. Volgens opgave van Egmonder vissers zou het Engelse admiraalschip gezonken zijn. Wij zelf hebben een Engels schip zien ronddobberen zonder masten. Volgens een visser had schout-bij-nacht Samuel Story 20 doden en 40 gewonden. Door het slechte weer konden we echter lang niet alles zien. We hebben wel de indruk dat de Hollanders zich dapper geweerd hebben. Tot zo ver Egmonder Peter Vuyst.
Een dag later, op 13 oktober, deed J. Hooglant, inwoner van Den Helder, zijn verhaal (4a). Hij is aanzienlijk minder optimistisch over de afloop van het gevecht dat zich naar zijn zeggen 'dwars van Egmond aan Zee' had plaatsgevonden. Er dreven veel wrakken in zee, twaalf schepen werden nog vermist en de binnengelopen schepen waren alle zwaar beschadigd. De Amsterdamse Courant vermelde in de rubriek Zee-tijding eveneens dat de beide vloten dwars voor Egmond met elkaar slaags waren geraakt (5).
Op 14 oktober stelde de Schout-bij-Nacht Story, die naar Texel had kunnen ontkomen, op zijn schip de Staten Generaal een rapport op over de gebeurtenissen (6). Hieruit blijkt onder andere dat hij de vijand in het vizier kreeg toe hij zich op 2,5 mijl ten westzuidwesten van Egmond bevond. Hij karakteriseerde het gevecht als misschien wel de hevigste strijd die ooit op zee werd uitgevochten.


1. 'Zeeslag, tussen de Bataafsche en Engelsche vlooten op de hoogte van Egmond, den elfden october 1797. Het midden van het gevecht'. Prent gemaakt door Reinier Vinkeles naar een tekening van Gerrit Groenewegen uit 1798. Bron: Beeldbank Studio Rijksmuseum RP-P-OB-86.637.

De slag bij Egmond
Er zijn meer bronnen uit die tijd die verwijzen naar een zeeslag bij Egmond op 11 oktober 1797. Zo lezen we in de Goudase Courant van 18 oktober dat de Bataafse vloot, toen ze zich op 2 kilometer afstand van Egmond bevond, de Engelsen in het vizier kreeg (7). De Friesche Courant van 21 oktober wijdde de hele voorpagina aan de zeeslag, die volgens de berichtgeving van die krant op 2,5 mijl van Egmond werd uitgevochten (4b). Volgens diverse bronnen (1b, 4b, 8b) was er in de zitting van de Nationale Vergadering in Den Haag van 25 oktober onder andere voorgesteld een gedenkteken op te richten op een van de hoogste duinen tussen Wijk-op-Zee en Egmond in het gezicht van het slagveld. Eerder al had de Opregte Haarlemse Courant geschreven dat de strijd was uitgevochten tussen Wijk-op-Zee en Egmond (1a). Ook in de Onverwachte Courier van 31 oktober komt de Slag bij Egmond op Zee voorgevallen aan bod (9).
In een rapport van de marine over de gebeurtenissen op 11 oktober (10) situeert schout-bij-nacht Johan Arnold Bloys van Treslong, de commandant van het meevechtende linieschip Brutus, het zeegevecht op 3 mijl uit de kust van Egmond. Andere kustplaatsen, zoals bijvoorbeeld Camperduin of Wijk-op-Zee, worden in het verslag niet genoemd.
Gerrit Groenewegen maakte in 1797 of 1798 enkele tekeningen van het verloop van de 'Zeeslag, tussen de Bataafsche en Engelsche vlooten op de hoogte van Egmond' (Afb. 1). Geschiedschrijver Van der Aa bespreekt in diverse publicaties die verschenen tussen 1800 en 1810 de gebeurtenissen als de 'Zeeslag voor Egmond'. Zijn collega De Jong meldt in zijn in 1861 uitgegeven uitgebreide versie van het verhaal dat de Bataafse vloot vlak voor het begin van de strijd 'op vier mijlen dwars van de wal zeilde tusschen Kamperduin en Egmond aan zee' (11).
Hoewel het verloop van de zeestrijd voor de Bataven desastreus was geweest, liet het Committé tot de Zaaken van de Marine in zijn rapport uit 1797 aan de Nationale Vergadering, representerende het Volk van Nederland, de moed niet zakken. Het gevecht werd gekenmerkt door de schoonste trekken van fiere heldenmoed en onwrikbare dapperheid. In de strijd waren ook nog eens de krijgsdeugden en de vaderlandsliefde zichtbaar waarmee onze voorouders zo goed bedeeld waren geweest. De zeeslag had de roem van de Bataafsche Natie onder de volken van Europa dan ook bevestigd, aldus het verslag (10). Des te opvallender is het dat we van die zeeslag bij Egmond in later tijden nauwelijks nog iets hebben vernomen.


2. De Engelse en de Bataafse vloot voor de Hollandse kust, vijf minuten voor het begin van de zogenoemde 'slag bij Kamperduin', 11 oktober 1797. De Engelse schepen zijn aangeduid met letters, de Bataafse met cijfers. Een T achter het cijfer betekent dat het schip door de Engelsen op de Bataven is veroverd. Bron: Camperdown (12).

The battle of Camperdown
Een overzicht van de situatie voor de Hollandse kust op 11 oktober 1797 geeft figuur 2, ontleend aan een biografie van overwinnaar admiraal Duncan, honderd jaar later geschreven door een van zijn nazaten. Op de ochtend van de dag van de strijd koerste de Nederlandse vloot naar het noorden; reeds voor Egmond was de tegenstander duidelijk in beeld. Vandaar: de slag bij Egmond. De Engelsen daarentegen kwamen vanuit het noorden opzetten, de wind in de rug, en kregen even voorbij Camperduin de Bataafse vloot in het vizier. Volgens het verslag van admiraal Duncan, opgesteld op 13 oktober, bevond hij zich met zijn schip tussen Camperduin en Egmond, terwijl de Bataafse vloot 9 mijl van hen verwijderd was (9a, 12). De afstand tussen Camperduin en Egmond bedraagt 6 mijl, dus de Bataven zouden dan ergens tussen Egmond aan Zee en Wijk aan Zee geweest moeten zijn.
De Engelsen waren er snel bij hun held te eren. Nog geen week later was de admiraal al in de adelstand verheven: Lord Viscount Adam Duncan of Camperdown (burggraaf van Camperduin) (12) (Afb. 3). De overwinning was daarmee voorgoed gekoppeld aan Camperduin.
Al vrij snel daarna werd ook in Nederlandse publicaties het gevecht als de zeeslag bij Kamperduin aangeduid, bijvoorbeeld in een in 1798 gepubliceerde 'lijst der Lands schepen en vaartuigen van oorlog, door de Engelschen aangehouden en verbeurd verklaard, of genomen 1795-1797' (13). Verder ook nog in de Korte Kroniek beginnende van den Jaare 1713 (14) en in het onderschrift van de prent van Afb. 4 uit 1797 of 1798.
Later werd de aanduiding Zeeslag van Kamperduin gemeengoed. De Engelsen domineerden dus niet alleen op zee, maar bepaalden tegelijkertijd ook hoe hun overwinning de geschiedenis in zou gaan. Egmond werd niet langer meer geassocieerd met het grootste debacle van de Nederlandse krijgsgeschiedenis op zee; die 'eer' viel voortaan Camperduin ten deel.

3. Herdenkingsmunt met de beeltenis van Lord Viscount Duncan of Camperdown, geslagen ter gelegenheid van de Engelse overwinning in de zeeslag met de Bataven op 11 oktober 1797.

5. Uitsnede uit 'Kaart van de Bataafsche Republiek verdeeld in agt Departementen'. Op de kaart zijn onder andere de ondiepten in de Noordzee voor de Hollandse kust aangegeven, waarop vaak schepen schipbreuk leden. Vervaardigd door J.C. Roeder en C. van Baarsel; uitgegeven in 1800 door Johannes Allart. Bron: Beeldbank Noord-Hollands Archief NL-HlmNHA_269_0006.

Tot slot
Vice Admiraal, de Winter was verrast over de snelheid waarmee de Engelsen in de aanval waren gegaan. Als ze eerst in linie waren gaan varen, had de Nederlandse vloot zichzelf wellicht in veiligheid kunnen brengen bij Texel. Een andere optie was dat de Bataven dichter bij de kust zouden gaan varen om zo de Engelsen achter zich aan te krijgen. De beide vloten zouden dan vermoedelijk gestrand zijn op de kust van Egmond of schipbreuk hebben geleden op de ondiepten daarvooruit (vergelijk Afb. 5). In dat geval zou De Winter de overwinning hebben opgeëist, omdat hij bij z'n eigen kust was en de Engelsen bij de vijandelijk kust. De overwinning zou in dat geval ongetwijfeld de geschiedenis zijn ingegaan als 'de zeeslag bij Egmond'.


4. Heldhaftige Verdediging van den Bataafse Vice Admiraal, de Winter tegen drie Engelsche Oorlog Schepen; in den Zeeslag voor Kamperduin, den 11 October 1797. Prentenmaker: anoniem. Datering 1797-1798. Bron: Beeldbank Studio Rijksmuseum RP-P-OB-86.646.


Voetnoten
1. Oprechte Haarlemse Courant, a. 14 oktober 1797; b. 28 oktober 1797. Beschikbaar op delpher.nl, evenals het overige bronmateriaal, tenzij anders aangegeven.
2. Utrechtsche Courant 13 oktober 1797.
3. Nouvelles extraordinaires de divers endroits, 17 oktober 1797.
4. Friesche Courant a. 17 oktober 1797; b. 2 november 1797.
5. Amsterdamse Courant, 14 oktober 1797.
6. Rapport van den Schout bij Nagt S. Story aan het Committé tot de zaken van de Marine, 14 oktober 1797.
7. Goudasche Courant, 18 oktober 1797.
8. Ommelander Courant, a. 27 oktober 1797; b. 31 oktober 1797.
9. Onverwachte Courier, 31 oktober 1797.
10. Committé de Marine: Volledig verslag van de Zee-Bataille van den 11 Oktober laatstleden, Den Haag, 1797. Tevens verschenen in vier delen in de Amsterdamse Courant, 28 en 30 oktober, 7 en 9 november 1797.
11. Jonge, J.C. de: Geschiedenis van het Nederlands Zeewezen, deel 5, Haarlem 1861; dbnl.org.
12. Camperdown, R.A.P.H. Haldane-Duncane, 3rd Earl of: Admiral Duncan, London 1898. Duke University Libraries.
13. De Oeconomist, eerste deel, eerste stuk, Amsterdam 1798.
14. Korte Kroniek beginnende van den Jaare 1713 (t/m 1798) .

Bijlage: Verslag van Pieter Vuyst, zoals afgedrukt in de friesche Courant van 17 oktober 1797