Kees Floor, Zenit maart 2006
Geregeld doen harde winden in de Sahara het
zand en stof ter plekke opwaaien. Vervolgens voeren ze het mee in alle richtingen:
- naar het westen over de Atlantische Oceaan, waar op de Canarische en de
Kaapverdische Eilanden geregeld hinder wordt ondervonden,
- naar het oosten
over de Rode Zee en
- naar het noorden over de Middellandse Zee, waar het
stof soms boven de Noordzee zichtbaar is en tot in België en Nederland uit
de lucht valt of regent.
Boven de woestijn zelf is het geelbruine stof meestal
moeilijk te onderscheiden van de gelijkgetinte ondergrond. Eenmaal boven zee aangekomen,
steekt het opgewaaide en door de wind meegevoerde stof echter duidelijk af tegen
de donkere kleuren van zeeën en oceanen.
15 december 2005 | 15 september 2005 |
6 februari 2003 | 24 februari 2006 |
Dat
is onder andere het geval op het satellietbeeld van midden december 2005 (linksboven).
De situatie werd vastgelegd door de Moderate Resolution Imaging Spectroradiometer
(MODIS) op de Amerikaanse satelliet Aqua op 15 december. Het stof jaagt onder
andere over de Egyptische plaats Salloum, dicht bij de grens metLibië, waar
later deze maand naar verwachting duizenden samenstromen om getuige te zijn van
de totale zonsverduistering van 29 maart 2006. Gelukkig doen dergelijke stofstormen
zich niet frequent voor en is voor de eclipswatchers de kans dat zand roet in
het eten gooit, niet groot.
De depressie die de stofstorm veroorzaakte, is
op het satellietbeeld duidelijk te herkennen aan het karakteristieke wervelpatroon
van de bijbehorende bewolking. De lagedrukkern bevindt zich boven de Middellandse
Zee ter hoogte van de grens tussen Libië en Egypte. De storing lag eerst
twee dagen voor de kust van Tunesië en Libië en kon vanuit die positie
heel wat woestijnstof in beroering brengen; daarna trok ze via de getoonde positie
naar het oosten weg. Rond de depressie is de luchtstroming tegen de wijzers van
de klok in. Aan de zuidkant en de zuidoostkant waait de wind dus over de woestijn,
pikt daar stof en zand op dat vervolgens uitwaaiert over het oostelijk deel van
de Middellandse Zee. De windrichting is overwegend zuidwest. Aan de Libische kant
van de grens met Egypte is een min of meer egaal stofgordijn zichtbaar. Vanaf
de Egyptische kust lijken zandpluimen over zee uit te waaieren.
Voor de kust
van Egypte zijn ook wolkenribbels zichtbaar. De bewolking van de ribbels loopt
van noordwest naar zuidoost. De ribbels worden veroorzaakt door zogeheten zwaartekrachtsgolven
in de atmosfeer. Vooral achter gebergten zijn dergelijk wasbordpatronen geregeld
te zien. Bijzonder is dat het patroon is niet alleen zichtbaar is in de bewolking,
maar ook in het Saharazand. De ribbels in de bewolking sluiten naadloos aan bij
de ribbels in het zwevende stof.
Naast de stofstorm en de Libische woestijn
is op het satellietbeeld de vruchtbare, groene Nijldelta te zien. De zoutwoestijn
van de Kattaradepressie steekt met wat donkerder tinten af tegen het lichtergekleurde
woestijnzand. Het is een van de laagste gebieden van Afrika en ligt 134 m. onder
de zeespiegel.
De overige afbeeldingen hierboven geven andere gevallen aan van stofstormen ter plaatse. Meer over zandstormen en wasbordpatronen is te vinden in Zenit van respectievelijk mei 2003 en september 2004.
Aanvulling
| |
|
1. Salloum, Egypte,
in de mist, 29 maart 2006. (foto: Annet Fransen). |
2. Salloum, strakblauwe hemel en vliegtuigwolk, 29 maart 2006. (foto: Kees Floor). | 3.
Kijken naar de zonsverduistering met eclipsbrilletjes, Salloum 29 maart 2006. (foto: Jet Zegers). |
|
| |
4.
De verduisterde zon, Salloum, 29 maart 2006 (foto: Annet Fransen). |