![]() |
![]() Kees Floor, Het Weer Magazine, augustus 2007. |
Weer en klimaat bepalen voor een belangrijk deel waar we op vakantie gaan. Veranderingen in het klimaat kunnen daardoor ook voor de vakantieganger en de toeristische sector grote gevolgen hebben. De aanwijzingen dat het klimaat op aarde warmer wordt stapelen zich op. Krijgen de touroperators het al benauwd?
![]() | ![]() | ![]() |
Vliegtuigen laten wolkensporen achter boven het KNMI in De Bilt. Niet zichtbaar is het spoor van het broeikasgas koolstofdioxide (CO2), dat eveneens door de vliegtuigen wordt achtergelaten. | Het strand van Egmond aan Zee. Nu vliegt een Duitse toerist nog goedkoper naar Turkije. Later deze eeuw zijn de Nederlandse stranden voor vakantiegangers mogelijk aantrekkelijker dan de Turkse door een aangenamer klimaat en veel duurdere vliegtickets. | Na een bosbrand heeft het landschap jaren nodig om te herstellen, zoals hier in het Mesa Verde National Park in Colorado, Verenigde Staten. Boven het landschap bevindt zich het uitgestrekte aambeeld van een actieve onweersbui. |
Als we op vakantie gaan, zitten
we niet op slecht weer te wachten. 'Naast wat we er kunnen doen en de prijs van
de reis, vinden we een grote kans op goed weer belangrijk bij het plannen van
onze vakantiebestemming', zegt Voline van Teeseling. Ze verwijst naar een enquête
die Milieu Centraal, waar ze hoofd kennisontwikkeling is, voor de vakantie onder
deelnemers van het eigen consumentenpanel afnam. 'Weer en klimaat beïnvloeden
ook de tevredenheid over de vakantie', voegt Bas Amelung toe. 'Rond 2000 was het
gebied rond de Middellandse Zee door zijn klimatologische aantrekkelijkheid ideaal
voor zomertoerisme', weet de onderzoeker aan de Universiteit van Maastricht, 'maar
door de klimaatverandering schuiven de goede omstandigheden in onze richting op.
Hoe snel dat gaat, hangt af van de snelheid waarmee de klimaatverandering doorzet.'
Hij laat kaartjes zien waarop de mate van geschiktheid voor zomertoerisme
is ingekleurd. Bij snelle klimaatverandering hebben de stranden rond de Noordzee,
de Oostzee en Het Kanaal tegen het einde van deze eeuw de mediterrane kusten als
toeristische trekpleister volledig van de kaart geveegd.
Toch betekent dit
niet dat de hotels en pensions in Zuid-Europa het hele jaar door leeg zullen staan.
Als voorbeeld neemt Amelung Palma de Mallorca op de Balearen. 'Nu is het een ideale
vakantiebestemming van mei tot september; straks kun je beter in de lente gaan
of in de herfst.' Voor Nederland geldt zo'n terugval in het zomerseizoen niet.
'Hier wordt het vakantieseizoen alleen maar langer; mei, september en oktober
komen erbij'.
![]() | ![]() | ![]() | ![]() |
Geschiktheid voor zomertoerisme van verschillende locaties in Europa aan het eind van de 20e eeuw (links) en aan het eind van de 21e eeuw bij langzame klimaatverandering (midden) en bij snelle klimaatverandering. Bron: Bas Amelung, International Centre for Integrated assessment and Sustainabledevelopment (ICIS), Universiteit Maastricht.
![]() | ![]() | ![]() | ![]() |
Méér dan weer
Weer en klimaat zijn ook bepalend voor de aanwezigheid van diverse toeristische
'hulpbronnen'. Zo begin je zonder sneeuw als wintersportoord weinig. Maar de
opwarming slaat in het Alpengebied juist harder toe dan gemiddeld op het noordelijk
halfrond. Daardoor wordt het wintersportseizoen korter. 'Vooral in de lager
gelegen Alpen neemt het aantal sneeuwzekere bestemmingen sterk af', voorziet
Amelung. 'De Zwitsers komen er nog goed af; vooral in de omringende landen vallen
de klappen'.
Wat sneeuw is voor de wintersport, is het strand voor de zonvakanties. 'Zeespiegelstijging
en intensere orkanen verergeren de strandafslag en bedreigen de toeristische
infrastructuur. Tegelijkertijd zullen de verzekeringspremies oplopen; mogelijk
worden toeristische objecten zelfs onverzekerbaar', waarschuwt Amelung.
Klimaatverandering drukt ook haar stempel op landschap en natuurlijke systemen.
Planten- en dierensoorten verplaatsen zich; de diversiteit ervan neemt af. Karakteristieke
landschappen verdwijnen of veranderen. 'Dat geldt ook voor onderzeese landschappen,
de koraalriffen, die nu nog een grote aantrekkingskracht op toeristen uitoefenen',
aldus Amelung.
![]() |
![]() |
Douche werkt niet
Door droogteperiodes en afnemende waterafvoer van rivieren ontstaat of verergert
op veel plaatsen de waterschaarste; het water wordt bovendien van slechtere
kwaliteit. Verder komen door de optredende droogte bosbranden vaker voor en
zijn ze omvangrijker dan vroeger. De schaarste aan water houdt ook een tekort
in aan koelwater, wat kan leiden tot problemen met de stroomvoorziening. We
herinneren ons die koppeling nog uit de droge zomer van 2003. Kortom, meer vakantiebestemmingen
waar je het water uit de kraan niet kunt vertrouwen, de stroom op ongelegen
momenten uitvalt en waar je je door de watertekorten ondanks de verzengende
hitte maar eens in de drie dagen mag douchen.
Klimaatveranderingen hebben ook gevolgen voor de gezondheid. Amelung denkt daarbij
aan hittestress, allergieën, tekenbeten, salmonellavergiftigingen en aan
blauwalg in warm, zuurstofarm water. Verder houdt het hooikoortsseizoen langer
aan.
'Door klimaatverandering kunnen drastische verschuivingen in het toerisme optreden',
concludeert hij alles overziend. Het lijkt of de vakantieganger, en met hem
of haar de toeristische sector, de dupe wordt van de veranderingen die zich
nu in de atmosfeer voltrekken.
Toerist
gaat te ver
Die slachtofferrol is tegen het zere been van Paul Peeters.
'Toerisme draagt op allerlei manieren bij aan de klimaatveranderingen', geeft
de lector duurzaam vervoer voor toerisme aan de internationale hogeschool NHTV
in Breda tegengas. Hij komt met wat getallen. Het aandeel van het internationale
toerisme in de uitstoot van broeikasgassen bedroeg in 2000 4 tot 10%. Voor ontwikkelde
landen gaat het om 10-20%; 'het grootste deel van de bevolking in niet-ontwikkelde
landen gaat namelijk niet op vakantie', merkt Peeters fijntjes op. 'Als er niets
verandert gaan we naar 10-15% wereldwijd in 2050', voorspelt hij.
'Waar die
emissies vandaan komen? Slechts 10% hangt samen met de accommodaties en de activiteiten
op de plaats van bestemming. Maar liefst 90% is een gevolg van verplaatsingen.
Vooral vliegreizen zijn de boosdoeners', zegt Peeters, van huis uit vliegtuigbouwkundige.
'Ook al kiest slechts een op de vijf Europese vakantiegangers voor een vliegvakantie,
gezamenlijk veroorzaken ze 80% van de uitstoot van vakantiereizen.' Door te werken
met emissies van koolstofdioxide worden de schadelijke effecten nog geflatteerd.
'Emissies op de hoogte waar de straalvliegtuigen zitten, zijn veel schadelijker
dan aan de grond', aldus Peeters.
![]() | ![]() | ![]() |
| Uitstoot van het broeikasgas C02 van verschillende vakanties, vergeleken met de gemiddelde uitstoot per jaar van een wereldburger, een Europeaan en een Amerikaan. Bron: Paul Peeters, Centre for Sustainable Tourism and Transport NHTV, Breda. | Uitstoot van het broeikasgas C02 van verschillende vakanties per vakantiedag, vergeleken met de gemiddelde uitstoot per 'gewone' dag van een wereldburger, een Europeaan en een Amerikaan. Bron: Paul Peeters, Centre for Sustainable Tourism and Transport NHTV, Breda. |
Hoewel hij deze getallen op zich al verontrustend vindt, baart de groei in het vakantieverkeer hem veel meer zorgen. De komende twintig jaar neemt het aantal reisdagen van Europeanen toe met 20%, het aantal vakantiereizen met 57% en het aantal afgelegde vakantiekilometers met 120%! De uitstoot van koolstofdioxide door de luchtvaart blijft groeien met 4 à 5% per jaar. 'Deze ontwikkelingen staan haaks op de doelstellingen die de Europese Unie heeft geformuleerd voor de uitstoot van broeikasgassen. Rond 2040 is de luchtvaartsector alleen al goed voor het totaal aan emissies dat voor alle sectoren samen als maximum wordt nagestreefd.' En dan hebben we het nog niet eens gehad over al die Chinezen, die zich de komende decennia door de toenemende welvaart een reis naar voor hen verre oorden kunnen veroorloven.
'Hypermobiliteit
bedreigt klimaat'
Peeters ziet maar één mogelijkheid
om het tij te keren: indammen van de groei van verre reizen en van wat hij noemt
de hypermobiliteit. In andere oplossingen die wel worden gesuggereerd, gelooft
hij niet. In de techniek zit vrijwel geen rek meer. En compenseren blijkt onbegonnen
werk. 'Stel dat alle Nederlandse toeristen schuldbewust bomen gaan planten', rekent
hij voor. Dan hebben we in 2040 een bos nodig dat 1,8 maal de oppervlakte van
Nederland beslaat. De ruimte die nodig is moet concurreren met ruimte voor productie
van voedsel en van biobrandstoffen en met de nu nog resterende natuur.' Investeren
in huidige energiebesparing vindt hij geen compensatie: 'dat is nu al economisch
lonend en moet je dus sowieso doen'.
Dat lange vluchten milieuvriendelijker
zouden zijn dan korte, noemt Peeters een fabeltje. 'Op korte vluchten is de uitstoot
per kilometer misschien ietsje meer, maar denk na! Op een verre reis maak je toch
veel en veel meer kilometers?' Met de tegenwerping dat mensen nu eenmaal ver weg
willen en dus gaan vliegen, veegt hij de vloer aan: 'Waarom is dan 90% van de
reizen van Europeanen binnen Europa? En waarom gaat 60% met de auto? En waarom
groeide het internationale spoorvervoer de afgelopen twee jaar sneller dan de
luchtvaart?'
Duurzaam Uitgaand Toerisme
Sluit
de toeristische sector zijn ogen voor de klimaatproblemen die het toerisme bedreigen
en voor de vakantiegangers die op hun beurt met hun lange vliegreizen het klimaat
bedreigen? Dat blijkt niet het geval. Het onderwerp staat hoog op de agenda bij
het Platform Initiatiefgroep Duurzaam Uitgaand Toerisme (IDUT), dat er in juni
een conferentie aan wijdde. Toerisme vervulde er niet alleen de rol van slachtoffer
van klimaatverandering, maar ook van dader. Men is zich bewust van de dubieuze
rol van het toerisme: 'TUI verzorgt 7% van de mobiliteit in Nederland en is daarmee
een van de grootste vervuilers', geeft Steven van der Heijden, voorzitter van
de Raad van Bestuur van die reisorganisatie, toe. 'Ik zie steeds meer mensen het
vliegtuig pakken.' Betekent dat ook dat de touroperators het voortouw nemen in
een oplossing? Nou, eh
.., nee. 'Het is bizar te veronderstellen dat reisorganisaties
het gebruik van hun eigen product gaan ontmoedigen', ontneemt Van der Heijden
alle hoop. 'Reizen is een verworven recht, geen zonde', valt Paul Eldering, hoofdredacteur
van Reisrevue, hem bij. 'De vrijheid om te reizen wil ik niet inperken'. Van der
Heijden retorisch: 'We kunnen onze kinderen toch niet het recht ontnemen de wereld
te verkennen?'
![]() | ![]() | |
Vergelijking van verschillende manieren van vakntievervoer. Bron: de Volkskrant. |
| Sneeuw in de tropen is fascinerend. Maar zullen onze kleinkinderen dat nog meemaken? De sneeuwbedekking van de Kilimanjaro in Tanzania is aan het wegsmelten en in 2020 mogelijk verdwenen. De beelden tonen de situatie op 17 februari 1993 (muis naast beeld) en op 20 februari 2000, dus in dezelfde tijd van het jaar. De teruggang van sneeuw en ijs is duidelijk zichtbaar. Bron: NASA/GSFC Scientific Visualization Studio en het Landsat 7 Science Team. |
Twee
generaties doormodderen
Van de leden van het consumentenpanel van
Van Teeseling vindt overigens bijna 60% dat de reisbranche aandacht moet hebben
voor duurzaam reizen. De helft van de ondervraagden legt de verantwoordelijkheid
(mede) bij de vakantieganger zelf, terwijl 40% een taak ziet weggelegd voor de
overheid. Zelf willen ze wel duurzaam op reis als het niet duurder is, ze geen
andere bestemming hoeven te kiezen en de reistijd niet te lang wordt.
'De oplossing
voor de gevolgen van hypermobiliteit mogen we niet uit de hoek van de reisorganisaties
verwachten', stelt Jan Rotmans, hoogleraar transitie en transitiemanagement aan
de Erasmus Universiteit Rotterdam. 'De breinen die de problemen veroorzaken, kunnen
niet de oplossing bedenken', citeert hij Albert Einstein. Aan beweringen dat de
mensen nu eenmaal toch willen vliegen en hun gedrag niet zullen veranderen, heeft
Rotmans geen boodschap. 'Je kunt het gedrag van mensen wel degelijk veranderen.
Als het maar betaalbaar is, er een beloning is en je ze niet gaat betuttelen',
is het goede nieuws. Het slechte nieuws: 'er gaan wel twee generaties overheen.'
![]() |
![]() |
Florida, Cuba en de Bahama's op 3 april 2004. Op de rood gemarkeerde plekken woeden bosbranden. De helderblauwe tinten hangen samen met ondiep oceaanwater en koraalriffen. Klimaatonderzoekers verachten een toenemend aantal bosbranden in een opwarmend klimaat; de koraalriffen, populair bij toeristen, worden bedreigd. Instrument: MODIS. Satelliet: Aqua. Bron: NASA/GSFC MODIS Land Rapid Response Team. | Bosbranden in Portugal en Spanje, waargenomen door de Moderate Resolution Imaging Spectroradiometer (MODIS) van de Amerikaanse satelliet Terra in de ochtend van 4 augustus 2003. (artikel) |
IPCC-rapport
Het
geval van de vakantieganger is maar een van de voorbeelden van hoe klimaatverandering
kan doorwerken in het dagelijks leven. Op 6 april van dit jaar verscheen het rapport
van Wergroep II van het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC), het
klimaatpanel van de Verenigde Naties. Daarin komen de mondiale en regionale gevolgen
van klimaatverandering aan bod, alsmede de kwetsbaarheid van verschillende sectoren
en de mogelijkheden om ons aan de veranderende omstandigheden aan te passen.
De
grootste schokken krijgen ecosystemen als toendra's, bossen op hoge breedtes,
bergketens, landen rond de Middellandse Zee, kustzones, mangrovebossen, zoute
kweldergebieden, oceanen, koraalriffen en gebieden met zee-ijs, zo blijkt uit
het rapport. Laagliggende delta's lopen gevaar door zeespiegelstijging. De droogte
vormt een bedreiging voor de watervoorraden in mediterrane landen en landen rond
de evenaar en daardoor voor de landbouw in die gebieden. Als voor klimaatverandering
meest gevoelige regio's worden in het rapport de Noordpool, Afrika ten zuiden
van de Sahara, de Aziatische megadelta's en de kleine eilanden in de oceaan aangewezen.
Toeristen en wereldreizigers komen overal en zullen zeker tegen de gevolgen
van klimaatverandering aanlopen. Maar voor hen is het een luxeprobleem, geen zaak
van overleven, zoals voor de plaatselijke bevolking in sommige van de door hen
bezochte gebieden. En misschien hebben ze, ondanks de warmte, toch nog boter op
hun hoofd.