In de Grote Oceaan ten noorden van Nieuw-Zeeland liggen de Kermadeceilanden.
De meeste daarvan worden gevormd door actieve vulkanen, maar het aantal onderzeese
vulkanen is in de regio groter dan het aantal vulkanische eilanden. Een van
die onderzeese vulkanen, de Havre, leidde tot voor kort een slapend bestaan
en informatie erover was nergens te vinden. Vorig jaar werd de Havre echter,
totaal onverwacht, actief, al was het eerst niet direct duidelijk van welke
vulkaan de op de Grote Oceaan rond de Kermadeceilanden waargenomen puimsteen
afkomstig was. Dankzij satellietbeelden werd de bron ervan uiteindelijk toch
nog gevonden.
Op 31 juli 2012 nam de Nieuw-Zeelandse Maggie de Grauw tijdens een lijnvlucht
van Faleoa, Samoa naar Auckland, Nieuw-Zeeland, een bijzonder verschijnsel waar.
Vanuit haar raamplaatsje naar de Grote Oceaan onder haar kijkend, zag ze op
het water een grote hoeveelheid puimsteen (zie kader 1) drijven. Ruim een week
later, op 9 augustus, werd de drijvende puimsteen opnieuw gezien, ditmaal door
piloten van de Nieuw-Zeelandse luchtmacht (figuur 1). Het bleek uiteindelijk
te gaan om een 'veld' van 26 duizend vierkante kilometer, een omvang half zo
groot als Nederland.
Monsters
De marine werd ingeschakeld om ter plekke een kijkje te nemen. Aan boord van
de HMNZS Canterbury, die de missie uitvoerde en een dag later al in het gebied
aankwam, bevond zich toevallig een groepje wetenschappers, waaronder vulkanoloog
en geochemicus Helen Bostock. Ze kreeg de bemanning zo ver door het voor de
scheepvaart ongevaarlijke puimsteen heen te varen en monsters ervan omhoog te
brengen (figuur bij kader 1). Maar waar kwam dit puimsteen vandaan?
Welke vulkaan?
De resultaten van een chemische analyse van het puimsteen kunnen te zijner tijd
uitsluitsel geven; elke vulkaan heeft namelijk een scheikundige 'vingerafdruk'.
Maar aanvankelijk gingen de gedachten voorlopig uit naar de iets te noorden
van de Kermadeceilanden gelegen onderzeese vulkaan Monowai. Vrij snel bleek
echter dat deze vulkaan niet de bron van het waargenomen puimsteen kon zijn.
De Monowai barstte namelijk pas uit op 3 augustus; het puimsteen was, zoals
we eerder zagen, al op 31 juli waargenomen. Bovendien ligt de vulkaan 500 kilometer
noordelijker dan waar het puimsteen was aangetroffen, een voor drijvende puimsteen
onder de gegeven omstandigheden onoverbrugbare afstand.
|
|
Satellietbeelden
Verscheidene wetenschappers gingen dan ook verder op zoek naar de 'mysterieuze'
vulkaan waarvan het puimsteen afkomstig moest zijn. Vulkanoloog Erik Klemetti
bekeek samen met Robert Simmon van de NASA satellietbeelden van de Moderate
Resolution Imaging Specotroradiometer (MODIS), een instrument dat is geplaatst
op de Amerikaanse satellieten Terra en Aqua. Op de MODIS-beelden van 19 juli
waren er drie tekenen die wezen op een vulkanische eruptie: zeewater gekleurd
door vulkanische as (turquoise op het satellietbeeld, figuur 2), op het zeewater
drijvend puimsteen (grijs gekleurd) en daarboven een vulkanische pluim. Een
paar dagen later was het puimsteen nog steeds goed waar te nemen (bijvoorbeeld
op 28 juli, figuur 3), maar was er geen pluim meer te zien: de vulkaanuitbarsting
was kennelijk voorbij.
Het begin van de uitbarsting kon eveneens met behulp van satellietbeelden bepaald
worden. Alain Bernard van de Vrije Universiteit van Brussel analyseerde namelijk
infraroodbeelden (temperatuurbeelden) van de MODIS. Hij vond dat op 18 juli
de zeewatertemperatuur in het brongebied van de vulkanische activiteit 22-23°C
was in plaats van de gemiddelde temperatuur van 17-18°C. Dit was het vroegste
bewijs dat de uitbarsting het oceaanoppervlak had bereikt. De momenten van de
satellietwaarnemingen van vulkanische activiteit sporen met het optreden van
talrijke aardbevingen bij de Kermadeceilanden op 17 en 18 juli (zie kader 2).
Google Earth
Toch was het zelfs toen nog niet eenvoudig te achterhalen welke vulkaan voor
de grote hoeveelheid puimsteen verantwoordelijk was; de (onderzeese) vulkanen
van de Kermadeceilanden, waar de uitbarsting plaatsvond, liggen namelijk vrij
dicht bij elkaar. Vergelijkingen met Google Earth gaven aan dat een uitbarsting
van de onderzeese vulkaan Havre de bron moest zijn, een vulkaan waarvan we merkwaardigerwijs
eigenlijk niets weten.
Satellietbeelden hebben ons dus al veel laten zien over het verloop van de juli-eruptie
en de vermoedelijke locatie van de vulkaan waar de uitbarsting plaatsvond. Hopelijk
kunnen we door analyses van het meegebrachte puimsteen nog meer over deze tot
op heden veronachtzaamde vulkaan te weten komen.
Meer lezen?
" Verslag van Erik Klemetti: Havre
Seamount: The Source of Kermadec Island Pumice Raft?
" Verslag van Alain Bernard: Hot
Spots from the July 18 Eruption in Kermadec volcanic arc.
" NASA Earth Observatory: NASA
satellites pinpoint volcanic eruption
" Wikipedia: 2012
Kermadec Islands eruption
|
|
Het artikel over puimsteensporen in de zuidelijke Grote Oceaan.was voor mij
treffend omdat dit verschijnsel voor ons ook waarneembaar was tijdens die bootreis
naar de zonsverduistering in november 2012. Ons schip doorkruiste toen (in november,
dus enige maanden na de uitbarstingen beschreven in het artikel) een veld van
losse stukjes puimsteen en een lang en smal puimsteenspoor. Mijn aanvankelijke
veronderstelling was dat het spoor gevormd was door een zachtjes pruttelende
vulkaanuitstoot in een gebied met zeestroming, maar de foto's in uw artikelen
suggereren wellicht dat de onderzeese uitbarstingen groter en korter waren.
Die uitbarstingen veroorzaakten dan betrekkelijk grote puimsteenvelden (zie
de eerste bijgevoegde foto, door anderen genomen vanaf een zeiljacht!) waarna
zo'n veld door de wind uiteengetrokken werd tot de door mij waargenomen sporen.
Ik voeg ook een tweetal door mij genomen foto's hierbij.
Anton Barendregt