Kees Floor, Zenit, juli/augustus 2006

Zeewind doet zich gewoonlijk voor als de temperatuurtegenstelling tussen de lucht boven zee en boven land groot is. Het verschijnsel treedt dan ook meestal op bij rustig en zonnig weer in het voorjaar of de eerste helft van de zomer. Desondanks kon het met zeewind samenhangende bewolkingspatroon dit jaar in onze omgeving nog ver in augustus op satellietbeelden worden waargenomen, terwijl er toen nauwelijks meer van enig temperatuurverschil sprake was.

Satellietbeeld van Het Kanaal, de Zuidelijke Noordzee en omliggende landen, 16 augustus 2005, (wisselbeeld). Langs de kust van Nederland, Vlaanderen en Noord-Frankrijk staat een zwakke zeewind. Het bijbehorende zeewindfront is op het satellietbeeld terug te vinden. Ook het wolkenpatroon langs de Engelse oostkust en zuidkust wijst op een zeewindeffect. Satellieten: Mouse off: Terra (ochtendbaan). Mouse on: Aqua (middagbaan). Bron: NASA

Mechanisme land- en zeewind. (groter).

Tijdens zeewindsituaties trekt koele lucht van boven de Noordzee het land binnen. Soms is de lucht ook nog vochtig en spoelt er mist over het strand en de eerste duinenrijen. De luchtstroming van zee komt op gang doordat de luchtdruk boven land lager is dan boven zee. Dat is op zijn beurt weer een gevolg van het verschil in opwarming van de lucht aan weerszijden van de kustlijn. Het zeewindverschijnsel treedt vooral op in het voorjaar en het begin van de zomer. Het zeewater is dan namelijk relatief koud, terwijl tegelijkertijd de zon hoog aan de hemel staat. De hoge zonnestand leidt tot een grote instraling. De temperatuur van het bovenste bodemlaagje loopt daarbij flink op, terwijl het wateroppervlak voor de kust nauwelijks van temperatuur verandert. Daardoor warmt de lucht boven land sterker op dan boven zee en ontstaan de temperatuurtegenstellingen die aan de wieg staan van het zeewindeffect.

Zeewindcirculaties zijn op satellietbeelden zichtbaar doordat zich stapelwolken ontwikkelen langs de voorste begrenzing van de lucht die vanaf zee enkele tientallen kilometers het land binnendringt. Waar de windstroming van zee op de zogeheten achtergrondstroming stuit, wordt de lucht gedwongen op te stijgen. Daarbij koelt ze af en raakt oververzadigd, wat aanleiding geeft tot condensatie en wolkenvorming. Meestal vormen zich gewone cumuluswolken; slechts in een enkel geval ontstaat er een bui. Tussen dit zogeheten zeewindfront en de kust is het onbewolkt, net als boven zee.

Het zeewindpatroon van satellietbeelden overtuigt het meest als het zich aan verschillend georiënteerde kusten gelijktijdig voordoet. Dat is het geval op 16 augustus 2005. Op die dag strekt een uitloper van het Azorenhogedrukgebied zich uit via Het Kanaal, Noord-Duitsland en Polen tot ver in Rusland. Daarmee is aan de voorwaarde voor rustig weer voldaan. Doordat de temperatuurtegenstellingen tussen land en zee niet groot zijn, levert het zeewindverschijnsel in het hier besproken geval geen hoge windsnelheden op en zou het effect zonder satellietbeelden nauwelijks zijn opgemerkt. Slechts een uiterst zwakke luchtstroming dringt aan onze kant van de Noordzee vanuit het westen of noordwesten het vasteland van Nederland, Vlaanderen en Noord-Frankrijk binnen. Het zeewindfront is op het satellietbeeld te volgen van Wieringen via Noord- en Zuid-Holland, Zeeland en West-Vlaanderen tot aan de Franse Kanaalkust. Tegelijkertijd waait aan de overzijde van de Zuidelijke Noordzee en het Nauw van Calais een eveneens zwakke wind uit zee; de windrichting is daar oostelijk. Langs de zuidkust van Engeland is het zeewindeffect aan de noordzijde van Het Kanaal ook zichtbaar; de wind waait daar uit richtingen tussen zuid en zuidoost.

Zelfde situatie, 1400 UTC. Bron: NOAA/ DLR Institut für Physik der Atmosphäre, Oberpfaffenhofen (Duitsland).
Mechanisme zeewind. (groter).