Kees Floor, Zenit juliu/augustus 2013
Van vliegtuigen is algemeen bekend dat ze soms aanleiding geven tot de vorming van bewolking: de zogeheten vliegtuigstrepen of contrails. Verrassenderwijs kunnen ze in andere gevallen bewolking doen verdwijnen. Ze veroorzaken dan een gat in de bewolking of een langgerekt wolkenloos spoor. Het verschijnsel is zowel te zien vanaf de grond als op satellietbeelden.
Vliegtuigen die op 8-12 kilometer hoogte door een omgeving vliegen waar de
temperatuur 40 graden onder nul is of lager, laten, tot verdriet en irritatie
van getergde zonaanbidders en andere compromisloze liefhebbers van een strakblauwe
hemel, vaak een spoor van bewolking achter. Als de lucht voldoende vocht bevat,
kunnen de vliegtuigstrepen (Engels: condensation trails of contrails) breed
uitwaaieren, urenlang blijven hangen en overgaan in niet meer van natuurlijk
gevormde sluierbewolking te onderscheiden vliegtuigcirrus.
Minder bekend is dat vliegtuigen af en toe ook bewolking, althans een gedeelte
daarvan, kunnen doen verdwijnen. Zo kan de warmte van de uitstoot van vliegtuigen
onder sommige omstandigheden de wolkendruppeltjes doen verdampen, waarna er
een 'omgekeerde vliegtuigstreep' (Engels: dissipation trail of distrail) ontstaat.
Dit verschijnsel moet overigens niet worden verward met de schaduw van een vliegtuigstreep
op eronder hangende bewolking; waar de schaduw zich bevindt, lijkt de bewolking
door gezichtsbedrog soms afwezig.
Vliegtuigen kunnen ook volgens een heel ander mechanisme bewolking doen verdwijnen;
daarover gaat het vervolg van dit artikel. De toestellen prikken dan bij het
opstijgen of voorafgaand aan de landing een rond of ovaal gat in een overigens
aaneengesloten wolkendek (Engels: hole punch cloud of punch hole cloud) of trekken
in de bewolking een langgerekt, op een distrail lijkend, wolkenvrij spoor (Engels:
canal cloud). De uitsparingen in de uit kleine waterdruppeltjes bestaande bewolking
zijn overigens aanvankelijk voor een deel weer gevuld met /uit ijskristallen
bestaande wolkensluiers, wat ze onderscheidt van de distrails.
|
|
Dunne, koude altocumuluslaag
De bewolking waar de gaten in vallen of waarin de lijnvormige uitsparingen zich
vormen, bestaat doorgaans uit een dunne, koude laag schaapjeswolken, door meteorologen
gewoonlijk aangeduid als altocumulus. Hoewel het op de hoogte waar deze middelbare
bewolking zich bevindt, dan minstens 15 graden vriest, bevriezen de wolkendruppeltjes
die de bewolking vormen, niet spontaan. Pas als zo'n waterdruppeltje verder
afkoelt - tot -37 graden of een nog lagere temperatuur - verandert het in een
ijskristal.
Als er eenmaal ijskristallen gevormd zijn, kunnen deze groter worden ten koste
van verdampende waterdruppeltjes in de directe omgeving. De ijskristallen kunnen
zo uitgroeien tot neerslagelementen die zwaar genoeg zijn om uit de wolk naar
beneden te vallen. Zo ontstaan er valstrepen; tevens zijn er gevallen bekend
waarbij er in samenhang met zo'n gat in de bewolking zelfs neerslag optrad die
op de weerradar te zien was en die de grond bereikte.
De bevriezing van wolkendruppeltjes wordt in dit soort situaties meestal in
gang gezet door vliegtuigen. De lucht achter de propellers en achter de vleugels
zet uit en koelt daarbij soms wel zo'n 20 graden af, wat aanleiding geeft tot
spontane bevriezing van sommige wolkendruppeltjes. Straalvliegtuigen kunnen
eveneens gaten en langgerekte uitsparingen in bewolking veroorzaken, maar dan
moet de temperatuur van de wolkenlaag lager zijn dan in het geval van propellervliegtuigen.
Vanaf de grond
Figuur 1 toont een mooi voorbeeld van een door een vliegtuig veroorzaakt gat
in een wolkenlaag van schaapjeswolken. De relatief scherpe randen van de wolkenelementen
(de 'schaapjes') duiden erop dat de bewolking uit waterdruppeltjes bestaat.
Mocht zo'n druppeltje toevallig buiten de wolk terecht komen, dan verdampt het
vrij snel, wat scherpe wolkenranden oplevert.
In de wolkenlaag zien we in het midden van de foto het door een vliegtuig veroorzaakte
gat. De uitsparing is deels opgevuld met ijskristallen. De ijswolken in het
gat hebben vage randen. Als een ijskristal om wat voor reden dan ook buiten
de ijswolk terecht komt, zal het namelijk niet direct verdampen; denk maar aan
het buiten trager drogen van de was bij luchttemperaturen onder nul. Daardoor
hebben wolken die geheel uit ijskristallen bestaan, zoals sluierbewolking, altijd
vagere randen.
Figuur 2 geeft een ander voorbeeld van een door een vliegtuig veroorzaakt gat
in een wolkendek. De zon bevindt zich achter de bewolking rechts op de foto.
In de ijswolk die in het vliegtuiggat is ontstaan, zien we een kleurrijk lichteffect,
een zogeheten bijzon. Het is een van de vele varianten waarin haloverschijnselen
zich kunnen manifesteren; de meest bekende halovariant is de kleine kring om
de zon of kring van 22 graden. De bijzon op de foto, met zijn naar de zon gekeerde
rode zijde, levert een extra bewijs dat er sprake is van ijswolken; in waterwolken
komen halo's namelijk niet voor. Verderop zullen we zien dat ook satellietbeelden
het optreden van ijswolken in vliegtuiggaten bevestigen.
Vanuit de ruimte
De gaten en de lijnvormige uitsparingen in de bewolking zijn niet alleen zichtbaar
vanaf de grond. Ook op satellietbeelden zijn ze af en toe te zien. Een bekend
en uitvoerig gedocumenteerd geval (zie literatuur) deed zich voor in de Verenigde
Staten op 29 januari 2007 boven Mississippi, Louisiana, Texas, Arkansas en Alabama.
Uit satellietmetingen van de infraroodscanner van de GOES-weersatelliet en uit
radiosonde-oplatingen kon de temperatuur van de bovenkant van de wolkenlaag
die zich over dat gebied uitstrekte, worden bepaald. Deze bedroeg -20 tot -35
graden, zodat de omstandigheden voor de vorming van gaten in de bewolking gunstig
waren. Op satellietbeelden, gebaseerd op metingen van de Moderate Resolution
Imaging Spectroradiometer (MODIS) op de Amerikaanse satellieten Terra (figuur
3) en Aqua (niet afgebeeld), zijn dan ook talrijke gaten en verscheidene langgerekte
uitsparingen te zien. De gaten worden hoogstwaarschijnlijk veroorzaakt door
vliegverkeer dat afkomstig is van de luchthaven Dallas-Fort Worth in Texas of
op weg is daarnaartoe. Op het satellietbeeld in natuurlijke kleuren is de bewolking
wit, terwijl het land in gebieden waar het onbewolkt is of op plaatsen waar
we door de gaten in de bewolking heen kijken, een bruine tint vertoont. Met
wat goede wil zien we in sommige gaten en andere vliegtuiguitsparingen zelfs
de uit ijskristallen bestaande wolkensluiers.
|
|
Water en ijs
Satellietmetingen maken het ook mogelijk een onderscheid te maken tussen waterwolken
en ijswolken. Meetgegevens uit het zichtbaar licht worden dan gecombineerd met
data uit het nabij infrarood en het kortgolvig infrarood. Water is een goede
reflector in al deze golflengtegebieden; ijs daarentegen reflecteert weliswaar
goed in het zichtbaar licht en het nabij-infrarood, maar absorbeert het licht
in het kortgolvig infrarood. Op basis van dit verschil in eigenschappen is het
mogelijk op satellietbeelden ijs en water in afzonderlijke tinten af te beelden,
zodat ijswolken en waterwolken gemakkelijk uit elkaar gehouden kunnen worden.
Op zulke beelden is dan - ook zonder goede wil - goed te zien dat de gaten en
andere uitsparingen zich voordoen in waterwolken en dat de bewolking in zo'n
gat uit ijs bestaat.
Figuur 4 geeft hiervan een voorbeeld. Het satellietbeeld toont een uitsparing
en enkele gaten in een wolkendek boven West-Virginia, Verenigde Staten op 11
december 2009. De situatie is in beeld gebracht in oneigenlijke kleuren op basis
van meetgegevens van de Thematic Mapper (TM) op de Amerikaanse satelliet Landsat-5.
Waterwolken tonen een lichtblauwe of roze tint; de ijswolken in de drie gaten
en in de langwerpige baan zijn helder blauw. Als de ijswolken zullen zijn uitgesneeuwd
of uitgeregend, resteren er de gaten en de wolkenvrije sporen.
Hoe vaak?
De gaten en de wolkenvrije banen die soms in middelbare bewolking worden waargenomen,
laten zien dat het vliegverkeer een rol speelt bij het al dan niet optreden
van bewolking. Over de mate waarin dat gebeurt kunnen we geen harde conclusies
trekken; we kennen alleen de gevallen die we zien. Situaties waarin wolkenlagen
het verschijnsel aan het zicht onttrekken, kunnen niet worden beschreven. De
wolkenlagen op andere niveaus dan waarop de verschijnselen zich voordoen, fungeren
ook als achtergrond van de visuele waarnemingen of van de stralingsmetingen
uit de satellieten; ze kunnen het contrast tussen de gaten in de bewolking en
de wolkenlaag zelf zo sterk doen afnemen dat het effect van de gaten achterlatende
vliegtuigen onopgemerkt blijft.
Wolkenfysici willen graag meer weten over de wisselwerking tussen het vliegverkeer
en bewolking. Veel metingen in het kader van het wolkenonderzoek worden met
vliegtuigen uitgevoerd; wat zijn de meetresultaten nog waard als de meetvliegtuigen
zelf het gedrag van de bewolking mede bepalen? Wat zijn daarnaast de gevolgen
van een verdere toename van het vliegverkeer wereldwijd op de omvang van het
wolkendek en op de eigenschappen van bewolking? En wat zijn daarvan weer de
effecten op het klimaat? Met deze vragen in het achterhoofd is het geen wonder
dat de wetenschappers pleiten voor verder onderzoek naar de mechanismen die
zich voordoen bij de vorming van de mysterieuze gaten en bij andere processen
die zich in bewolking afspelen.
Literatuur
Heymsfield, A.J. et al., 2010: Aircraft-induced hole punch and canal clouds,
inadvertent cloud seeding. Bulletin of the American Meterological Society, 91
(6), 753-766.