| Vervuilde
lucht boven de Britse Eilanden Geplaatst in Zenit, november 2003 Een depressie voor de westpunt van Bretagne zuigt verontreinigde lucht aan die zich boven de Britse Eilanden en het aansluitende zeegebied bevindt. De vervuilde lucht is duidelijk zichtbaar op het beeld van de Amerikaanse satelliet Aqua. Het patroon met verontreinigingen op het satellietbeeld spoort redelijk met het patroon op het luchtverontreinigingkaartje van de Universiteit van Keulen.
| Concentraties van stof- en roetdeeltjes kleiner dan een honderdste millimeter in de atmosfeer. Oranje duidt op hoge concentraties, blauw op lage. Bron: Universiteit van Keulen. Satellietbeeld (links): Een depressie voor de kust van Bretagne zuigt vervuilde lucht aan van boven de Britse Eilanden. Opname van de Amerikaanse satelliet Aqua van 23 maart 2003. |
Langdurige perioden met zonnig en rustig weer
hangen vaak samen met krachtige, standvastige hogedrukgebieden boven het Europese
vasteland. Zo'n mooi-weerperiode trad bijvoorbeeld op in maart 2003; de getoonde
afbeeldingen hebben betrekking op die periode.De luchtdrukverschillen zijn in
de buurt van hogedrukcentra gewoonlijk klein; daardoor staat er weinig wind en
krijgt het weer zijn rustige karakter. Het ontbreken van bewolking is een gevolg
van het optreden van dalende luchtbewegingen in het gebied waar de hogedrukzone
haar invloed doet gelden. Dalende lucht warmt op en droogt daardoor uit, zodat
eventueel aanwezige bewolking op den duur verdwijnt.Schaduwzijde van het zonnige
weer is een toenemende kans op luchtverontreiniging; deze treedt op in de onderste
honderden meters van de atmosfeer, de zogeheten atmosferische grenslaag. De dalende
bewegingen in het hogedrukgebied warmen uitsluitend de lucht boven de grenslaag
op; in een grenslaag kan zich vooral 's winters of boven de oceanen dan ook wél
bewolking of mist handhaven. Net boven de grenslaag is het een paar graden warmer
dan erin; men spreekt in zo'n geval van een inversie aan de bovenkant van de grenslaag.
Een inversie gaat stijgende luchtbewegingen tegen en verhindert daarmee tevens
de uitwisseling tussen de lucht in de grenslaag en die erboven; ze vormt al het
ware een deksel op de grenslaag. Verontreinigingen die zich in de grenslaag bevinden,
kunnen daaruit niet naar boven toe ontsnappen, zodat de concentraties ongewenste
stoffen hoog blijven. De zwakke wind kan de verontreinigingen niet snel afvoeren,
waardoor verdere ophoping van verontreinigingen plaatsvindt. Dit proces gaat door
tot de weersomstandigheden veranderen.
Het optreden van luchtverontreiniging
baart de diverse overheden in Europa zorg. Nationale instituten, zoals in Nederland
het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieuhygiëne (RIVM) in Bilthoven,
houden de situatie dan ook voortdurend in de gaten. Daarnaast zijn er ook universiteiten
op dit terrein actief door onderzoek te doen, meetwaarden te publiceren of verwachtingen
uit te geven voor luchtverontreiniging. Een voorbeeld geeft het afgedrukte kaartje,
dat afkomstig is van de Universiteit van Keulen.
De meeste luchtverontreiniging
is afkomstig van menselijke bedrijvigheid in de grenslaag. Vooral de grote steden,
met hun concentraties aan industrie en hun verstikkende verkeersstromen, vormen
een bron van verontreinigingen. Vaak gaat het omstoffen die gezondheidsrisico's
met zich meebrengen. Veelal zijn het gassen die stank verspreiden, irritaties
teweeg brengen aan huid en slijmvliezen of zelfs kankerverwekkend zijn. Zo regende
het tijdens de genoemde overwegend zonnige mooi-weerperiode in het Rijnmondgebied
stankklachten en moesten bedrijven de uitstoot van stank terugbrengen of stoppen.
Naast gassen worden ook stof- en roetdeeltjes de dampkring ingebracht. Vooral
dieselmotoren staan in dit opzicht in een kwade reuk.
Onder het mooi-weerscenario
kunnen verontreinigingen geruime tijd gevangen blijven in de grenslaag. Daarbinnen
verplaatsen ze zich wel, vaak over grote afstanden, zodat ook het niet-stedelijk
gebied met luchtverontreiniging te kampen krijgt.
De gasvormige verontreinigingen
zijn meestal kleurloos en met het blote oog niet te zien; ze zijn evenmin waarneembaar
op satellietbeelden. Voor de stof- en roetdeeltjes ligt dit anders. Ook al zijn
ze heel klein en beperkt men zich bij de metingen tot deeltjes kleiner dan een
honderdste millimeter, ze zijn toch zichtbaar doordat ze heiigheid veroorzaken
en het zicht doen afnemen. Vanuit een satelliet is de met deeltjes vervuilde lucht
eveneens waarneembaar, zeker met de resolutie van 250 m waarover we in sommige
gevallen kunnen beschikken. Het beeld van de Amerikaanse satelliet Aqua toont
duidelijk de gebieden met verontreinigde lucht boven Groot-Brittannië, Ierland
en het aansluitende zeegebied. Door de grauwsluier heen blijft het landoppervlak
overigens redelijk goed zichtbaar. De rode punten in het oosten van Ierland bij
Dublin, in het westen bij Galaway en in Wales, ongeveer 60 km ten zuidwesten van
Liverpool, markeren vuren, waarvan de rook zich bij de reeds aanwezige luchtverontreinigingen
voegt. De verontreinigde lucht wordt als het ware de wervel van de depressie ingezogen
die we voor de westpunt van Bretagne zien liggen.
Het luchtverontreinigingkaartje
van de Universiteit van Keulen geldt voor 23 maart 2003, de dag waarop ook het
satellietbeeld betrekking heeft. Het kaartje toont de concentraties deeltjes nabij
het aardoppervlak kleiner dan een honderdste millimeter. De op het kaartje getoonde
hoge concentraties boven de Britse Eilanden sporen redelijk met wat het satellietbeeld
laat zien. Ook het Rijnmondgebied is op het kaartje duidelijk terug te vinden
als vervuild gebied.