IJs in Finse Golf
behoedt 8000 eilandbewoners voor massaslachting
Kees Floor, Het Weer Magazine februri 2016
In de winter van 1921 brak er op de Soviet-marinebasis Kronstadt een opstand
uit tegen het communistische gezag. Kronstadt ligt op het 12 kilometer lange,
Russische eiland Kotlin in de Finse Golf, op ongeveer 30 km ten westen van Sint
Petersburg, het toenmalige Petrograd. De 15.000 opstandige matrozen van Kronstadt
werden in hun verzet gesteund door 10.000 soldaten van het garnizoen op het
eiland en door grote delen van de plaatselijke bevolking. Doordat de winter
van 1921 zacht was en de dooi vroeg dreigde in te vallen, moest het sovjetleger
haast maken de opstand te onderdrukken; als na de winter het ijs van de Finse
Golf is verdwenen, is Kotlin namelijk een onneembare vesting.
Op 18 maart, van dat jaar werd de opstand onderdrukt. Veel opstandelingen vonden
de dood, maar het ijs van de Finse Golf was nog net stevig genoeg om ongeveer
8.000 man een uitwijkmogelijkheid te bieden naar de op bijna 25 km afstand gelegen
Finse kust.
![]() |
![]() |
![]() |
|
|
Na de Russische Revolutie
De opstand in Kronstadt was een van de markantste gebeurtenissen die volgden
op de Russische Revolutie van 1917. Die jaren werden gekenmerkt door burgeroorlog,
buitenlandse inmenging en blokkades. Het ineenstorten van het tsaristische regime,
de revoluties van maart en november, de terugval in agrarische productie door
onteigening en belastingheffingen en de burgeroorlog brachten het land op de
rand van hongersnood. De situatie werd nog verergerd door tekorten aan brandstof,
warme kleding en schoeisel, zodat er een optimale voedingsbodem was voor onvrede.
De opstandelingen van Kronstadt waren aanvankelijk geen tegenstanders van een
omwenteling; velen van hen waren ook gewoon lid van de communistische partij.
In 1917 hadden ze nog zo'n belangrijke bijdrage geleverd aan de gebeurtenissen
dat Leo Trotski, Lenin's voornaamste medewerker en grondlegger van het Rode
Leger, hen toen bestempelde tot 'de trots en roem van de Oktoberrevolutie';
diezelfde Trotski organiseerde in maart 1921 de militaire operatie die tot doel
had de opstand in Kronstadt te onderdrukken.
De eisen die de opstandelingen formuleerden aan het adres van het communistische
gezag, waren voor een belangrijk deel dezelfde als die van de bolsjewieken voor
die aan de macht kwamen: vrijheid van meningsuiting, vrijlating van alle arbeiders,
matrozen en soldaten die door de Tsjeka, de geheime dienst, werden vastgehouden,
vrije verkiezingen, afschaffing van de privileges van de communistische partij
en betere omstandigheden voor de boeren.
Kotlin bij dooi onbereikbaar voor
landmacht.
Op 1 maart 1921 probeerde Kalinin namens de communistische autoriteiten door
onderhandeling en overreding een eind te maken aan de opstand. Toen dat mislukte,
begon men voorbereidingen te treffen voor een militaire aanval.
Trotski wist dat hij voor de dooi inviel een eind moest maken aan de opstand,
zo melden verscheidene van zijn biografen. Kronstadt was alleen dan nog bereikbaar
voor grondtroepen. Na het smelten van het ijs werd het vrijwel onneembaar, konden
er schepen met opstandelingen ontkomen en behoorde bovendien steun uit het buitenland,
waar de eerste geldinzamelingen om de opstandelingen te steunen reeds waren
begonnen, tot de mogelijkheden. Gevreesd werd dat de dooi wel eens vroeg zou
kunnen invallen, vandaar dat er haast werd gemaakt. Een te lang voortduren van
de rebellie zou ook het moreel van de troepen aantasten en andere ontevredenen
ertoe kunnen brengen eveneens in opstand te komen tegen het communistische gezag.
De eerste pogingen om schepen en fortificaties van Kronstadt te veroveren vonden
plaats tussen 7 en 16 maart en liepen uit op een mislukking. Talrijke aanvallers
verdronken in de gaten die door granaten van de verdedigers van Kronstadt in
het ijs waren geslagen. Op 16 maart had men echter een legermacht van 45-50.000
man op de been gebracht, die er 18 maart in slaagde het hele eiland Kotlin met
verdedigingswerken en schepen te veroveren. De opstandelingen werden bij duizenden
doodgeschoten, wat veel verontwaardiging wekte in binnen- en buitenland bij
vriend en vijand; ongeveer 8.000 man konden echter over het ijs ontkomen naar
Finland.
Vroege lente
De angst voor een vroeg invallende dooi was bepaald niet ongegrond. De winter
van 1921 was namelijk relatief zacht. Gewoonlijk verdwijnt de ijsvloer op het
oostelijk deel van de Finse Golf pas in de loop van april of mei, maar in 1921
brokkelde het ijs al af in maart. Tijdens de beslissende slag op 17 en 18 maart
stond er water op het ijs, wat erop duidt dat de dooi reeds was ingetreden.
Waarnemingen uit de omgeving laten zien dat de temperatuur al vanaf 11 maart
uitkwam op nul graden of daarboven. Vanaf 21 maart liep het kwik zelfs op tot
8 à 10 graden.
Een andere aanwijzing voor een zachte winter was de geringe ijsbedekking van
de Oostzee; slechts ongeveer een derde deel was dichtgevroren. Tijdens de winter
van 1917, voorafgaand aan de Russische revolutie, was de Oostzee geheel dichtgevroren.
De gemiddelde temperatuur over de maanden november tot en met maart bedroeg
toen ongeveer min 8 graden, dat is vier graden lager dan in 1921. In 1921 ging
de haven van Riga na de winter weer open op 19 maart; in 1917 bleef die haven
dicht tot 10 april. Het ijs van de rivier de Neva in Sint-Petersburg brak in
1921 tussen 25 maart en 1 april, wat extreem vroeg in het jaar is. Uitstel van
de opmars naar Kronstadt zou dus vrijwel zeker tot afstel hebben geleid.
|
|
![]() |
![]() |
|
|
|
![]() Aftocht van de Engelsen en de Russen uit De Helder na de 'Vergeten Oorlog' van 1799. |