Kees Floor, Zenit, april 2011
De wolken die we weerspiegeld zien in water, zijn dezelfde als de wolken aan de hemel. Voor regenbogen en andere lichtverschijnselen, geldt dat echter niet: de regenboog of de bijzon in het water is een andere dan het overeenkomstig verschijnsel aan de hemel.
|
|
|
Weerspiegelingen van wolkenlandschappen in rustig water zijn vaak schitterend
om te zien. Doordat het licht van de spiegelbeelden minder fel is dan het licht
dat direct van de hemel komt, doen de gespiegelde wolkenluchten doorgaans plezieriger
aan. Vooral als we de hemel in de richting van de zon willen bekijken, of meer
nog als we op zoek zijn naar verschijnselen dicht bij de zon, zoals kransen
of iriserende wolken, vormen spiegelende wateroppervlakken vaak een handig hulpmiddel.
In eerste instantie lijkt het of de spiegelbeelden in het water gelijk zijn
aan het origineel. Dat is bijvoorbeeld te zien in de weerspiegeling van de Hollandse
wolkenlucht boven de Hollandse Biesbosch in de omgeving van Dordrecht (figuur
1a). Veel van de wolken die aan de hemel staan, kunnen we namelijk terugvinden
in het spiegelbeeld. Datzelfde geldt trouwens ook voor kenmerken van de begroeiing
rond het water.
Gespiegeld (wolken-)landschap
Toch zijn er ook verschillen. Die worden veroorzaakt doordat de waarneempositie
bij het origineel anders is dan bij het spiegelbeeld. In het water zien we de
wolkenlucht en de vegetatie vanuit het gezichtspunt van een andere, denkbeeldige
waarnemer. Zijn ogen (of zijn camera) bevinden zich even ver onder water als
die van ons erboven. We kijken daardoor als het ware tegen een ander deel van
de wolk of de begroeiing aan.
Naarmate de voorwerpen of objecten dichterbij zijn, dalen ze meer ten opzichte
van de achtergrond. Dat is bijvoorbeeld te zien geheel rechts op de foto van
figuur 1. De donkergroene bomen op de achtergrond steken in het gewone beeld
ruimschoots uit boven de lichtgroene boom direct naast het riet. In het spiegelbeeld
zijn die hogere bomen nauwelijks nog te zien, doordat ze vrijwel geheel verdwijnen
achter het spiegelbeeld van de lichtgroene boom. Evenzo gaat bewolking in de
verte, die zich aan het eind van de nagenoeg rimpelloze waterplas net boven
de begroeiing verheft, in het spiegelbeeld schuil achter de begroeiing. Het
effect van daling ten opzichte van de achtergrond wordt minder naarmate de voorwerpen
of objecten verder weg zijn en naarmate het oog of de camera dichter bij het
wateroppervlak bevindt. Toch kunnen we steeds gemakkelijk vaststellen welke
wolk bij welke gespiegelde wolk hoort.
|
|
|
3a. Regenboog in Molenpolder (gem. Maarssen)
rond het tegenpunt van de zon achter de schaduw van de fotograaf. Tevens
is een in het water weerspiegelde regenboog zichtbaar. De weerspiegelde
boog is een andere dan de gewone boog. Foto: Kees Floor. |
3b. Regenboog en weerpiegelde regenboog,
De Bilt.
|
3c. Weerspiegeling van de regenboog
in water,
Molenpolder. |
Gespiegelde regenboog
Bij optische verschijnselen, zoals regenbogen, bijzonnen en andere halo's, geldt
eveneens dat de weerspiegeling in water het verschijnsel toont zoals het zou
worden waargenomen door een denkbeeldige waarnemer onder de waterspiegel. Dat
leidt echter tot een andere situatie dan in het geval van wolken en elementen
van het landschap. Dat komt doordat elke waarnemer, dus ook de denkbeeldige
waarnemer onder de waterspiegel, zijn eigen regenboog heeft en zijn eigen bijzon.
Als je je verplaatst van je eigen standpunt naar de positie waar de denkbeeldige
waarnemer zich bevindt, of naar een andere plek, dan neem je je eigen bijzon
of je eigen regenboog met je mee. Je kunt het vergelijken met het meenemen van
je eigen schaduw, die ook steeds met je mee beweegt. Bij bewolking keken de
'echte' waarnemer boven de waterspiegel en de denkbeeldige waarnemer daaronder
beide nog naar dezelfde wolk; nu kijken ze elk naar hun eigen regenboog of bijzon,
dus in feite naar verschillende regenbogen of verschillende bijzonnen.
De regendruppels die bij de vorming van de regenboog zijn betrokken, zijn namelijk
andere dan de druppels waarin de denkbeeldige waarnemer onder water de boog
ziet. De druppels bevinden zich iets verder weg, zoals figuur 2 (helemaal onderaan)
laat zien. Het zonlicht komt in het diagram van die figuur van linksboven. Waarnemer
W ziet de regenboog in tegenovergestelde richting op positie R. De regenboog
R' die door diezelfde waarnemer weerspiegeld wordt gezien, is die van een denkbeeldige
waarnemer W', die zich even ver onder het wateroppervlak bevindt als waarnemer
W zelf erboven staat. De druppels waarin de weerspiegelde regenboog R' zich
vormt bevinden zich verder van de waarnemer weg dan de druppels waarin hij of
zij de gewone regenboog R ziet.
Voor de ijskristallen van een kring om de zon of een bijzon geldt hetzelfde.
Het kan zelfs voorkomen, dat een weerspiegelde regenboog wél te zien
is, maar de directe regenboog niet, bijvoorbeeld doordat een wolk het zonlicht
voor de druppels die de directe boog zouden moeten vormen, weg vangt.
Figuur 3 geeft een voorbeeld van een regenboog en een weerspiegelde regenboog.
Het middelpunt van de gewone boog is het tegenpunt van de zon, dat zich bevindt
in de richting van de schaduw van het hoofd van de fotograaf. De opname werd
gemaakt in natuurgebied Molenpolder, net ten noorden van Utrecht. De golven
op het water vormen kennelijk geen belemmering voor het optreden van een weerspiegelde
regenboog.
|
|
Gespiegelde bijzon
Een weerspiegelde bijzon is onder andere te zien in de foto van figuur 4. Ook
nu weer lijkt de weerspiegeling van de bijzon, in dit geval op het wateroppervlak
van Lake Artemesia, ruim 15 kilometer ten noorden van Washington DC in de Verenigde
Staten, zich weinig aan te trekken van de golven op het oppervlak. De foto illustreert
nog eens dat de weerspiegelde hemel minder fel is en daardoor prettiger aandoet.
In dit geval leidt dat tot een minder overstraalde, gereflecteerde bijzon. De
rode, naar de zon, of in dit geval het spiegelbeeld van de zon, toe gerichte
rand, is daardoor duidelijker zichtbaar.
De opname werd gemaakt bij een zonnestand van 8 graden. Bijzonnen hebben bij
lage zonnestanden vaak een lange, van de zon af gerichte, witte 'staart'. Zo'n
staart is ook te zien op de andere opname van een koppel bijzon-gespiegelde
bijzon. De foto, gemaakt bij een sloot in het natuurontwikkelingsgebied Voorveldse
Polder in De Bilt, bevat ook weer de karakteristieken van het gereflecteerde
landschap, zoals eerder in dit artikel genoemd en getoond. Het gebouw verderop
steekt in het directe beeld moeiteloos uit boven de begroeiing in de verte.
In de weerspiegeling is het gebouw geheel verdwenen achter de reflecties van
diezelfde bomen en planten. Merk op dat ook de afstand tussen de bovenrand van
het groen en de bijzon in het weerspiegelde beeld veel kleiner is dan in het
directe beeld.
|