Kees Floor, Het Weer Magazine juli 2013.
De officiële weerrecords zijn niet zo onaantastbaar als ze op het eerste gezicht misschien lijken. Met wat speurwerk blijkt het weer soms toch nog wat extremer te kunnen zijn dan algemeen werd aangenomen. Het veranderend klimaat biedt ook kansen op records voor locaties die tot nog toe buiten de prijzen vielen.
Mawsynram in India is de natste plek op aarde. Het droogst is het in de Chileense
plaats Arica, het heetst in Furnace Creek Ranch in Death Valley, Californië.
Zo luiden althans de officiële, door de Wereld Meteorologische Organisatie
(WMO) erkende weerrecords. Ze worden bijgehouden door de Arizona State University
in Tempe, die de website beheert waarop de records worden vermeld.
De Amerikaanse meteoroloog Christopher Burt, die als weerhistoricus wekelijks
een blog verzorgt voor de website Weather Underground en een boek schreef over
weerrecords, slikt de vermeldingen op de website echter niet voor zoete koek.
Nog geen jaar geleden was volgens de WMO Al Azizia in Libië het warmste
plekje op aarde. Mede door toedoen van Burt, die de Libische waarneming genadeloos
onderuit haalde, ging het record terug naar Death Valley. Het weerstation daar,
destijds nog geplaatst op Greenland Ranch, had het temperatuurrecord sinds 1913
in zijn bezit, maar moest het in 1922, naar later bleek ten onrechte, aan de
Libiërs afstaan. Nu richt Burt zijn pijlen op de eerder genoemde regen-
en droogterecords, waarover hij uiteraard ook zo z'n twijfels heeft.
De spelregels
Kandidaten voor het predicaat natste of droogste plekje of voor welk weerrecord
dan ook, moeten beschikken over een door een nationale meteorologische dienst
erkend of onderhouden waarneemstation met een meetreeks van bij voorkeur minstens
30 jaar. Alleen als de metingen volgens internationaal overeengekomen regels
zijn uitgevoerd, is een eerlijke vergelijking tussen de meetwaarden van verschillende
stations mogelijk. De eerder genoemde plaatsen voldoen aan deze voorwaarde,
al vallen de meetperiodes helaas lang niet altijd samen. De weerstations kunnen
hun regen- of droogterecord alleen kwijtraken als andere erkende waarneemlocaties
extremere droogte of meer neerslag rapporteren.
![]() |
![]() |
![]() |
Ligging woestijnen.
|
De Atacamawoestijn, de passaatwinden,
het Andesgebergte en het regenschaduweffect. |
Het regenschaduweffect.
|
Recorddroogte
Het droogste plekje ter wereld is, volgens gegevens van de WMO, Arica, een stadje
met nog geen 200.000 inwoners in het noorden van Chili. Over een periode van
59 jaar viel er jaarlijks gemiddeld slechts 0,76 millimeter regen, dus minder
dan 1 millimeter! Ook het WMO-record van de langste aaneengesloten droge periode
is in handen van Arica: ruim 14 jaar, van oktober 1903 tot en met januari 1918,
viel er geen spat regen.
Arica ligt aan de rand van de Atacamawoestijn, een van de droogste gebieden
op aarde, zo niet het allerdroogste. Sommige bronnen vermelden dat het in die
woestijn op diverse plaatsen 400 jaar lang niet heeft geregend, al gaat dit
voor geen van de erkende waarneemstations in de regio op. Je moet dan eerder
denken aan een dag met regen per 10 jaar. Ook gaat het verhaal dat kinderen
die in de woestijn leven, volwassen worden zonder ooit regen te hebben gezien
of gevoeld. NASA-onderzoekers zijn geïnteresseerd in de woestijn omdat
de omstandigheden er het meest lijken op wat men op de planeet Mars denkt aan
te treffen.
De woestijn ligt aan de lijzijde, de westkant, van het Andesgebergte. De passaatwinden
raken hun vocht kwijt aan de loefzijde, de oostkant van de bergketen, waar het
overvloedig regent. Zo maakt het Andesgebergte enerzijds de Atacamawoestijn
kurkdroog en staat het tegelijkertijd aan de wieg van de grootste rivier op
aarde: de Amazone.
Arica ligt aan zee, zo'n 18 kilometer van de grens met Peru. De zeewatertemperatuur
is er door het optreden van de Perustroom relatief laag. Daardoor ontstaan er
boven zee geen buien die het land binnendrijven en de droogte kunnen doorbreken.
Verder ligt de kustplaats te noordelijk om een onderdeel te kunnen vormen van
het werkterrein van door westelijke stromingen aangevoerde oceaanstoringen,
die zuidelijker in Chili ook in de kuststrook regen brengen.
Twijfels
Om te controleren of Arica terecht het predicaat 'droogste plekje op aarde'
verdient, dook weerhistoricus Burt in de weergegevens van Direccion Meteorologica
de Chile, de Chileense Meteorologische Dienst. Zo vond hij dat Arica in de periode
1971-2000, de recentste periode waarover gegevens beschikbaar waren, minder
droog was dan het WMO-archief doet vermoeden. Gemiddeld viel er jaarlijks 1,46
millimeter regen, weliswaar nog steeds extreem weinig, maar toch het dubbele
van de waarde die de WMO aanhoudt. Mogelijk speelt hierbij een rol dat er in
de waarneemperiode enkele krachtige El Niño's optraden, die het weer
in de war schopten.
Naast Arica werden er echter ook andere weerstations ingericht in de Atacamawoestijn,
waarvan inmiddels eveneens waarneemreeksen van 30 jaar of meer beschikbaar zijn.
De meetreeksen laten zien dat het op sommige stations zelfs nog droger is dan
in Arica, zoals bijvoorbeeld in Quillagua. Het plaatsje, reeds als droogste
plekje vermeld in het Guinness Book of Records, ligt 300 kilometer ten zuiden
van Arica en 70 kilometer van de kust. De regenmeter van Quillagua werd in 1964
in gebruik genomen. Sinds 1970 heeft het er slechts drie keer geregend: 0,4
millimeter in juni 1984, 0,2 millimeter in oktober 1984 en 1,0 millimeter in
mei 1992. Daarna is er geen druppel meer gevallen (gegevens beschikbaar tot
en met december 2012). Deze droge periode van 20 jaar is dus langer dan het
in het WMO-archief opgenomen record van ruim 14 jaar. Tegelijkertijd bedroeg
de gemiddelde jaarsom van de neerslag in de 30-jarige periode 1971-2000 slechts
0,05 millimeter; dat is aanzienlijk minder is dan wat er in de door de WMO erkende
recordhouder Arica viel. Voorlopig beschouwt weerhistoricus Burt de plaats Quillagua
dan ook als het droogste plekje op aarde, ook al houdt de Chileense Meteorologische
Dienst voor de jaarlijkse neerslagsom in Quillagua een officiële waarde
aan van 0,2 millimeter, vermoedelijk een gevolg van een dag met regen ergens
in de periode 1964-1970.
Natste plek
De grootste jaarlijkse hoeveelheid regen valt, opnieuw volgens gegevens van
de WMO, in het op ongeveer 1400 meter hoogte gelegen Mawsynram. Deze plaats
ligt in het noordoosten van India, in het vroegere Assam, op ongeveer 15 kilometer
afstand van de grens met Bangladesh. De gemiddelde jaarlijkse neerslagsom bedraagt
er 11872 millimeter. Ter vergelijking: in De Bilt (Nederland) valt jaarlijks
gemiddeld 'slechts' 832,5 millimeter, in Ukkel (België) 853,4 millimeter.
De hoogste neerslagsom over 12 opeenvolgende maanden werd volgens dezelfde bron
geregistreerd in het nabijgelegen Cherrapunji (hoogte 1484 meter), dat zichzelf
eveneens als het natste plekje op aarde beschouwt. Van augustus 1860 tot en
met juli 1861 viel er 26.470 millimeter. De KNMI-website meldt dat 1861 in Cherrapunji
het natste kalenderjaar was met een neerslagsom van 22990 millimeter; het Nederlandse
record van 1374 millimeter uit 1998, gemeten te Schellingwoude, blijft daarbij
ver achter. Gemiddeld per jaar valt er in Cherrapunji 11777 millimeter.
De grote neerslaghoeveelheden hangen samen met het optreden van de moessonwinden.
Deze waaien in de zomermaanden vanuit de Golf van Bengalen eerst over de hooguit
20 meter hoge vlakten van Bangladesh. Vervolgens wordt de lucht gedwongen abrupt
op te stijgen tegen de bijna 2000 meter hoge Khasi-heuvels, die als een barrière
dwars op de door de moesson in stand gehouden luchtstromingen liggen. In de
wintermaanden, als de moesson in tegengestelde richting waait, is het in Mawsynram
en Cherrapunji kurkdroog; de bewoners moeten dan vaak grote afstanden afleggen
om aan water te komen.
![]() |
![]() |
Kaart jaarlijkse neerslagsom.
|
Ligging van Mawsynram en Cherrapunji,
India.
|
Nog natter
Om Mawsynram zijn record te ontnemen, moet een plaats op aarde gevonden worden
waar volgens de metingen van een erkend waarneemstation ter plekke jaarlijks
nog meer regen valt. Meerdere malen wordt Lloro in Colombia als kandidaat naar
voren geschoven, waar in de regenmeter van de proefboerderij in die plaats jaarlijks
gemiddeld 12717 millimeter regen terecht komt. Dat is meer dan er valt in WMO-recordhouder
Mawsynram, India. Helaas is de proefboerderij van Lloro geen officieel waarneemstation,
zodat het record niet kan worden erkend. De regenmeter in diezelfde plaats van
het waarneemstation van Instituto de Hidrología, Meteorología
y Estudios Ambientales (IDEAM), de Colombiaanse Weerdienst, krijgt jaarlijks
gemiddeld 'slechts' 7559 millimeter regen te verwerken, waarmee Lloro kansloos
is.
Via tipgevers slaagde Burt erin een andere, wel als officieel weerstation erkende,
Colombiaanse locatie op te sporen die een recordhoeveelheid neerslag rapporteert:
Puerto López de Micay. Volgens IDEAM-gegevens viel er in de periode april
1960 tot en met februari 2012 jaarlijks gemiddeld 12892,4 millimeter regen.
In 1984 regende het op 353 dagen, in 1985 zelfs op 355 dagen! Het natste kalenderjaar
was 1984 met 23818 millimeter regen, meer dus dan het kalenderjaarrecord van
Cherrapunji, India (22990 millimeter) uit 1861.
Puerto López de Micay ligt in een zone waar de tropische regens tweemaal
per jaar langskomen. Bovendien speelt de wisselwerking tussen vochtige lucht
van de Grote Oceaan en een tot 3 kilometer hoge bergketen 65 kilometer ten oosten
van Puerto Lopez de Micay een rol bij de vorming van de vele neerslag.
Het laatste woord
Over met name de neerslagrecords is het laatste woord overigens nog niet gesproken.
Zo kan een zeldzame dag met een paar millimeter regen een kandidaat voor een
droogterecord voor tientallen jaren kansloos maken. Op zich is het ook onbevredigend
dat alleen officiële weerwaarneemstations genomineerd kunnen worden als
mogelijk recordhouder. Dat wringt, temeer daar het bij regenrecords meestal
gaat om kleine gebieden waar de locale topografie als het ware alle vocht perst
uit de tot opstijgen gedwongen lucht die door moessons of passaten is aangevoerd.
Verder variëren de neerslaghoeveelheden op een gegeven waarneemstation
van jaar tot jaar en datzelfde geldt voor perioden van bijvoorbeeld 30 jaar,
zoals die door weerdiensten wereldwijd gebruikt worden om het klimaat te beschrijven.
Daarnaast treden in de periode van 100 tot 150 jaar waarover metingen beschikbaar
zijn, veranderingen op in het neerslagpatroon. Deze brengen sommige plekken
dichter bij een record terwijl ze andere plaatsen dwingen met een lagere klassering
genoegen te nemen. Verwarrend is ook dat we voor de jaargemiddelde neerslagsommen
voor een bepaalde meetlocatie geregeld verschillende waarden tegen komen. Ze
worden niet alleen veroorzaakt door typefouten, rekenfouten (bij het bepalen
van het gemiddelde) of omrekenfouten (bij het omzetten van inches naar millimeters),
maar vooral doordat verschillende perioden gebruikt moesten worden waarover
metingen beschikbaar zijn. Weerhistoricus Burt zal in de toekomst aan deze en
andere weerrecords ongetwijfeld nog verscheidene blogs kunnen wijden.
|
![]() |
|