Kees Floor, Het Weer Magazine april 2013.
Het zonlicht krijgt bij lage zonnestanden een rode tint. Als gevolg daarvan nemen ook voorwerpen en objecten waar het zonlicht op invalt of doorheen valt, rond zonsopkomst en zonsondergang gedurende korte tijd een rodere kleur aan. Dat leidt tot verschijnselen als rode bewolking, rode lichtzuilen, rode regenbogen en alpengloeien.
![]() |
![]() |
![]() |
|
|
|
De rode tint van het zonlicht wordt veroorzaakt door luchtmoleculen in de atmosfeer.
De moleculen verstrooien het zonlicht; de mate van verstrooiing door zulke kleine
deeltjes is kleurafhankelijk en het sterkst voor blauw licht. Overdag heeft
de onbewolkte hemel daardoor een blauwe tint.
Bij lage zonnestanden is de weg die het zonlicht door de dampkring aflegt zo
lang dat door verstrooiing het meeste blauw uit het zonlicht is verdwenen en
de tint van het licht naar rood verschuift. Daardoor verkleurt de zonneschijf
naar oranje of rood. Ook direct aan het zonlicht gekoppelde verschijnselen,
zoals bijvoorbeeld een lichtzuil op het water of in de lucht, verliezen hun
'neutrale' tint en nemen de kleur aan van hun bron: de zon.
Lichtzuilen
Dergelijke lichtzuilen zijn een verzameling van grote aantallen afzonderlijke
lichte vlekjes: weerspiegelingen van zonlicht op licht golvend water. De lichtvlekjes
vormen zich daar waar de golven op het wateroppervlak de juiste helling hebben
om het zonlicht in de richting van de waarnemer te weerkaatsen. Vergelijkbare
lichtzuilen zien we soms aan de hemel, meestal boven, soms ook onder de zon.
In dat geval treden de weerkaatsingen op tegen in de lucht zwevende ijskristallen.
De zuil die zich zo vormt is een van de vele varianten waarin haloverschijnselen
zich voordoen; tot de halofamilie behoren onder andere ook de kring om de zon
en de zogeheten bijzonnen. Een zuil heeft dezelfde kleur als het zonlicht dat
de zuil vormt en heeft daardoor een roodachtige tint bij laagstaande zon.
![]() |
![]() |
Rode altocumulus rond zonsondergang,
San Bartolomé |
Avondstemming, natuurontwikkelingsgebied
Voorveldse Polder |
Alpengloeien
Het rode zonlicht van de laagstaande zon verleent vaak ook bewolking een roodachtige
tint. De zon is voor de waarnemer aan de grond dan al onder, maar schijnt nog
op de hoogte waar de bewolking zit. Meestal gaat het eerst om middelbare bewolking
zoals altocumulus; deze bevindt zich op een hoogte van 3 tot 5 kilometer. Terwijl
de altocumulus al een rode tint heeft aangenomen, zijn de cirrus en de vliegtuigstrepen
erboven nog helder wit. Pas later, als de zon ook voor de altocumulus onder
de horizon is verdwenen en die bewolking donker is gaan afsteken tegen de lichtere
achtergrond van de hemelkoepel, krijgen ook de vliegtuigstrepen en de sluierbewolking
een rode tint.
In berggebieden zijn het niet alleen de wolken die het rode licht van de laagstaande
zon opvangen. Ook de berghellingen zelf krijgen in het eerste zonlicht in de
ochtend of het laatste zonlicht voor zonsondergang een rode tint. Dit verschijnsel
staat bekend als 'alpengloeien'.
![]() |
![]() |
![]() |
Tijdens alpengloeien neemt de Risco
Blanco (Witte Rots) bij |
Alpengloeien, Gran Canaria. (Foto: Kees Floor) |
Rode regenboog, Egmond aan den Hoef.
Binnen de boog heeft |
Rode regenboog
Regenbogen ontstaan als zonlicht invalt op regendruppels tegenover de zon. Door
de kleurschifting die daarbij optreedt, worden alle 'kleuren van de regenboog'
afzonderlijk zichtbaar. Uit het licht van de laagstaande zon zijn echter de
meeste kleuren al verdwenen; soms is alleen nog het rood over. In zulke gevallen
bevat de regenboog uitsluitend nog rood licht; men spreekt dan van een rode
regenboog.
Een regenboog vormt de buitenste begrenzing van het gebied aan de hemel waar
door regendruppels van richting veranderd zonlicht te zien is. Binnen de boog
is het daardoor helderder dan erbuiten. Als er uitsluitend nog sprake is van
rood zonlicht, is de hemel binnen de boog niet alleen lichter van tint, maar
ook roder. Op de foto van de rode regenboog is dit effect goed te zien.