Hoe zie je van
boven af het verschil tussen bewolking en sneeuw? Niet dus. Allebei zijn ze blinkend
wit doordat ze het zonlicht goed reflecteren. Dat je geen onderscheid ziet, is
jammer, want in bewolking zijn vaak fraaie patronen te zien. Bij depressies bijvoorbeeld.
Het heldere wit van de naar de lagedrukkern spiraliserende wolkenband
steekt doorgaans duidelijk af tegen de donkere tinten van het oceaanwater of het
landoppervlak. Daardoor wordt op zichtbaarlichtbeelden van satellieten de karakteristieke
'depressiekrul' zichtbaar (zie ook Zenit juli/augustus 2005). Boven sneeuw zie
je niets. Of de zon moet laag staan. De schaduw van de bewolking op de sneeuw
op de grond maakt dan het patroon zichtbaar.
Dat was het geval op 30 augustus
2005. Om in die tijd van het jaar een groot gebied met sneeuw en ijs als ondergrond
te vinden, ben je aangewezen op de poolstreken. Het satellietbeeld toont dan ook
de Noordelijke IJszee en de daarboven hangende bewolking. De schaduw maakt niet
alleen de wolkenspiraal bij het depressiecentrum zichtbaar. De bewolking van het
van links naar rechts midden over het satellietbeeld lopend koufront werpt haar
schaduw op de grond. Hetzelfde geldt voor het warmtefront midden rechts in beeld.
De schaduwwerking van de bijbehorende bewolking maakt het plaatje van een frontale
depressie compleet.
Het beeldbeeld is afkomstig van het MODIS-instrument op
de Amerikaanse satelliet Aqua. Geheel onderin zijn de Koningin Elisabetheilanden
zichtbaar. De onderrand van het satellietbeeld loopt van Victoria (Canada) naar
een punt in het uiterste noorden van Groenland. De eilanden Banks (linksonder)
en Ellesmere (rechtsonder) zijn het makkelijkst te herkennen.