Kees Floor, Zenit mei 2009
Argentinië en andere delen van Zuid-Amerika hadden het afgelopen groeiseizoen te kampen met uitzonderlijke droogte. Landbouw en veeteelt kregen rake klappen en vruchtbare grond werd weggeblazen richting zee. Satellietbeelden geven een indruk van de ernst van de situatie.
De afgelopen zomer, die op het zuidelijk halfrond in onze wintermaanden plaatsvindt, werden delen van Argentinië, Uruguay en Brazilië geteisterd door extreme droogte. Volgens de weerdienst van Argentinië was het in de periode van half november tot half februari sinds 1971 niet meer zo droog geweest. Op sommige plaatsen was de zomer de droogste in 50 jaar, hier en daar zelfs in honderd jaar.
Schade in de landbouw
Door de droogte, die eigenlijk al half maart 2008 was begonnen, hadden boeren
en veehouders in de regio een harde dobber. De katoen, soja, tarwe en mais hadden
zwaar te lijden onder de droogte. De opbrengst was slechts 30 tot 60 procent
van het jaar ervoor en de verzwakte gewassen waren kwetsbaarder voor plantenziekten.
Sommige boeren gebruikten het onvolgroeide gewas als veevoer.
De extreme hitte en droogte deden zich voor net op het moment dat de soja doorgaans
bloeit en zaad vormt; ze veroorzaakten ook grote verschillen in de hoogte en
rijpheid van katoenplanten, zelfs op een en dezelfde plantage. Daardoor werd
het oogsten ervan een stuk lastiger. Zo er nog wat regen viel, dan was dat op
het verkeerde moment in de groeicyclus van de gewassen.
Ook de graslanden van de pampa's verdroogden; er bleef niet veel meer van over
dan zanderig terrein met een enkele stekelige distel. Veel vee kwam om van honger
en dorst; de uitgemergelde koeien die de droogte overleefden, kalfden nauwelijks.
Minder groen
Satellietbeelden
van het getroffen gebied bevatten duidelijke aanwijzingen voor de droogte. Figuren
1 en 2 tonen aan de bovenzijde het zuiden van de Argentijnse provincie Buenos
Aires, een van de belangrijkste graanschuren van het land. Daaronder is het westen
van de provincie Rio Negro zichtbaar. Het water rechtsonder is de Atlantische
Oceaan. Ongeveer midden in beeld bevindt zich een inham: de Bahia Blanca; de daaraan
gelegen gelijknamige stad is zichtbaar als grijze vlek. Linksonder is een deel
te zien van de Golfo San Matias.
Figuur 1 geeft de situatie op 23 februari
van dit jaar. Doordat gewassen het toen uiterst moeilijk hadden en graslanden
verdroogd waren, domineren daar de bruinige tinten van de kale, zanderige grond.
Ter vergelijking geeft figuur 2 het satellietbeeld van een jaar eerder: 22 februari
2008, aan het eind van een voor die streken normale zomer. De bodem laat in 2008
aanzienlijk meer groen zien dan na de droogte en hitte van 2009.
De satellietbeelden
van figuur 1 en 2 zijn gebaseerd op meetgegevens van de Moderate Resolution
Imaging Spectroradiometer (MODIS) op de Amerikaanse satelliet Terra. Ze tonen
land, oceaan en bewolking in natuurlijke kleuren.
1.
(muis naast beeld) Satellietbeeld van een deel van het door extreme droogte getroffen
Argentinië. Gebieden die in normale zomers door vegetatie groen gekleurd
zijn, hebben nu de bruine kleur van verdroogd gewas of kale grond. Datum: 23 februari
2009. Instrument: MODIS. Satelliet: Terra. Bron: Bron: NASA/GSFC/MODIS Rapid Response
Team. 2. (muis op beeld) Als figuur 1, maar nu een jaar eerder na een normale zomer. Datum: 22 februari 2008. |
|
Vegetatie-index
Het verschil in groen is in dit extreme geval van hitte en droogte al
op het oog zichtbaar op de zichtbaarlichtbeelden in ware kleuren. Na combinatie
van die gegevens met metingen uit het nabij-infrarood krijgen we een nog nauwkeuriger
beeld van de ernst en de omvang van de weerramp. De satellietmetingen worden hiertoe
herleid tot een zogeheten vegetatie-index, een maat voor de hoeveelheid planten
en begroeiing op de grond.
Het idee erachter is als volgt: Het chlorofyl in
gezonde vegetatie absorbeert tijdens de fotosynthese veel zonlicht in de zichtbaarlichtbanden
en reflecteert tegelijkertijd veel licht in het nabij-infrarood. Ongezonde en
verdroogde planten gedragen zich juist andersom: ze kaatsten veel licht terug
in het zichtbaar licht en weinig in het nabij-infrarood. Datzelfde is het geval
als er weinig of geen begroeiing is. Uit de metingen in de beide golflengtegebieden
kan daardoor een vegetatie-index worden afgeleid, die aangeeft of er groen aanwezig
is en hoe het erbij staat.
Meer bruin
Figuur 3 geeft het verschil
in de waarden van de vegetatie-index voor de afgelopen zomer en voor het gemiddelde
van de zomers van 2000 tot en met 2008 voor de perioden van 17 januari tot en
met 1 februari. De overvloedig optredende bruine tinten duiden op een vegetatie-index
die afgelopen zomer lager was dan normaal; op de spaarzaam voorkomende vaag-groene
plekken was de waarde van die index hoger. In het beige gebied zijn de verschillen
verwaarloosbaar. Achter de meeste bruine vlekken gaat een persoonlijk drama schuil:
een boer die zijn oogst ziet mislukken of een veehouder wiens koeien deels zijn
omgekomen terwijl de overgebleven dieren uitgemergeld en ondervoed zijn. Veel
Argentijnen zijn verwoede vleeseters en zullen de gevolgen van de droogte voelen
in hun portemonnee of hun eetgedrag moeten aanpassen. Ook de Argentijnse economie
als geheel is getroffen; export van landbouwproducten en van het befaamde Argentijnse
vlees vormen belangrijke bronnen van inkomsten. Om de prijzen voor binnenlands
gebruik niet te hoog laten oplopen, heeft de regering de export van vlees al aan
banden gelegd.
Het gebied dat in kaart is gebracht, ligt wat noordelijker
dan in figuren 1 en 2. De Bahia Blanca bevindt zich nu geheel onderaan. De grote
inham meer naar het noorden is de Rio de la Plata, waaraan zowel de Argentijnse
hoofdstad Buenos Aires als Montevideo, de hoofdstad van Uruguay, is gelegen. De
grens tussen de beide landen is de rivier Uruguay, de rechter van de twee grote,
min of meer van noord naar zuid stromende rivieren die duidelijk op het satellietbeeld
zichtbaar zijn.
Stof
Door de droogte en hitte kregen wind
en thermiek gemakkelijk vat op het losse zand, dat niet langer door vegetatie
op z'n plaats werd gehouden. Dat leidde tot zandhoosjes en zandstormen. Vooral
als zand en stof over zee werden weggeblazen, was dat goed te zien op de satellietbeelden
in ware kleuren. Figuur 4, gebaseerd op metingen van de MODIS op de Aqua, de zustersatelliet
van de Terra, toont de situatie van 17 februari 2009. Het gebied in beeld ligt
nu wat zuidelijker dan in de figuren 1 en 2. Golfo San Matias is volledig in beeld.
De stof- en zandpluimen vinden hun oorsprong in de landbouwgebieden ten noorden
van de Golf. In normale zomers met meer vegetatie ligt het zand niet zo makkelijk
voor het opblazen als in de afgelopen droogteperiode.
Bovenaan de figuur ligt
in het midden de Bahia Blanca. Net als op de satellietbeelden van de figuren 1
en 2 is de baai gevuld met bruin of bruin-groen sediment. Verderop richting oceaan
kleuren algen en fytoplankton het zeewater blauwgroen. 'Schoon' oceaanwater heeft
een donkerblauwe tot zwarte tint.
| 4b. Oostenwinden doen stof en zand van uitgedroogde Argentijnse akkers en graslanden uitwaaieren over het water van de Atlantische Oceaan. Datum: 23 januari 2009. Instrument: MODIS. Satelliet: Aqua. Bron: Bron: NASA/GSFC/MODIS Rapid Response Team. |
|
Droogte
wereldwijd
Zuid-Amerika was niet het enige gebied waar extreme droogte
optrad. Het oosten van Afrika en het zuidoosten van Australië hadden eveneens
met droogte te kampen. In Australië leidde dat in januari en februari tot
talrijke natuurbranden met grote aantallen slachtoffers. (zie Weermagazine-artikel)
Ook
op het noordelijk halfrond was het in veel gebieden droog. In grote delen van
landen als de Verenigde Staten, China en een aantal Zuid-Aziatische landen viel
veel minder regen dan normaal. De landen waar de droogte optrad waren in 2006
nog goed voor twee derde van de wereldproductie aan voedsel.
(Muis
naast beeld): droogte in het seizoen 2008/2009. (Muis op beeld): agrarische productie
per land in US$. Bron. |