Kees Floor, Het Weer Magazine, oktober 2007
Het warmwaterseizoen is weer begonnen. Vooral aan de kust is dat te merken aan meer nattigheid, onverwachte waterstanden in de havens en luchtspiegelingen boven zee.
Wie in de buurt van de kust woont of er veel verblijft, krijgt vaak het idee dat er daar slechts twee seizoenen zijn: een warmwaterhalfjaar en een koudwaterhalfjaar. Het weer wordt er namelijk sterk beïnvloed door de temperatuurverschillen tussen het landoppervlak en het zeewater. In het voorjaar en de eerste maanden van de zomer is het zeewater kouder. Daardoor is er dan meer zon aan zee en het is er droger. Vanaf augustus of september keert het tij. Dan is het juist het zeewater dat warmer is en zitten de stapelwolken meer boven zee dan boven land. De buiigheid, die eerder in het jaar verder landinwaarts het grootst was, krijgt dan in de kustzone haar maximum.
![]() | ![]() | ![]() |
Stapelwolken
boven zee in het warmwaterseizoen, Bakkum. | Buien
boven zee in het warmwaterseizoen, Bergen aan Zee (links) en Egmond aan Zee. |
Warm
zeewater
In het algemeen geldt dat stapelwolken en buien zich daar bevinden
waar het aardoppervlak het warmst is. De bewolking is namelijk een gevolg van
opstijgende luchtbewegingen, die boven een warm oppervlak nu eenmaal gemakkelijker
op gang komen. De kustlijn vormt overigens geen haarscherpe begrenzing tussen
de gebieden met en zonder bewolking of buien. In het voorjaar en de vroege zomer,
dus in het koudwaterseizoen, is de aangevoerde lucht al enkele kilometers of tientallen
kilometers het land binnengestroomd, voor de bewolking zich vormt. Je kunt ook
zeggen dat het onbewolkte gebied boven zee nog een eindje het land kan binnendringen
voor het geheel of gedeeltelijk is opgevuld met stapelwolken. Op dezelfde manier
slagen in het warmwaterseizoen de bewolking en de buien van boven zee erin het
land binnen te dringen. 's Nachts gaat dat moeilijker dan overdag en heeft soms
alleen de kuststrook met de buiigheid te maken. Overdag, als de oppervlaktetemperaturen
minder laag liggen, kunnen de buien veel verder het land binnentrekken, zodat
ze overal in het land optreden.
Open cellen
De stapelwolken die
samenhangen met warm water of land, zijn doorgaans niet 'at random' over het oppervlak
verdeeld. In het koudwaterseizoen zien we dat ze zich - vooral boven Holland,
Zeeland en Vlaanderen - ordenen in de vorm van langgerekte wolkenstraten of koordwolken.
In de herfst en de overige perioden van het warmwaterseizoen, als de stapelwolken
overwegend boven zee zitten, domineren de celvormige wolkenpatronen. Ze treden
vooral op als noordwestenwinden koude lucht over de volle lengte van de Noordzee
richting Nederland voeren. Meestal gaat het dan om zogeheten open cellen met zeshoekige
vormen; ze zijn karakteristiek voor over warm zeewater stromende koude lucht.
Binnen in de zeshoek zit geen bewolking en schijnt de zon; daar vinden dalende
luchtbewegingen plaats. De dalende lucht wordt namelijk samengedrukt, warmt daarbij
op en droogt uit, zodat eventueel aanwezige bewolking snel oplost. De bewolking
doet zich voor langs de randen, waar stijgende luchtbewegingen optreden. Stijgende
lucht zet uit, koelt daarbij af en raakt veelal verzadigd, zodat condensatie en
wolkenvorming kan optreden. De buien zitten vooral op hoekpunten. Om dergelijke
bewolkingspatronen te krijgen, mag de verandering van de windrichting en windkracht
met de hoogte mag niet te groot zijn. Overigens moet je de term zeshoek niet al
te letterlijk nemen. Er zijn meteorologen die het verschijnsel, dat zij convectie
noemen, bestuderen en met de hand op het hart verklaren dat ze er nog nooit een
echte zeshoek in hebben kunnen herkennen.
![]() 13 november 2004 (NOAA/DLR). | ![]() 23 september 2003 (NOAA/DLR). | ![]() 2 november 2006 (NOAA/DLR). |
Wolkenpatroon in het warmwaterseizoen met stapelwolken en buien in zeshoekige cellen boven de Noordzee. Sommige buien dringen het land binnen. Datum: zie onder afbeelding. Satelliet: NOAA. Instrument: AVHRR. Bron: DLR Institut für Physik der Atmosphäre, Oberpfaffenhofen, Duitsland. (Nieuw voorbeeld met animaties)
Seiches
De zeshoekige bewolkingspatronen,
of eigenlijk de daarvoor verantwoordelijke stijg- en daalbewegingen van de lucht,
hebben ook gevolgen voor de waterstanden die worden gemeten in Nederlandse havens
als IJmuiden en Rotterdam. Onder bepaalde omstandigheden kunnen ze zogeheten halingen
of seiches opwekken, waarbij een extra verhoging tot soms wel een meter van het
waterniveau in de havens optreedt. Als zich een seiche voordoet tijdens hoogwater,
lopen laaggelegen kaden onverwacht onder. Het verschijnsel is pas enkele jaren
goed genoeg begrepen om er verwachtingen voor te kunnen uitgeven, wat het KNMI
als enig instituut in de wereld dan ook doet.
Kustfront
Buiigheid
die in de kuststrook heftiger is dan op zee of meer landinwaarts, wordt in het
warmwaterseizoen ook wel aangeduid als het kustfront. Naast temperatuurverschillen
tussen land en zee spelen daarbij soms ook verschillen in windrichting en -snelheid
een rol. Boven zee waait het harder, doordat de lucht er minder wordt afgeremd
dan boven land. De wrijving veroorzaakt boven land niet alleen lagere windsnelheden,
maar doet de wind daar ook krimpen. Een zuidzuidwesten wind boven zee, die dus
min of meer langs de kust waait, gaat daardoor vergezeld van een zwakkere, gekrompen,
dus zuidelijke wind boven land. Bij deze combinatie van windrichtingen, stroomt
de lucht als het ware van twee kanten naar de kuststrook toe en wordt daardoor
gedwongen op te stijgen, wat buien doet vormen of activeren.
Klassieke
seizoenen
Het bovenstaande betekent niet dat de klassieke seizoenen voor
de kustregio's helemaal hebben afgedaan en dat alle verschillen tussen het zomerhalfjaar
en het winterhalfjaar kunnen worden teruggevoerd op de temperatuurtegenstellingen
tussen zee en land. De hoge windsnelheden die in het stormseizoen kunnen optreden,
worden bijvoorbeeld al ver weg op de oceaan voorgekookt, lang voor de omstandigheden
langs de Nederlandse en Vlaamse kust hun eventuele invloed kunnen doen gelden.
En de jaarlijkse gang in de luchttemperatuur, die in de winter lager ligt dan
in de zomer, is een weereffect op wereldschaal. Toch helpt de tweedeling warm-
en koudwaterseizoen het weer langs onze kust in de verschillende tijden van het
jaar beter te begrijpen.
Warm
zeewater
| ||
![]() | ![]() | ![]() |
|
| Luchtspiegelingen tijdens zonsondergang boven de Noordzee. De kim in de verte is niet strak, maar gekarteld: de golven lijken boven de horizon uit te komen. Het spiegelbeeld van het onderste deel van de zonneschijf is samengevloeid met het 'gewone' beeld, waardoor de voor zonsondergangen boven warm water zo karakteristieke omega-vorm is ontstaan. |