Kees Floor, Het Weer Magazine februari 2013. Reacties:
1.
Veel tyfoons in Zuidoost-Azië dragen twee namen. Supertyfoon Bopha of Pablo, die in december 2012 op de Filipijnen aan land ging, was de zuidelijkste tyfoon ooit.
Op 4 december 2012 in de vroege ochtend plaatselijke tijd trok de verwoestende orkaan Bopha over Mindanao, de zuidelijkste eilandengroep van de Filipijnen. Op het moment dat Bopha, ter plaatse aangeduid als Pablo, aan land ging, was het een tyfoon van de categorie 5, de zwaarste die we kennen. Nooit eerder had in de periode waarover gegevens beschikbaar zijn, een categorie 5 tyfoon Mindanao aangedaan. De infrastructuur is er niet op ingericht om een dergelijk geweld het hoofd te bieden. Dat was een jaar eerder overigens ook al gebleken toen de veel minder verwoestende tropische storm Washi op 16 december 2011 hetzelfde gebied trof. Washi bracht destijds gigantische overstromingen op gang waarbij 1268 doden vielen.
![]() |
![]() |
|
Baan van de supertyfoon Bopha (Pablo),
december 2012.
|
Natuurgeweld
De gevolgen van de komst van Bopha, de zwaarste tyfoon van het seizoen 2012,
waren desastreus. Volgens het 'Office for the Coordination of Humanitarian Affairs
(OCHA)' van de Verenigde Naties werden meer dan vijf miljoen mensen getroffen
door het natuurgeweld. Er waren honderden slachtoffers en vermisten. Ook de
schade was groot: tienduizenden woningen raakten beschadigd of werden zelfs
totaal verwoest. Door de overvloedige regenval stonden veel wegen onder water.
Ook traden er aardverschuivingen op en werd naar schatting 80% van de plantages
in Compostella, in het oosten van Mindanao, vernield.
Van een kokosplantage van 10 hectare in Baganga in de provincie Davao Oriental,
de plaats waar de tyfoon aan land ging, bleken alle palmen geveld. Meestal zijn
deze bomen de enige die nog staan na het overtrekken van een hurricane of tyfoon.
Zo bleek eerder uit gegevens van een verzekeringsmaatschappij dat kokospalmen
in Australië waar in 2006 de categorie 4 tropische cycloon Larry overheen
trok, windvlagen van 215 kilometer per uur (60 meter per seconde) nog konden
weerstaan, maar sneuvelden bij rukwinden van 265 km/h (73 m/s).
Tropische cyclonen en tyfoons
Tropische stormen zijn kleinschalige depressies die vergezeld gaan van veel
wind (windkracht 8 of meer), overvloedige regenval, hoge golven op zee en vloedgolven
langs de kust. Bereikt de wind orkaankracht (windkracht 12), zoals onder andere
bij Bopha ruimschoots het geval was, dan spreekt men van een orkaan. In het
Caribische gebied noemt men orkanen hurricanes, boven de noordwestelijke Grote
Oceaan en de aangrenzende kusten van Azië tyfoons.
Het meest opvallende kenmerk van een tyfoon is het wolkenvrije oog; het heeft
een diameter van dertig tot vijftig kilometer en is op satellietbeelden en op
foto's vanuit het internationaal ruimtestation ISS gewoonlijk goed te zien.
De luchtdruk is in het oog het laagst. Rondom het oog bevindt zich een 'muur'
van actieve bewolking. Aan het aardoppervlak direct onder de 'muur' treden de
hoogste windsnelheden op. Aan de bovenzijde, op zo'n achttien kilometer hoogte,
stroomt de lucht met bewolking weer spiraalsgewijs naar buiten. Daardoor vormt
er zich aan de bovenkant van de cycloon een kap van ijswolken, die eveneens
op satellietbeelden markant zichtbaar is.
![]() |
![]() |
|
|
Orkaankracht
Alle tropische cyclonen zijn gevaarlijk, maar sommige zijn gevaarlijker dan
andere. Daarom is er een classificatie ontwikkeld om onderscheid te kunnen maken
tussen bijvoorbeeld krachtige en verwoestende tyfoons en om zich beter op de
te verwachten schade te kunnen voorbereiden. De schaal (zie tabel). werd in
1969 opgesteld door de Amerikaanse consultant Herbert Saffir, gespecialiseerd
in stormschade aan gebouwen, en Bob Simpson, directeur van het Amerikanse National
Hurricane Centre. De schaal wordt gebruikt om een inschatting te maken van mogelijke
schade wanneer een hurricane of tyfoon de kust bereikt en aan land gaat. Een
tyfoon van categorie 2, 3, 4 en 5 is respectievelijk 10, 50, 100 en 250 maal
zo verwoestend als een zwakke tyfoon van categorie 1. Overigens hangt de schade
op een bepaalde plaats af van meer factoren, zoals de afstand tot het gebied
met de hoogste windsnelheden, de afstand tot de kust, open of beschutte ligging,
de bouwvoorschriften ter plekke, begroeiing van het landschap en of er al dan
niet overstromingen en aardverschuivingen optreden. Er is geen verband tussen
de omvang van een tropische cycloon en het verwoestend potentieel (zie echter
de reactie onderaan dit artikel).
Toen Bopha aan land ging, was het een het een supertyfoon van de zwaarste categorie.
Weliswaar was het in 2012 in de noordwestelijke Grote Oceaan de derde categorie-5-tyfoon,
maar het aan land gaan van zo'n orkaan ergens ter wereld komt slechts eens in
de drie of vier jaar voor. Steeds zijn de gevolgen rampzalig, zeker als de gebeurtenis
plaatsvindt in een gebied dat niet eerder door zulke zware orkanen is getroffen,
de bevolking er daardoor niet op voorbereid is en de infrastructuur er niet
op kon worden afgestemd.
Afstand tot evenaar
Tropische cyclonen vormen zich uit storingen die ontstaan zijn of terecht gekomen
zijn boven warm oceaanwater. Verdampend zeewater met een temperatuur van 26
graden of hoger, is namelijk een belangrijke bron van energie voor een cycloon.
De meeste tropische cyclonen komen dan ook tot ontwikkeling in een gebied tot
hooguit twintig graden noorder- of zuiderbreedte; verder van de evenaar weg
is het zeewater namelijk te koud.
Dicht bij de evenaar is wel aan de watertemperatuurvoorwaarde voldaan, maar
toch ontbreken ook daar tropische cyclonen tot ongeveer vijf graden noorder-
en zuiderbreedte. Dat komt doordat de afwijkende kracht van de aardrotatie,
ook wel corioliskracht genoemd, eveneens een belangrijke rol speelt bij de vorming
en de ontwikkeling van cyclonen. Ze houden daardoor wat afstand tot de evenaar;
in de buurt van de evenaar is de corioliskracht namelijk nul. Op de figuur met
banen van tropische cyclonen is de afwezigheid ervan rond de evenaar vooral
goed te zien boven de Indische Oceaan en de westelijke Grote Oceaan. Rond Zuid-Amerika
en langs de westkust van Afrika komen tropische cyclonen (vrijwel) niet voor,
zodat daar het ontbreken van cyclonen langs de evenaar minder opvalt.
Bopha was in dit opzicht echter een geval apart. Hij vormde zich namelijk reeds
als tropische depressie op 3,6 graden noorderbreedte; zo dicht bij de evenaar
komen ze normaliter niet voor. Het record is overigens in handen van de tropische
storm Agni, die zich eind november 2004 boven de Indische Oceaan bevond op 0,7
graden noorderbreedte. Nummer 2 is de tropische storm Vamei, die eind december
2001 Singapore bereikte op 1,5 graad noorderbreedte.
Zuidelijkste tyfoon
Terug naar Bopha; het kostte hem ruim vier dagen om op slechts3,8 graden noorderbreedte
doorgegroeid te zijn tot een tyfoon: een record. Weliswaar is volgens de Japanse
waarschuwingdienst voor tyfoons Vamei uit 2001, die we hierboven al noemden,
op het noordelijk halfrond de zuidelijkste tyfoon ooit, maar anderen betwijfelen
of Vamei wel vergezeld ging van winden van orkaankracht, dus dit record staat
ter discussie. Als Vamei niet meetelt, staat Bopha op één en Kate
(Filipijnse naam: Titang) uit 1970 op twee. Laatstgenoemde tyfoon, die later
als categorie-4-tyfoon Mindanao zou aandoen met het tot dan toe grootste aantal
slachtoffers in de Filipijnen tot gevolg, bereikte de tyfoonstatus op 4,3 graden
noorderbreedte.
Bopha werd een categorie-5-tyfoon op 7,4 graden noorderbreedte. Het record van
Louise, die in 1964 noordelijker in de Filipijnen eveneens als categorie-5-tyfoon
aan land ging, werd net niet gebroken; Ining, zoals de Filipijnen deze supertyfoon
noemden, verkreeg de categorie-5-status al op 7,3 graden noorderbreedte.
Levensloop
Tropische cyclonen drijven in de eerste fase van hun bestaan doorgaans mee in
een oostelijke stroming. In het geval van de noordwestelijke Grote Oceaan zetten
ze koers naar Zuidoost-Azië. Het is het gebied waar de meest tropische
cyclonen voorkomen, zoals ook op de banenkaart is te zien: een van de drie op
aarde waargenomen tropische cyclonen heeft daar zijn werkterrein. In de buurt
van het continent buigen ze vaak noordwaarts af. Als ze aan land gaan zwakken
ze snel af.
Bopha hield zich keurig aan deze regels. Zo had hij voor hij de Filipijnen bereikte
al danig huisgehouden in het meer naar het oosten in de Grote Oceaan gelegen
Palau; vooral een door de tyfoon opgewekte drie meter hoge vloedgolf veroorzaakte
daar veel schade. Nadat Bopha een paar dagen later Mindanao was gepasseerd,
was hij afgezwakt tot een categorie-1-tyfoon. om later boven de Zuid-Chinese
Zee weer aan te sterken tot categorie 3. Daar begon hij noordwaarst af te buigen
en draaide zelfs verder door naar noordoost, zodat ook het noorden van de Filipijnen
een staartje meekreeg van het natuurgeweld.
Gemiddeld bereiken zo'n twintig tropische cyclonen per jaar de Filipijnen. In
ongeveer de helft van de gevallen gaat een tyfoon daadwerkelijk aan land. Meestal
is dat noordelijker dan Mindanao; op de banenkaart kunnen we Mindanao nog zien
liggen, terwijl de rest van de Filipijnen schuil gaat achter de vele ingetekende
banen.
Naamgeving
De naamgeving van de tropische stormen en tyfoons in de noordwestelijke Grote
Oceaan wijkt af van wat we elders gewend zijn. In plaats van jongens- en meisjesnamen
gebruikt de Japanse weerdienst, die de namen toekent, vijf lijsten met de Aziatische
namen van planten en dieren of de historische namen van goden. Zo is Bopha de
Cambodjaanse naam voor een bloem of voor een meisje. De namen zijn ingebracht
door de 14 landen in de regio die met de tyfoons te maken krijgen. De volgorde
waarin de namen worden toegekend, is de alfabetische volgorde van de landnamen.
Als de lijst is afgewerkt, komen de tweede namen die door elk van de landen
zijn ingebracht, aan de beurt. Cambodja is het eerste land op de lijst; het
levert daardoor de eerste naam van het seizoen, in 2012 Damrey, maar ook de
vijftiende, in dit geval dus Bopha.
De Filipijnse weerdienst werkt met een eigen, alfabetisch systeem van jongens-
en meisjesnamen voor tropische depressies en tropische cyclonen die het verwachtingsgebied
binnentrekken of bedreigen. Een tyfoon kan daardoor twee verschillende namen
hebben. Zo heet Bopha in de Filipijnen Pablo. Merk op dat de P de zestiende
letter is van het alfabet en dat Pablo dan ook de zestiende naam is die door
de Filippijnse weerdienst werd afgegeven, terwijl bij de Japanners, die een
groter gebied bewaken, de teller nog op 15 stond. In een groter gebied zou je
meer tropische cyclonen verwachten en dat is natuurlijk ook zo. De Filipino's
geven echter ook de tropische depressies met windkracht 7 die hun aandachtsgebied
binnengaan of bedreigen, een naam; de Japanners kennen namen toe vanaf windkracht
8.
Tabel : Windchaal voor hurricanes volgens Saffir & Simpson
Categorie |
Omschrijving |
Windsnelheid (km/h) |
schade |
|
tropische depressie |
TD |
minder dan 62 |
||
tropische storm |
TS |
|
62-117 |
|
tropische cycloon |
1 |
Zwak |
118-152 |
Lichte schade |
tropische cycloon |
2 |
Matig |
153-176 |
Dak- en vensterschade en belangrijke schade aan bomen en gewassen |
tropische cycloon |
3 |
Krachtig |
177-208 |
Grote schade met uitgebreide vernielingen aan gebouwen |
tropische cycloon |
4 |
Zeer krachtig |
209-248 |
Zeer groot: daken weggeblazen, veel waterschade op de begane grond van gebouwen aan de kust |
tropische cycloon |
5 |
Verwoestend |
Groter dan 248 |
Catastrofaal: vrijwel alle daken weggeblazen, evenals kleine lichtere bouwsels en grote schade aan gebouwen. |
Geachte redactie,
In het artikel over de tyfoon Bopha staat dat er geen verband is tussen de omvang
van een tropische cycloon en het verwoestend potentieel. Dat is echter onjuist;
de horizontale afmetingen zijn wel degelijk van belang.
Als maat voor de omvang van een tropische cycloon hanteert men ofwel de straal
van het gebied waarin de windsnelheid 17 meter per seconde of meer bedraagt
ofwel de straal van de buitenste gesloten isobaar. Hoe groter de omvang, des
te groter is het gebied dat getroffen wordt door ten minste stormachtige winden
(17 meter per seconde of meer) en daardoor te maken krijgt met stormschade.
Een grotere tropische cycloon leidt bovendien tot een langere windbaan (fetch),
waardoor de kans op stormvloeden toeneemt. Dit effect trad duidelijk op bij
onder andere hurricane Katrina uit 2005.
Grote tropische cyclonen kunnen verder, naast de gebruikelijke ronde muur van
zware buien om het oog, een tweede muur van buien vertonen, die als 'buitenring'
om de eerste muur heen staat. In zo'n geval zijn er twee windmaxima, een bij
de binnenste muur van buien en een bij de buitenste. Dit leidt tot een grotere
kans op schade, zowel door wind als door wateropzet. Vermoedelijk had hurricane
Katrina op het moment dat hij aan land ging, zo'n secondaire buienmuur; de verwoestingen
die de orkaan aanrichtte langs de Golfkust, liggen nog vers in het geheugen.
Sytske Kimball
Sytske Kimball is als docent en hurricaane-onderzoeker verbonden
aan de University of South Alabama in Mobile, Alabama (U.S.A.). Ze woont op
ongeveer 150 kilometer van het punt waar hurricane Katrina destijds aan land
ging en maakte de verwoestende werking van wind en stormvloed van zeer nabij
mee.