Kees Floor, Het Weer Magazine, oktober 2015
Satellietbeelden van tropische cyclonen tonen meestal het bijbehorende, veelal spectaculaire bewolkingspatroon. Het wordt gekenmerkt door naar buiten spiraliserende sluierbewolking en een door zware regen- en onweersbuien omgeven, wolkenvrij, windstil oog. De hurricanes en tyfoons laten echter ook na hun vertrek of verdwijnen sporen achter. Op beelden vanuit de ruimte zijn die eveneens zichtbaar. Zo brengen de orkaanwinden het zeewater in heftige beroering, waarbij het vooral in de buurt van eilanden bijvoorbeeld door opgeweld of weggeslagen sediment andere tinten kan aannemen dan gebruikelijk. Daarnaast worden er op de door de krachtigste cyclonen getroffen eilanden en in kustzones meestal grote aantallen bomen geveld, wordt de vegetatie er weggeblazen en verliest eventueel nog overgebleven blad zijn groene kleur doordat het wordt aangetast door zout dat door de wind is meegevoerd. Na de passage van zo'n extreme tropische cycloon is aanvankelijk rijk begroeid landoppervlak daardoor minder groen dan ervoor. Verder doet de door de cyclonen veroorzaakte hevige regenval rivieren zwellen, waarbij het naar zee wegstromende water grote hoeveelheden aan zijn beige tint herkenbaar sediment meevoert. We geven hier enkele recente voorbeelden van de op satellietbeelden zichtbare veranderingen die door tropische cyclonen teweeg zijn gebracht.
|
|
Gonzalo treft Bermuda
Gonzalo was de krachtigste Atlantische hurricane van het seizoen 2014. Op 17
oktober 2014 trok hij met windsnelheden tot 175 kilometer per uur over Bermuda,
dat vijf dagen eerder nog getroffen was door de tropische storm Fay. Hoewel
het ging om een categorie 3 hurricane (op een schaal van 5), waren er onder
de 65 000 inwoners geen slachtoffers te betreuren. Wel viel de stroom uit en
was er - voor de rommel van Fay was opgeruimd en de schade ervan was hersteld
- opnieuw veel materiële schade, ter waarde van naar schatting 200 tot
400 miljoen Amerikaanse dollars. Het had allemaal nog erger kunnen zijn als
het grote oog van Gonzalo niet precies over Bermuda was getrokken. Daardoor
was er enige tijd een rustpauze tussen de perioden met orkaanwinden bij nadering
van de hurricane en die bij het wegtrekken ervan. De vorige orkaan die recht
over Bermuda trok, was Fabian in september 2003. Die was met windsnelheden tot
190 kilometer per uur nog wat heftiger dan Gonzalo en zou in de huidige situatie
een schade hebben opgeleverd van 650 miljoen dollar, 10 duizend dollar per eilandbewoner!
Gelukkig trekt er niet zo vaak een hurricane over Bermuda of op een afstand
van minder dan 120 kilometer erlangs; sinds 1899 was dat slechts tien keer het
geval
Het satellietbeeld van Bermuda en het zeegebied rondom van 18 oktober 2014,
de dag na de passage van Gonzalo, laat zien dat er veel sediment naar het oppervlak
was gekomen, dat zich vervolgens over een groot oppervlak uitbreidde. De pluimen
van zand uit de ondiepe baaien en carbonaat, afkomstig van de koraalriffen,
zijn tot 30 kilometer lang. Ze strekken zich vooral uit naar het zuiden en zuidoosten.
Kennelijk was de wind op het moment dat de Gonzalo wegtrok noord of noordwest.
Ter vergelijking dient een satellietbeeld van 2 oktober 2014, dus ruimschoots
voor de komst van Fay en Gonzalo.
Pam treft Vanuatu
Het hurricaneseizoen loopt in het Caribisch gebied van 1 juni tot 1 december.
Dat hangt samen met de zeewatertemperatuur die is vereist om de ontwikkeling
van tropische cyclonen mogelijk te maken. Het water moet namelijk minstens 27
graden zijn.
Op het zuidelijk halfrond zijn dergelijke hoge zeewatertemperaturen eveneens
het meest waarschijnlijk aan het eind van de zomer en het begin van de herfst.
Het orkaanseizoen omvat boven de Grote Oceaan ten zuiden van de evenaar daardoor
vooral de maanden januari, februari en maart. De gebieden die ermee te maken
krijgen, zijn het noordoosten van Australië en verscheidene landen of eilandengroepen
van Oceanië.
Zo trok de categorie 5 supertyfoon Pam op 14 maart van dit jaar over Vanuatu,
vroeger bekend als Nieuwe Hebriden. Dit land, een van de armste ter wereld,
bestaat uit meer dan 80 eilanden, gelegen in de Grote Oceaan op 2000 kilometer
ten noordoosten van Brisbane, Australië. Erromango en Tanna, twee eilanden
in het zuiden van Vanuatu, werden het zwaarst getroffen. Op Erromango, waar
enkele duizenden mensen wonen, traden windstoten op tot 320 kilometer per uur.
Het ten zuiden ervan gelegen Tanna, met 30 000 inwoners, kreeg windvlagen te
verwerken van 260 kilometer per uur; daar werd 80 % van de huizen verwoest of
beschadigd. Ook het enige ziekenhuis van het eiland raakte zwaar beschadigd.
Volgens de Wereld Gezondheids Organisatie (WHO) van de Verenigde Naties betrof
het de ergste ramp die Vanuatu ooit had getroffen. Hulpverleners vergeleken
het geweld van Pam met dat van de supertyfoon Haiyan, die in 2013 over de Filipijnen
raasde en meer dan 6000 slachtoffers eiste.
Pam was de tweede categorie 5 supertyfoon die een of meer bewoonde eilanden
aandeed in de zuidelijke Grote Oceaan. De eerste was Zoe uit 2002, die enkele
kleine eilanden van de Solomon Eilanden trof. In totaal waren er in het gebied
sinds 1970 tien categorie 5 supertyfoons.
Voor Pam Vanuatu geselde, was er op de getroffen eilanden een rijke, tropische
vegetatie die ze op satellietbeelden, zoals dat van 28 januari 2015, een groene
kleur verschafte. Nadat Pam er had huisgehouden, heeft het groen van Erromango
en Tanna op het satellietbeeld van 17 maart 2015 plaats gemaakt voor bruine
tinten.
Phanfone treft Japan
Boven het noordwesten van de Grote Oceaan loopt het tyfoonseizoen weer in de
pas met het hurricaneseizoen van het Caribisch gebied. Zo trof op 6 oktober
2014 plaatselijke tijd de categorie 1 tyfoon Phanfone Honsjoe, het grootste
eiland van Japan. Behalve met veel wind, snelheden tot 130 kilometer per uur,
ging dat gepaard met overvloedige regenval. In de bergen in de regio Shizuoka
viel 480 millimeter neerslag. Shizuoka zelf, gelegen aan de Suruga Baai ongeveer
130 kilometer ten westzuidwesten van de Japanse hoofdstad Tokio, kreeg tijdens
de overkomst van de orkaan in één uur maar liefst een recordhoeveelheid
van 87 millimeter regen te verwerken. Door de vele regen ontstonden aardverschuivingen.
Daarnaast voerden sterk gezwollen rivieren het vele water en meegevoerd sediment
af naar zee, zoals op het satellietbeeld van de Suruga Baai van 6 oktober 2014
is te zien. Ter vergelijking is hetzelfde gebied afgebeeld op een satellietbeeld
van 29 september 2014, dus voor de komst van Phanfone.
De beelden van aardobservatiesatellieten bij dit artikel laten wat grootschaliger gevolgen zien van het langstrekken van een orkaan. Ze bevatten echter onvoldoende detail om schade aan gebouwen te kunnen beoordelen of slachtoffers te lokaliseren.
2a (muis naast beeld): Erromango (boven) en Tanna, Vanuatu,
na overkomst supertyfoon Pam, 17 maart 2015.
2b (muis op beeld): Erromango en Tanna voor overkomst supertyfoon Pam, 28 januari
2014. Bron: NASA/USGS.
|