Kees Floor, Zenit juli/augustus 2014
Een recent satellietbeeld van de aarde bij nacht bevat meer informatie dan alleen de posities van de lichten die samenhangen met stedelijke agglomeraties. Lichtvlekken blijken ook zichtbaar in sommige dunbevolkte gebieden en hier en daar zelfs op zeeën en oceanen.
|
Eind 2012 publiceerde NASA nieuwe beelden van de aarde bij nacht
(figuur 1). Ze waren gebaseerd op metingen van het dag/nachtkanaal van de Visible
Infrared Imaging Radiometer Suite (VIIRS) op de Amerikaanse aardobservatiesatelliet
Suomi-NPP, die een jaar daarvoor in een baan rond de aarde was gebracht. Weliswaar
hadden de Amerikanen eerder vergelijkbare beelden
gepubliceerd met gegevens van 1994 en 2003, gebaseerd op data van de Operational
Line Scanner (OLS) van het Defense Meteorological Satellite Program (DMSP),
maar het nieuwe instrument is lichtgevoeliger en de recente beelden hebben een
hogere resolutie; ze tonen daardoor veel meer detail. Talrijke steden, verkeerswegen
en andere sporen van menselijke activiteit of aanwezigheid in de nacht, zijn
op de beelden terug te vinden; we zien, zoals NASA het enigszins hoogdravend
formuleert, de voetafdruk van de menselijke beschaving op aarde.
Deze gedetailleerde weergave van de aarde bij nacht nodigde de talrijke liefhebbers
van dit soort satellietbeelden uit de erop weergegeven informatie nauwgezet
te bestuderen, de eigen topografische kennis te toetsen of anderszins verklaringen
te zoeken voor wat de beelden hun aan lichtbronnen dicht bij huis of in verre
streken tonen. Daarbij bleek de aarde vanuit de ruimte bezien op nachtelijke
satellietbeelden een aantal verrassingen in petto te hebben. Dat wereldsteden
duidelijk oplichten op de beelden lag in de lijn der verwachtingen. Maar waarom
was er zoveel licht te zien in vrijwel onbewoonde delen van Australië en
van de Verenigde Staten? En hoe verklaar je de lichte plekken boven zeeën
en oceanen, zoals op de wateren rond China, Korea en Japan en op de zuidelijke
Atlantische Oceaan voor de kust van Argentinië?
|
|
Natuurbranden
Het merendeel van de eerste reacties op de gepubliceerde satellietbeelden van
de aarde bij nacht had betrekking op Australië (figuur 2). Hoe is het mogelijk
dat er in de outbacks, gebieden waarvan iedereen weet dat ze vrijwel onbewoond
zijn, zo veel lichtbronnen te zien zijn? De verklaring ligt in het optreden
van natuurbranden, zoals die in Australië wel vaker voorkomen. Hoewel de
branden in de middag door toegenomen wind en opgelopen temperatuur het felst
branden, blijft er 's nachts voldoende licht over om vanuit de ruimte te kunnen
worden waargenomen. Stond er dan zo'n groot gedeelte van het continent in brand?
Ja en nee. Voor één dag is het aantal intense brandhaarden wel
erg groot. Maar de door NASA gepubliceerde beelden bieden een optelsom van wat
er is waargenomen tijdens 312 omwentelingen van de aardobservatiesatelliet Suomi-NPP
op 9 dagen in april 2012 en op 13 dagen in oktober 2012. Op die manier was er
van elke locatie wel een beeld beschikbaar zonder bewolking. Als er op een van
de onbewolkte nachten in de waarnemingsperiode op het moment van de overkomst
van de satelliet ergens een intense natuurbrand woedde, is die op het verzamelbeeld
terug te vinden. Daardoor zijn de op steeds wisselende locaties optredende natuurbranden
prominenter in beeld gebracht dan de 'vastgespijkerde' lichtbronnen van de stedelijke
agglomeraties.
Dat het inderdaad om natuurbranden gaat, wordt aannemelijk gemaakt in figuur
3. Het satellietbeeld toont in groene tinten de gebieden waar het landschap
in de periode 11-24 oktober 2012 door brand is verwoest of aangetast; stedelijke
gebieden zijn weergegeven in zwart. Hoewel de landelijke gebieden in de binnenlanden
van Australië droog zijn en relatief arm aan vegetatie, is er toch nog
voldoende brandbaar materiaal beschikbaar. De in de kaart gepresenteerde locaties
van natuurbranden zijn gebaseerd op meetgegevens van de Moderate Resolution
Imaging Spectroradiometer (MODIS) op de Amerikaanse aardobservatiesatellieten
Terra en Aqua.
North Dakota, USA |
||
Oliewinning en affakkelen van gas, North Dakota, USA. |
Olie- en gaswinning
Ook de Verenigde Staten kennen dunbevolkte gebieden, zoals het noordwesten van
de staat North Dakota, dicht tegen de Canadese grens. Toch bevindt zich daar
in de prairies op het satellietbeeld van de aarde bij nacht een grote, lichte
vlek (figuur 4, ten westen van Minot, ten noorden van de tekst NORTH); zes jaar
eerder zou er nog vrijwel niets te zien zijn geweest. De oorzaak van al dat
licht is de zich in een razend tempo uitbreidende olie- en gaswinning die in
die regio plaatsvindt. Inmiddels zijn er zo'n 150 grotere of kleinere oliemaatschappijen
actief. Dagelijks worden acht nieuwe bronnen aangeboord. Na Texas produceert
North Dakota tegenwoordig de meeste olie van alle staten in de VS.; de werkloosheidscijfers
zijn er door de run op olie, het laagst. De lokale bevolking spreekt gekscherend
over 'Koeweit in de prairie'.
De winningsinstallaties en de bijbehorende tijdelijke bebouwing baden in het
licht. Daarnaast worden grote hoeveelheden schaliegas afgefakkeld, wat ook bijdraagt
aan de helderheid van de vlek op het satellietbeeld. Doordat de infrastructuur
van pijpleidingen nog niet berekend is op de enorme groei van de gaswinning
en het schaliegas er meer dan bij ons als bijproduct wordt gezien, wordt bijna
een derde deel van het gas dat uit de grond wordt gehaald, afgefakkeld. De hoeveelheid
gas die zo verloren gaat is voldoende om 500 000 huishoudens te voorzien van
verwarming. Het eerste productieve jaar van een locatie kan dat affakkelen nog
zonder kosten voor de exploitant; daarna betaalt hij erover even veel belasting
als over de delfstoffen die wél op de markt terecht komen. Doordat het
gas aanzienlijk minder oplevert dan de olie, maken sommige exploitanten echter
weinig haast om te investeren in de benodigde infrastructuur of de aansluiting
daarop.
Affakkelen verdient overigens de voorkeur boven lozen in de dampkring, omdat
het effect op de opwarming van de aarde dan kleiner is. Het lichteffect van
de olie- en gaswinning is op figuur 4 sterker dan wat te zien is op een beeld
van een enkele, willekeurige nacht (niet afgebeeld), doordat weer is gesommeerd
over 22 verschillende nachten.
Visserij
Ook op andere locaties toont het satellietbeeld van de aarde bij nacht onverwachte
lichtbronnen. Dat is bijvoorbeeld het geval boven de Atlantische Oceaan bij
Argentinië en de Falklandeilanden (figuur 5). De lichtbronnen bevinden
zich zo'n 300 tot 500 kilometer uit de Argentijnse kust in een gebied waar geen
olie- of gaswinning plaatsvindt. Wel is er veel bedrijvigheid van vissersboten
De vissers zijn vooral gericht op de vangst van pijlinktvis; de regio is het
op een na grootste vangstgebied van die vissoort. De vis leeft op 80 tot 600
meter diepte; hij voedt zich met fytoplankton en met de kleinere vissoorten
die in overvloed voorkomen in voedselrijke gebieden. De vissersboten maken 's
nachts gebruik van felle lichten om de prooien van de inktvissen naar het oppervlak
te lokken; de inktvissen gaan er dan achteraan en kunnen zo gemakkelijker worden
gevangen. Op sommige boten zitten meer dan 100 lampen met een gezamenlijk vermogen
van zo'n 300 kilowatt.
|
Vissen op pijlinktvis.
|
Natuurbrand in Australië.
|
De vissers werpen hun netten bij voorkeur uit in de voedselrijkste visgronden.
Een maat voor de voedselrijkdom is de hoeveelheid chlorofyl in het oceaanwater.
Chlorofylconcentraties worden al sinds het eind van de vorige eeuw bepaald uit
metingen van aardobservatiesatellieten. Voor figuur 6 werden data gebruikt uit
maart 2012 van de VIIRS op de Suomi-NPP.
Buitenlandse visserschepen moeten echter de exclusieve economische zones, waarin
de burgers van het eigen land als enigen visrechten bezitten, respecteren. De
patronen met lichtbronnen volgen daardoor deels de grenzen van die zones en
dus niet alleen grenzen van rijke visgronden. Overigens nemen niet alle vissers
de regels even nauw. De Argentijnse kustwacht kan geen vuist maken tegen illegale
vissersboten, vooral uit China. Verder werken ook onduidelijkheden door de nog
steeds niet bijgelegde ruzie tussen Argentinië en Groot-Brittannië
over de Falklandeilanden illegale visvangst in de hand.
Iets vergelijkbaars is te zien in de Oost-Chinese Zee en de daarvan deel uitmakende
Gele Zee. Het satellietbeeld van de aarde bij nacht (figuur 7) toont daar talrijke
vissersboten; de lichten van deze schepen vertonen veelal lijnvormige patronen.
Het markantst is de strakke, oostelijke begrenzing van een gebied met een overvloed
aan visserijlichten ten zuiden van het Zuid-Koreaanse eiland Jejudo.
Figuur 7 toont ook duidelijke verschillen in aantallen lichtbronnen tussen het
noorden en het zuiden van het Koreaans Schiereiland. Wereldwijd staat Zuid-Korea
op een tiende plaatst voor wat betreft energieverbruik, terwijl we Noord-Korea
terugvinden op positie 73.
|
|