Kees Floor, Het Weer Magazine, februari 2007

Sneeuw is prachtig wit, niet alleen als je er middenin staat, maar ook van boven af of vanuit de ruimte. Bewolking is eveneens helder wit, tenminste als de zon erop staat. Op satellietbeelden bevindt de bovenkant van de bewolking zich overdag altijd in de zon en daardoor is ze eveneens helder wit. Dat maakt het niet altijd gemakkelijk bewolking en sneeuw uit elkaar te houden, althans niet op 'gewone' beelden. Als we 'een andere bril opzetten' is het maken van een onderscheid een stuk eenvoudiger.

De manier waarop de gewone satellietbeelden (figuur 1) tot stand komen, is vergelijkbaar met hoe een oog of een digitale camera werkt. Een voorwerp komt rood in beeld als het veel rood licht reflecteert. Voor groen en blauw geldt hetzelfde. Satellieten werken bij het in kaart brengen van het aardoppervlak en de bewolking daarboven echter ook met andere kleuren, of liever andere golflengtegebieden. Deze zijn veelal onzichtbaar voor het menselijk oog, zoals bijvoorbeeld het infrarood. Nachtkijkers maken eveneens gebruik van infrarood en ook de nieuwe 'flitspalen' die niet meer flitsen, maken infraroodbeelden van verkeersovertreders, zonder daarbij daglicht of flitslicht nodig te hebben.

1. (mouse off) Sneeuwsporen over Nederland, België en Frankrijk in ware kleuren, 2 maart 2006, rond 12 uur plaatselijke tijd, vastgelegd door de Amerikaanse satelliet Terra. Het land heeft een bruine tint, de zee is donker, sneeuw en bewolking zijn wit. Bron: NASA/GSFC MODIS Rapid Response System.
2. (mouse on) Dezelfde sneeuwsporen als in figuur 1, maar nu in valse kleuren. Het land is overwegend groen, de zee is donker, bewolking is wit en sneeuw helderblauw. Bron: NASA/GSFC MODIS Rapid Response System. Meer voorbeelden.

3. Dezelfde sneeuwsporen als in de figuren 1 en 2, in valse kleuren, maar met een andere kleurtoewijzing dan in figuur 2. Het satellietbeeld is gebaseerd op meetgegevens van de Amerikaanse weersatelliet NOAA 17, die rond 11.40 plaatselijke tijd overkwam. Het tijdsverschil met de beelden van figuur 1 en 2 bedraagt dus ongeveer 20 minuten. Het land is groen, de zee is blauw, sneeuw en bewolking zijn wit. Bron: NOAA/DLR.

Valse kleuren
Door de meetwaarden uit de 'onzichtbare' golflengtegebieden te koppelen aan kleuren die we wél kunnen zien, ontstaan beelden in zogeheten valse kleuren (figuur 2 en 3). Zo kijken we dus als het ware met een andere, gekleurde bril naar hetzelfde deel van de aarde. Met beelden in valse kleuren kun je verschijnselen accentueren; ook kun je ze soms beter uit elkaar houden doordat ze verschillende kleuren of tinten aannemen.
De meest voorkomende toepassing van valse kleuren geeft figuur 3. De kleurentoekenning aan de goflengtegebieden waarin de instrumenten op de satelliet hun metingen verrichten, is zo gekozen dat het land groen wordt, de zee blauw en de wolken wit. Het eindresultaat sluit daardoor goed aan bij wat we gewend zijn van kaarten in atlassen. We kunnen de beelden zo direct interpreteren en de positie van de bewolking makkelijk bepalen. Met het onderscheid maken tussen sneeuw en bewolking zijn we echter niet veel opgeschoten.
De kleurentoewijzing van figuur 2 helpt ons verder op weg. In dit type beelden is vegetatie groen, kale grond krijgt rode tinten, de zee is nagenoeg zwart, een stad als Londen is bruin, mist en bewolking zijn lichtblauw, terwijl sneeuw en ijs helder blauw worden weergegeven. Het onderscheid tussen bewolking en sneeuw is zo gemakkelijker te maken; je kunt de interpretatie nu zelfs aan een automaat overlaten!
De beelden worden overigens vooral gebruikt om de schade van natuurbranden in kaart te brengen. Voor de brand woedt, is het gebied groen, daarna rood of bruinrood. Verder kun je er overstromingen goed mee volgen. De donkere tint van water steekt duidelijk af tegen het groen van de vegetatie.

Sporen van sneeuwbuien
De getoonde satellietbeelden zijn van 2 maart 2006. De Terra, een van de satellieten van het Amerikaanse Earth Observation System, leverde de gegevens voor de figuren 1 en 2. De satelliet kwam over rond het middaguur plaatselijke wintertijd. De eveneens Amerikaanse weersatelliet NOAA 17 was 20 minuten eerder ter plaatse en leverde de data voor figuur 3. De sneeuw op de beelden over Nederland, België en Frankrijk is kennelijk afkomstig van buien. De sneeuwbuien lieten een duidelijk herkenbaar spoor achter. Tussen de sneeuwsporen is de bodem sneeuwvrij; daar overheersen de bruine tinten in de ware kleuren van figuur 1 en de groene tinten van vegetatie of land in de valse kleuren van de figuren 2 en 3.