|
Voor zover de bewolking geen spelbreker is, kijken ieder jaar in de nacht van
12 op 13 augustus miljoenen mensen omhoog om de Perseïden waar te nemen;
waarnemingen van vallende sterren in die periode gaan al meer dan 2000 jaar
terug. Vorig jaar waren er ook nog eens zes mensen die, niet gehinderd door
bewolking, met een digitale camera in de aanslag van een hoogte van 376 kilometer
naar benéden keken om het verschijnsel te zien en vast te leggen: de
astronauten in het internationaal ruimtestation ISS. Een van de vele foto's
die zij maakten, laat zien hoe zo'n vallende ster er vanuit de ruimte uitziet.
De afgedrukte opname werd gemaakt door astronaut Ron Garan op 13 augustus 2011
19:17 UTC. Het ISS bevond zich toen boven Mongolië, ongeveer 400 kilometer
ten noordwesten van Peking.
Het is niet voor het eerst dat astronauten vallende sterren konden waarnemen
en fotograferen, maar - als we Bill Cooke, hoofd van NASA's Meteoroid Environment
Office mogen geloven - wel de meest uitzonderlijke opname van een meteoor vanuit
de ruimte. Het ruimtedeeltje waarvan we het lichtspoor op de foto zien, maakte
deel uit van een wolk van stofdeeltjes, achtergelaten door de komeet Swift-Tuttle.
De aarde trekt elk jaar rond 12 augustus door deze wolk, wat leidt tot grote
aantallen vallende sterren. Als je zo'n lichtspoor ziet mag je in sommige culturen
een wens doen; in andere culturen wordt zo'n vallende ster gezien als een voorteken
van een belangrijke gebeurtenis.
Het deeltje op de foto verplaatste zich met een snelheid van 60 kilometer per
seconde. Op een hoogte van ongeveer 100 kilometer raakte het verhit door de
wrijving met de op die hoogte nog vrij ijle lucht van de aardse dampkring en
trok zo net onder de gekromde rand van de aarde een lichtspoor. Daarboven is
op de ISS-foto van het verschijnsel een dunne, groenige band zichtbaar, die
de kromming van de aarde volgt. Dat is het nachthemellicht (airglow), dat wordt
veroorzaakt door de wisselwerking van zonlicht met moleculen en atomen in de
dampkring op een hoogte van ongeveer honderd kilometer. De zon staat op de horizon
en gaat schuil achter een van de zonnepanelen van het ISS. De witte stip in
de buurt van het spoor van de meteoor tussen de rand van de aardbol en het nachthemellicht
is de ster Arcturus.
De sterrenregen van de Perseïden is een jaarlijks terugkerende gebeurtenis.
Als het weer meewerkt is het schouwspel dit jaar in de nacht van 12 op 13 augustus
weer in volle glorie te bewonderen.