Schitterend zeewater rond Kaapverdische eilanden
Kees Floor , Schip en Werf/De Zee, juni 2004. Zie ook versie Zenit.

Figuur 1 (boven): Patroon met zonneglinstering bij noordoostenwind achter de Kaapverdische Eilanden. De eilanden lijken een donker spoor te trekken door de Atlantische Oceaan. De lichte tint van de rechterhelft van het satellietbeeld wordt veroorzaakt door Saharazand, dat vanaf het Afrikaanse vasteland onderweg is naar de eilandengroep. Opname van de moderate imaging spectroradiometer (MODIS) op de Amerikaanse satelliet Terra, 4 februari 2004. Figuur 2 (rechts): Patroon met zonneglinstering bij noordoostenwind achter de Kaapverdische Eilanden in de Atlantische Oceaan ten westen van de Afrikaanse kust. De eilanden trekken een zilverwit spoor door de oceaan. Opname van de MODIS op de Amerikaanse satelliet Aqua., 7 maart 2003.

Eilanden liggen op satellietbeelden meestal de in een donkergetinte oceaan; oceaanwater reflecteert namelijk relatief weinig zonlicht. Soms zijn de eilanden echter omgeven door een zilverkleurige schittering; dat is bijvoorbeeld het geval in de hierbij afgebeelde situaties. Daarnaast lijken de Kaapverdische Eilanden voor de kust van Afrika een spoor door het water van de Atlantische Oceaan te trekken. Opmerkelijk is dat de eilanden in het geval van 4 februari 2004 een donker spoor trekken (figuur 1), terwijl eerder eenzelfde spoor op 7 maart 2003 zilverwit van tint was (figuur 2).

Zonneglinstering
De zilveren banden op de oceaan zijn een gevolg van schitteringen van zonlicht in het oceaanwater. Beelden van weersatellieten vertonen dergelijke weerspiegelingen geregeld. De reflecties zijn zichtbaar als heldere plekken of banen op een donkere achtergrond. Deze achtergrond is boven zeeën en oceanen donker doordat water slechts ongeveer 10 procent van het opvallende zonlicht terugkaatst. De heldere plekken ontstaan alleen als aan de volgende voorwaarde is voldaan: satelliet en zon moeten de juiste positie hebben ten opzichte van het wateroppervlak om de zonnestralen zo van richting te veranderen dat ze de sensor van de satelliet kunnen bereiken.

Golvend wateroppervlak
Een volkomen gladde zee fungeert als een perfecte spiegel; in dat geval beslaan de reflecties van het zonlicht een klein cirkelvormig gebied en zijn ze uitzonderlijk helder. Meestal is het wateroppervlak echter gerimpeld, wat er in de praktijk op neerkomt dat er niet één aaneengesloten spiegelend oppervlak is, maar dat in een bredere strook van elke golf een deel de juiste helling kan hebben om reflecties in de richting van de satellietsensor mogelijk te maken. Binnen het cirkelvormige gebied waar bij windstil weer een felle reflectie op zou treden, resulteert dit in een afname van de intensiteit van het weerkaatste zonlicht. Buiten het weerkaatsingsgebied-bij-spiegelgladde-zee bevinden zich nu echter eveneens golven die maken dat een deel van het wateroppervlak de juiste oriëntatie heeft om reflecties op het satellietbeeld te veroorzaken. Uiteindelijk toont het beeld daardoor een minder felle, maar bredere witte of zilverkleurige band: de zone met zonneglinstering.

Tegengestelde effecten
Op figuur 2 is zo'n band met zonneglinstering goed waarneembaar rond de Kaapverdische Eilanden; het zeewater is er aanzienlijk lichter van tint dan normaal. Het jaloeziepatroon in de zilverwitte band wordt veroorzaakt door opeenvolgende scans van de sensor van de Amerikaanse satelliet Aqua, die de gegevens voor het satellietbeeld leverde. De normale tint is te zien in de linker bovenhoek van het satellietbeeld. De lichte tint van de oceaan rechts op het beeld heeft een heel andere oorzaak; deze wordt veroorzaakt door stof en zand (vgl. lit1), dat van de Sahara naar de eilandengroep onderweg is.
Achter de eilanden is het patroon met lichtschitteringen onderbroken. In de luwte van de eilanden staat minder wind; de golven zijn er kleiner en in dit geval niet hoog genoeg meer om nog weerspiegelingen van zonlicht te kunnen veroorzaken.
De verstoringen in het patroon met zonneschittering in de luwte van eilanden in de oceaan hebben in de situatie van figuur 1 juist een tegenovergesteld effect. Nu is het zeewater achter de eilanden lichter van tint dan ertussen. Kennelijk is de oceaan tussen de eilanden te ruw om geschikte reflecties op te leveren. In de luwte achter de eilanden is het rustig genoeg om een lichtgolvend zeeoppervlak te krijgen met voldoende geschikte golfhellingen voor het weerkaatsen van zonlicht naar de sensor van de satelliet.

Meer voorbeelden van weerspiegelingen van zonlicht zijn te vinden bij het artikel 'Weerspiegelingen vormen afspiegeling van satellietbaan', elders op deze website.