Kees Floor, Zenit juli/augustus 2008
Voorbeelden van werk dat afhankelijk is van het weer en het nut van weersverwachtingen daarbij kom je steeds vaker tegen. Zoals nu weer bij het gemeentelijk onkruidbeheer.
Onkruidbestrijding met chemische middelen langs de openbare weg.. |
Regen
en wind
Bij het terugdringen van de afspoeling van onkruidbestrijdingsmiddelen
speelt het weer op verschillende manieren een rol. Als het kort nadat er gespoten
is, gaat regenen, komen de chemicaliën met het wegstromende regenwater in
de sloot of het riool terecht nog vóór ze hun werk hebben kunnen
doen. Eigenlijk moet het een vol etmaal droog blijven om dit te voorkomen.
Verder
mag het tijdens het spuiten niet te hard waaien. De wind kan de middelen namelijk
meevoeren naar plaatsen waar dat niet nodig of zelfs ongewenst is. Om dergelijke
drift te voorkomen, houdt men een bovengrens voor de windsnelheid aan van windkracht
3. In de landbouw wordt bij het uitvoeren van gewasbeschermingsmaatregelen, het
in die sector gehanteerde eufemisme voor spuiten, eenzelfde bovengrens aangehouden.
Temperatuur
en vochtigheid
De weersomstandigheden hebben ook invloed op de effectiviteit
van het gebruikte chemische bestrijdingsmiddel, veelal RoundUp Evolution. Onkruid
neemt deze stof het gemakkelijkst op na een periode met groeizaam weer zonder
nachtvorst. Op nat onkruid moet je het niet gebruiken; als het regent of als het
onkruid vochtig is van de dauw, kunnen de wijkbeheerders en buitendienstmedewerkers
van de gemeenten of de door hen ingehuurde loonbedrijven dus beter wat anders
gaan doen. De werking is optimaal bij temperaturen van 10 tot 22 graden en een
relatieve vochtigheid van 80% of hoger. Daarbij moeten we rekening houden met
het gegeven dat de temperaturen vlak bij betontegels of andere bestratingen overdag
vooral bij zonnig weer aanzienlijk hoger liggen dan de op 1,5 meter hoogte gemeten
officiële luchttemperatuur. We zagen al eerder dat het na het spuiten nog
24 uur droog moet blijven; daarna mag het groeizame weer met regen en zonder nachtvorst
terugkeren.
Minder milieuschade
Gemeenten die rekening houden
met het weer, kunnen, met wat aanvullende maatregelen en een goede werkplanning,
het gebruik van onkruidverdelgers met een derde terugbrengen. Ze zijn dan wel
iets duurder uit. Veel gemeenten gaat dat nog niet ver genoeg en zijn bereid wat
dieper in de buidel te tasten of het beoogde straatbeeld aan te passen. Ze zijn
overgestapt op onkruidbeheer zonder herbiciden. Dat kan onder andere met heet
water, borstelen en branden. Er is dan geen afspoeling van chemische middelen
en tegelijkertijd neemt de weersafhankelijkheid af. Eigenlijk kan alleen regen
tijdens het werk nog roet in het eten gooien.
Van de onkruidbestrijdingsmiddelen
die in het grond- en oppervlaktewater terecht komen, is bijna een achtste afkomstig
van gemeenten en andere overheden. Particulieren vervuilen ongeveer evenveel;
zij kunnen als ze het milieu minder willen belasten dus ook meer met het weer
doen, overschakelen op andere manieren van onkruidbestrijding of het onkruid gewoon
zijn gang laten gaan. De meeste winst is overigens te behalen bij het schoonhouden
van bedrijfsterreinen; daar komt ongeveer 70 procent van de herbiciden die in
het milieu terecht komen, vandaan.
Onkruidbestrijding met heet water. | ||