Kees Floor, Hoetwas februari 2019.

Reeds in de Franse tijd werden in het kader van de voorbereidingen van het kadaster gemeentegrenzen van Amerongen vastgesteld. Na het vertrek van de Fransen deed men dat vijf jaar later onder Nederlands bestuur nog eens opnieuw. De schetsen die in 1813 waren gemaakt van het verloop van de grens, werden gebruikt als werkmateriaal voor de hernieuwde grensbepaling. Ze bleken bepaald niet foutloos.

Het raadhuis van Amerongen. Hier werd het proces-verbaal van grensbepaling getekend. Volgens dat document verzamelde men zich hier om de grenzen van de gemeente op te nemen. Bron: Beeldbank RHCZOU LeW_5D4_04089.

Kaart van de gemeente Amerongen, door Jacob Kuyper, ca 1865. Zie: Genlink.nl.

Op 16 juni ontving maire (burgemeester) J. de Ridder van Amerongen een brief van A.C. baron Snouckaert van Schauburg (1). Daarin kondigde de onder-prefect van het Arrondissement Amersfoort aan dat twee beambten op korte termijn de grenzen van de gemeente Amerongen met de buurgemeenten kwamen vastleggen. Het ging om J. van Laan ingenieur-verificateur van het Kadaster, en landmeter der eerste klasse B. van Duijn Hzn. Na de grensafpaling zou de landmeter of een collega van hem in samenspraak met de maire het grondgebied van de gemeente op gaan delen in secties, waarna de opmeting van de afzonderlijke percelen kon aanvangen. Snouckaert vroeg De Ridder zijn volle medewerking te verlenen, alle benodigde informatie te verschaffen en te zijner tijd de beschrijving van de gemeentegrenzen in een proces-verbaal van grensbepaling te ondertekenen.

Frans bestuur
De bepaling van de gemeentegrenzen en het opmeten van de afzonderlijke percelen was een uitvloeisel van de annexatie van Nederland door Frankrijk. In dat land was in 1807 een wet van kracht geworden die de aanzet gaf tot de vorming van het Kadaster. Vanaf de inlijving van Nederland in 1810 ging het Kadaster-in-oprichting ook hier van start. De eerste vaststellingen van grenzen van Utrechtse gemeenten werden afgerond in 1812. Amerongen en andere gemeenten van het kanton Rhenen waren in 1813 aan de beurt.
Bij het bepalen van de gemeentegrenzen ging men te werk volgens een handboek (2), dat zowel beschikbaar was in het Nederlands als in het Frans. Maire De Ridder wees volgens de daarin opgestelde regels in het terrein de gemeentegrenzen aan in tegenwoordigheid van de beide genoemde beambten en de maire van een aangrenzende gemeente, bijvoorbeeld G. Weeninck van Leersum. Namens Amerongen waren er verder ook Tieleman de Ridder, Pieter Schouten en H. van der Linde bij betrokken. Tieleman de Ridder was adjunct-maire, de beide andere heren waren zogeheten indicateurs of aanwijzers, ingezetenen die goed op de hoogte waren (of zouden moeten zijn) van de ligging van de gemeentegrenzen en de situatie ter plaatse. Ook van de buurgemeente waren aanwijzers en eventuele adjunct-maires aanwezig. Zo trad H. van Zijl op als aanwijzer namens Leersum.

Woord en beeld
Tijdens een rondgang langs een gemeenschappelijke grens maakte landmeter Van Duijn een situatieschets. Op de schetsen staan bijvoorbeeld gemakkelijk in het terrein herkenbare grenzen aangegeven, zoals de Rijn langs de grens met Maurik (figuur 1) of de Amerongse Watering langs de grens met Overlangbroek en Leersum. Ook eventuele reeds aanwezige grenspalen werden zo nodig aangeduid. Datzelfde geldt voor de in het kader van de grensbeschrijving relevante, tegen de grens aanliggende percelen. Doordat er nog geen kadastrale nummering beschikbaar was, - die zou er pas zijn na de opmeting van de afzonderlijke percelen in een latere fase van de voorbereidingen voor het Kadaster, - werden de percelen aangeduid met de naam van de eigenaar. Zo is links in de figuur aangegeven dat de gemeentegrens de scheiding volgt tussen de eigendommen van de weduwe Van Schaik in Wijk bij Duurstede en van Oorschot c.s. in Amerongen.
Van Duijn gebruikte de situatieschetsen bij het formuleren van een artikel in het proces-verbaal van grensbepaling waarin de loop van de grenzen beschreven moest worden (3). De tekeningen werden daarnaast achteraf als bijlage aan het proces-verbaal toegevoegd ter verduidelijking van de tekst. Elke buurgemeente kreeg een eigen artikel in het proces-verbaal en een eigen figuratieve schets van grensscheiding. De artikelen werden zowel in het Frans als in het Nederlands opgesteld; de notities op de schetsen van grensscheiding waren uitsluitend in het Frans. Het hele gebeuren speelde zich namelijk af in de Franse tijd.

1. Schets der grensscheiding tussen de gemeenten Amerongen en Maurik, door B. van Duijn. Bijlage bij het proces-verbaal der grensbepaling van het grondgebied der gemeente van Amerongen, gedateerd 23 juni 1813. Bron: hisgis.nl.

2. Informatieblok op de kadastrale kaart (minuutplan) van de gemeente Amerongen, sectie B. Bron: RCE (4).

Snel of nauwkeurig?
In het geval van Amerongen ging men voortvarend te werk. De grenslijn was in het totaal ruim 34 kilometer lang; bij de vaststelling ervan waren maar liefst acht buurgemeenten betrokken. Op zijn vroegst was men donderdag 17 of vrijdag 18 juni met de werkzaamheden begonnen. Toch lag er binnen een week een tekst die gereed was voor ondertekening. Al op woensdag 23 juni zetten alle betrokkenen hun handtekening. Tieleman de Ridder liet vermoedelijk verstek gaan bij de tekensessie; zijn handtekening is niet in het proces-verbaal van grensbepaling terug te vinden.
Een dag later sloten Van Duijn en Van Laar het proces-verbaal, waarna het via de belastingdienst kon worden opgestuurd aan de prefect van het Departement van de Zuiderzee A. Ph. F. G. Visscher, graaf van Celles, die het op 23 augustus 1813 zou tekenen voor akkoord. Was de snelheid van werken ten koste gegaan van de nauwkeurigheid? En had men wel overal goed rondgekeken? We hebben zo onze twijfels, maar daarover later meer.

Franse aftocht
Eind 1813 kwam er een eind aan het Franse bewind. Daardoor konden lopende werkzaamheden ter voorbereiding van het Kadaster niet worden afgerond en kwam het hele proces enige tijd stil te liggen.
Voor het zover was heeft landmeter Van Duijn of zijn collega I.H. Jappe het grondgebied van Amerongen in samenspraak met maire De Ridder nog wel verdeeld in zes afzonderlijke secties. Het bijbehorende, in twee talen opgestelde proces-verbaal is echter verloren gegaan of zoek. Verder werd nog een begin gemaakt met de volgende stap: de opmeting van de afzonderlijke percelen. Op de later door de landmeter der eerste klasse A. van Oosterhout onder Nederlands bestuur vervaardigde kadastrale kaarten, de zogeheten minuutplans, van de secties B (Den Dwarsweg), E (De Waarden) en F (Den Dijk) van Amerongen lezen we namelijk dat ze 'gedeeltelijk zijn opgemeten onder de Franse Administratie' (4). En Van Oosterhout kon het weten, want hij had zelf in 1813 nog als secundair landmeter meegewerkt aan de perceelsgewijze opmeting van Amerongen (figuur 2). Elders in de gemeente waren de landmeters destijds nog niet begonnen. Op vergelijkbare, eveneens door Van Oosterhout vervaardigde kaarten uit 1818 van de overige secties waarin het grondgebied van Amerongen was opgedeeld (secties A, De Haar, C, Het Bergje en D, Tegenbergs), ontbreekt namelijk een verwijzing naar werkzaamheden in de Franse tijd.

Het werk hervat
Na een onderbreking van enkele jaren, werden de werkzaamheden ter voorbereiding van het Kadaster hervat. In de periode 1818-1833 stelden diverse landmeters van alle gemeenten in de provincie Utrecht processen-verbaal van grensbepaling op. In gemeenten waar onder Frans bestuur reeds grenzen waren opgenomen, waaronder Amerongen, gebeurde dat opnieuw. Daar begon landmeter Adam Slits op 13 februari 1818 met het opnemen van de gemeentegrenzen van Amerongen, Rhenen en Renswoude (5). Zijn gesprekspartner in Amerongen was schout (6) H.G. Scharff, die zich, net als zijn voorganger in 1813, liet vergezellen door aanwijzer Pieter Schouten.
Hoewel de grenzen van Amerongen vijf jaar eerder reeds waren vastgelegd, vond Slits het toch raadzaam in het terrein de grenzen opnieuw te laten aanwijzen. Daarbij gebruikte hij de destijds door Van Duijn vervaardigde, van Franstalige toelichting voorziene schetsen van grensscheiding voor het maken van aantekeningen. Zijn notities van na de Franse tijd zijn weer 'gewoon' in het Nederlands.
Aan de zuidgrens van Amerongen bleek weinig veranderd; daar fungeerde de Rijn nog steeds als grensrivier. Wel hadden de percelen tegen de grens met Wijk bij Duurstede een andere eigenaar gekregen. Slits noteerde dan 'veranderd' en de naam of initialen van de nieuwe eigenaar op de schets uit 1813, in dit geval vLvS (Van Linden van Zandenburg, figuur 1). Ook langs de grenzen met Overlangbroek en Leersum bleven de wijzigingen beperkt tot de gevallen waarin stukken grond of bebouwing van eigenaar waren gewisseld. De teksten in het nieuwe proces-verbaal van grensbepaling (7) en de bijbehorende figuratieve schetsen van grensscheiding werden waar nodig aan de veranderde situatie aangepast.

3. Uitsnede uit de schets der grensscheiding tussen de gemeenten Amerongen en Veenendaal, door B. van Duijn. Bijlage bij het proces-verbaal der grensbepaling van het grondgebied der gemeente van Amerongen, gedateerd 23 juni 1813. Bron: hisgis.nl.
4. Uitsnede uit de schets der grensscheiding tussen de gemeenten Amerongen en Rhenen, door B. van Duijn. Bijlage bij het proces-verbaal der grensbepaling van het grondgebied der gemeente van Amerongen, gedateerd 23 juni 1813. Bron: hisgis.nl.

Niet foutloos
Bij het inspecteren van de grenzen met de vier overige buurgemeenten zal Slits ongetwijfeld zijn wenkbrauwen gefronst hebben. Er zaten namelijk nogal wat fouten in de beschrijvingen en tekeningen die nou juist bedoeld waren om de grenzen ondubbelzinnig vast te leggen. Zo was de Groepersteeg, die de grens vormde tussen Amerongen en Renswoude, op de schetsen van grensscheiding met Woudenberg en Renswoude ingetekend aan de verkeerde kant van de erlangs lopende Groepersloot. Verder lag het huis de Roode Haan aan de Munnikenweg in Renswoude op de schetsen van grensscheidingen met Renswoude en die met Veenendaal (figuur 3) aan de verkeerde kant van de Waterlosing (Schoonderbeekse grift, later Broekersloot, thans Valleikanaal). Bovendien bevatte de schets van grensscheiding met Rhenen twee wegen die in het terrein niet teruggevonden konden worden: de Veenendaalseweg en de Utrechtse Bovenweg (figuur 4). Van al deze onjuistheden maakte Slits in 1818 een aantekening op de schetsen van 1813. Niet bestaande wegen of verkeerd geplaatste huizen kruiste hij door en voorzag hij van een aantekening: 'deze wegen zijn door de indicateurs niet kunnen aangewezen worden' (figuur 4) of 'Rode Haan overzijde' (figuur 3. Het in de gemeente Amerongen gelegen huis De Ronduit in de buurt van de sluis (ecluse in het Frans) in de Waterlosing, waar het grondgebied van de gemeenten Amerongen, Veenendaal en Renswoude samenkwam, was in 1818 verdwenen; Slits noteerde erbij 'weg' (figuur 3). Met een andere pen staan in figuur 4 nog begrippen aangeduid die werden gebruikt in het nieuwe proces-verbaal van grensbepaling uit 1818: Galgeveld, het huisje van Laurens van den Bovenkamp (bij de noordelijke grenspaal aan de Streek, thans Visserweg, Elst) en Utrechtse benedenweg (thans Elsterstraatweg/Rijksstraatweg). De grens tussen de gemeenten Amerongen en Rhenen, die door de beide laatstgenoemde palen werd gemarkeerd, liep destijds namelijk door Elst, dat zelf nooit een zelfstandige gemeente is geweest. Bij een lijn in figuur 3 (onderaan) noteerde Slits ter verduidelijking: dit is scheiding van Veenendaal.
Het heeft er alle schijn van dat Van Duijn en de andere betrokkenen de grenzen in 1813 niet zorgvuldig of zelfs in het geheel niet hebben langsgelopen. Vooral voor aanwijzer Pieter Schouten moet de situatie in 1818 erg ongemakkelijk zijn geweest. Schouten had namelijk in 1813 namens Amerongen alle artikelen uit het proces-verbaal van grensbepaling mede ondertekend voor akkoord.
Het nieuwe proces-verbaal van grensbepaling van Amerongen werd gedateerd op 13 februari 1818. Dat is opmerkelijk, want op diezelfde datum zouden de werkzaamheden inzake de grensbepaling van start gaan (5). Overigens zijn er wel meer voorbeelden van dergelijke documenten uit de provincie Utrecht waarbij vraagtekens geplaatst kunnen worden bij de gehanteerde datering. Zo dateerde landmeter Slits de processen-verbaal van grensbepaling van de gemeenten Ruwiel, Laag Nieuwkoop, Maarssenbroek en Maartensdijk, waar hij in maart, april en mei 1818 werkzaam was, op een zondag (7). Het document van Maarssen is gedateerd op een zaterdag, maar werd op zondag gesloten. De zondag lijkt geen voor de hand liggende dag voor dit soort activiteiten.
Het proces-verbaal van grensbepaling van Amerongen werd weer via de belastingdienst doorgestuurd naar de gouverneur van de provincie Utrecht, J.M. baron van Tuyl van Serooskerken van Vleuten. Deze tekende voor akkoord op 11 maart 1818. Daarmee lagen de gemeentegrenzen van Amerongen formeel vast.

5. Uitsnede uit de schets der grensscheidingen van Wijk bij Duurstede, door H.L. Woudsma. Linksboven de Amerongse Wetering, onder de Neder-Rijn. Bij de rivier en aan weerszijden van de Lekkendijk staan grenspalen. Tussen de Lekkendijk en de rivier liggen de uiterwaarden van Van Linden van Zandenburg. Bijlage bij het proces-verbaal der grensbepaling van het grondgebied der gemeente van Wijk bij Duurstede, gedateerd 1 september 1832. Bron: hisgis.nl.

Gezicht op Amerongen en omgeving vanuit het noorden, door P.J. Lutgers, ca 1868. Op de achtergrond de Rijn die langs de zuidgrens van de gemeente stroomt. Bron: Beeldbank Het Utrechts Archief cat. nr. 135913.

Grenswegen en grenswateren
Vaak dienen wegen of water als grensscheiding. Dergelijke grenzen hadden bij het Kadaster ook de voorkeur omdat ze gemakkelijk in het terrein te herkennen waren. De nauwkeurigheid vereist dat dan ook vastligt of de grens langs de oevers of randen loopt of door het midden. In het geval van de Rijn, de grensrivier tussen Amerongen en Maurik, werd daar zowel in 1813 als in 1818 geen uitspraak over gedaan (8). Ook de figuratieve schetsen van grensscheiding, bijvoorbeeld die van figuur 1, bieden daarover aanvankelijk geen informatie. Uit het jaren later opgestelde proces-verbaal van grensbepaling van Wijk bij Duurstede van 1832 en de bijbehorende figuratieve schetsen (9) kunnen we opmaken dat de gemeentegrenzen door het midden van de rivier lopen (figuur 5).
Of de Amerongse wetering in 1813 bij Amerongen hoorde of bij de buurgemeenten, kunnen we evenmin afleiden uit het proces-verbaal van grensbepaling. In 1818 staat echter duidelijk aangegeven dat ze bij Amerongen hoort. In beide jaren wordt vermeld dat de Slaperdijk en de bijbehorende landen langs de grens met Veenendaal tot Amerongen behoren.
Verscheidene wegen langs de grens lagen volgens de processen-verbaal van grensbepaling in 1813 in een andere gemeente dan in 1818. Amerongen kreeg in 1818 de Streek van Rhenen en de Essensteeg van Leersum. Tegelijkertijd ging de Hooge Zuwe over naar Leersum en de Groepersteeg naar Renswoude.

Grenspalen
Waar duidelijke kenmerken in het terrein ontbreken, neemt men vaak zijn toevlucht tot grenspalen. Vermeldingen ervan vinden we in de processen-verbaal van grensbepaling en de bijbehorende figuratieve schetsen van grensscheiding van Amerongen en van Veenendaal (10) uit 1813, van die van de beide gemeenten en van Rhenen en Leersum uit 1818 (7) en van Wijk bij Duurstede en Langbroek uit 1832 (9). De palen die minstens eenmaal werden genoemd of afgebeeld, stonden onder andere aan of in de buurt van de Rijn aan weerszijden van de gemeente Amerongen. Verder waren er vier palen geplaatst langs de grens met Leersum: een langs de weg van Zuilenstein, een tweede bij de Utrechtseweg en de twee overige op de heide op plaatsen waar de grenslijn knikken vertoont.
Op de schets van grensscheiding met Rhenen uit 1813 (figuur 4) komen we zeven grenspalen tegen. Begin en eind van de gemeenschappelijke grens werden gemarkeerd door een eerdergenoemde paal bij de Rijn en een tweede aan het zuideinde van de Slaperdijk op de grens met Veenendaal. Daarnaast zijn er twee palen die aangeven hoe de grens langs de Streek loopt (11). De drie resterende palen staan op de heide, onder andere op de punten waar de grens de twee eerdergenoemde wegen kruist die bij het opnemen van de grens niet konden worden aangewezen. De grensbepaling van 1818 vermeldt overigens nog slecht een paal op de heide; hij staat bij het zogeheten Galgeveld.

Tot slot
De in de Franse tijd vervaardigde figuratieve schetsen van grensscheiding van Amerongen uit 1813 zijn vrij bijzonder. Slechts van drie andere gemeenten in de provincie Utrecht zijn vergelijkbare documenten bewaard gebleven, namelijk van Maarssen en Zuilen uit 1812 (12) en van Veenendaal uit 1813. Alleen in het geval van Amerongen zijn ze gebruikt als 'kladpapier'. Enerzijds is dat jammer, anderzijds behielden ze daardoor een functie bij het vastleggen van de gemeentegrenzen en is dat misschien wel de reden dat ze voor ons bewaard zijn gebleven.


Voetnoten
1. Regionaal Historisch Centrum Zuidoost Utrecht (RHCZOU) toeg. T00073 inv.nr. 75.
2. Methodique Verzameling der wetten, decreten, reglementen, instructiën en decisiën, betrekkelijk het Cadaster van het Fransche Rijk, eerste deel. Amsterdam 1812.
3. Het Utrechts Archief (HUA), toeg. 1294, inv.nr. 2690 en RHCZOU toeg. T00073 inv.nr. 376.
4. Beeldbank Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.
5. Volgens een brief van de gouverneur van de provincie Utrecht, aan schout Weeninck van Leersum d.d. 10 september 1818. RHCZOU toeg. T00036 inv.nr. 126.
6. Schouten van gemeenten ten plattelande, de vroegere maires, zouden vanaf 1825 worden aangeduid als burgemeester.
7. HUA toeg. 1294, inv.nr. 3799.
8. De gemeentegrens van Maurik en Amerongen was tevens grens tussen de departementen van de Zuiderzee en van de Boven-IJssel. De buitengrens van het departement van de Zuiderzee liep langs de noordzijde van de Rijn, die van het departement van de Boven-IJssel langs de zuidzijde. Zie: Wet over het bestuur in de departementen art. 1, 10 maart 1807 en Décret impériale qui divise le territoire de la Hollande en neuf départemens, 13 september 1810.
9. HUA toeg. 1294, inv.nr. 2693.
10. Gelders Archief, toeg. 016, inv.nr. 4977.
11. Op de schets van grensscheiding tussen Amerongen en Rhenen uit 1813 staat de paal op de hoek van de Utrechtseweg overigens al aan de Rhenense kant van de Streek.
12. HUA toeg. 1294, inv.nr. 2689.