Kees Floor, Zenit, maart 2008.
Stapelwolken ordenen zich boven Nederland in het voorjaar vaak in een patroon van langgerekte wolkenstraten. Als de overgang tussen zee en land strak verloopt, beginnen die koordwolken op gelijke afstand van de kust en hebben ze gelijke kansen van ontwikkeling. Maar dat blijkt niet altijd het geval.
1. Wolkenstraten boven Nederland in de ochtend van 27 april 2005, gezien vanaf ruim 700 kilometer hoogte. De wolkenstraten die wijzen naar het industriegebied van Velsen en naar de Maasvlakte, zijn beter ontwikkeld dan de overige. Instrument: MODIS. Satelliet: Terra. Bron: NASA/GSFC Modis Rapid Response Team. | 2. Wolkenstraat boven Noord-Holland op 10 maart 2007, 11.24 UT. Links in beeld is de Noordzeekust, onderin is het Noordzeekanaal zichtbaar. Vlak achter de duinen ligt ten noorden van het kanaal het industriegebied van Velsen met onder andere de Hoogovens van Corus. Met wat goede wil zijn boven het industriegebied twee rookpluimen zichtbaar. Opname vanaf ongeveer 340 kilometer hoogte met een digitale camera vanuit het Internationale Ruimtestation ISS. | 3. Wolkenstraten boven Nederland in de ochtend van 10 maart 2007, 11,15 UT, dus nagenoeg hetzelfde tijdstip als bij figuur 2, gezien vanaf ruim 700 kilometer hoogte. De wolkenstraat die wijst naar het industriegebied van Velsen, begint dichter bij zee dan de overige. De in vergelijking met figuur 1 lichtere tinten van het Noordzeewater langs de kust, worden veroorzaakt door de aanwezigheid van sediment en algen. Instrument: MODIS. Satelliet: Terra. Bron: NASA/GSFC Modis Rapid Response Team. |
Op
27 april 2005 deed zich boven Noord-Holland zo'n uitzondering voor (figuur 1).
De wolkenstraat die begint in de buurt van waar het Noordzeekanaal uitmondt in
de Noordzee, is dikker dan de naburige wolkenstraten. Bedoelde wolkenstraat wijst
in de richting van een rode vlek op het satellietbeeld. Dergelijke rode plekken
duiden op hete plaatsen op het aardoppervlak. Meestal hangen ze samen met bos-,
duin- of andere natuurbranden, maar soms wijzen ze op industriële activiteit
(vergelijk Zenit december 2006). In dit geval veroorzaken de hoogovens van Corus
in Velsen kennelijk de warmte. De vrijkomende hitte geeft de ontwikkeling van
stapelwolken een extra stimulans, zodat de bewolking iets dichter bij de kust
begint en zich beter kan ontwikkelen. Kennelijk beïnvloedt menselijke activiteit
het patroon van stapelwolken dat zich boven ons land voordoet.
Het satellietbeeld
van figuur 1 is gebaseerd op gegevens van de Moderate Resolution Imaging Spectroradiometer
(MODIS) op de Amerikaanse satelliet Terra. Deze komt elke ochtend over op een
hoogte van ruim 700 kilometer. Af en toe trekt ook het Internationaal Ruimtestation
ISS over Nederland terwijl de bemanning beelden maakt met een digitale camera.
Dat was bijvoorbeeld het geval op 10 maart 2007, toen vanaf ongeveer 340 kilomer
hoogte de opname van figuur 2 werd gemaakt. Het ruimtestation bevond zich op dat
moment vlak voor de Nederlandse kust ter hoogte van de Maasvlakte. We zien een
eenzame koordwolk die, net als in het geval van figuur 1, wijst in de richting
van de Hoogovens.
Het MODIS-beeld van figuur 3 laat zien dat deze wolkenstraat
deel uitmaakt van een patroon met meer wolkenstraten. Ze beginnen te ver weg van
de kust om nog zichtbaar te zijn op de ISS-foto van figuur 2. Ook nu dragen de
Hoogovens bij aan de vorming van de wolkenstraat dichter bij de kust en kunnen
we spreken van menselijke beïnvloeding van het wolkenstratenpatroon.
Figuur
1 bevat nog een ander voorbeeld, al is de koppeling minder direct. Wolkenstraten
die bij de Maasvlakte ontspringen, zijn eveneens relatief goed ontwikkeld. Mogelijk
levert industriële bedrijvigheid ook hier een extra impuls voor het ontstaan
van stapelwolken. De grote opgespoten zandvlakte warmt bij zonnig voorjaarsweer
echter ook zelf al gemakkelijk op. Menselijke ingrepen in vorm, oppervlakte en
gebruik van het land bepalen ook hier mede de vorm van het wolkenstratenpatroon
stroomafwaarts.