Kees Floor, KNMI; geplaatst in Meteorologica, juni 1999

Op 11 augustus 1999 is er, zoals bekend, in Nederland en Vlaanderen een gedeeltelijke zonsverduistering waar te nemen. In de bij gelegenheid van die gebeurtenis verschenen artikelen en brochures wordt veel accent gelegd op veiligheid voor de ogen (Drummen 1998, Kuiper en Otten 1999, Schilling 1999). Het zonlicht is namelijk zo fel dat beschadiging van de ogen kan optreden indien geen filters worden gebruikt: het bij de brochures meegeleverde ‘zonsverduisteringbrilletje’ bij visuele waarneming of filters met een vergelijkbare functie voor de telescoop of het fototoestel. Bij het waarnemen van zonsondergangen, zoals beschreven in dit en het vorige nummer van Meteorologica (Floor 1999), krijgen de waarschuwingen voor de hoge lichtintensiteiten van het zonlicht wat minder aandacht; de zon is bij lage zonnestand aanzienlijk minder lichtsterk doordat het zonlicht sterk wordt verzwakt tijdens zijn reis door de atmosfeer. Hoewel voorzichtigheid geboden blijft, zijn de opnamen van de laagstaande zon bij de hier geciteerde artikelen gemaakt zonder filter en zijn er zelfs films gebruikt met lichtgevoeligheden van 400-3200 ASA.

Indien een zonsverduistering zich zou voordoen bij laagstaande zon, zou er minder noodzaak zijn tot het gebruiken van filters tijdens de waarneming: een ongefilterde zonsverduistering zou tot de mogelijkheden gaan behoren!

Figuren: Laagstaande, gedeeltelijk verduisterde, zon, waargenomen te Egmond aan Zee op 20 juli 1982. Duidelijk zichtbaar zijn de afplatting (a) en de afsnoeringen, veroorzaakt door pseudo-spiegelingen (Floor 1999a). De opnamen werden gemaakt met een Celestron C5 telescoop in combinatie met een zogeheten 2X convertor, wat een effectieve brandpuntafstand opleverde van 2500 mm. De sluitertijd bedroeg 1/1000 s.; de Kodak Ektachrome film is opgewaardeerd naar 3200 ASA.

In de praktijk blijkt dit inderdaad het geval. Een voorbeeld van zo’n ‘ongefilterde zonsverduistering’ deed zich in Nederland voor op 20 juli 1982 (Floor 1984). De figuur geeft een indruk van wat toen kon worden waargenomen. De opnamen tonen de ‘gewone’ verschijnselen, zoals de afplatting van de zonneschijf en de afsnoeringen die een gevolg zijn van pseudo-spiegelingen in combinatie met een gedeeltelijk verduisterde zon. De opnamen werden gemaakt tijdens zonsondergang vanaf de boulevard van Egmond aan Zee. De gebruikte telescoop was niet voorzien van enig filter; de atmosfeer deed haar werk!

Het duurt nog enige tijd voor er opnieuw een ongefilterde (gedeeltelijke) zonsverduistering bij zonsondergang in onze omgeving kan worden waargenomen; liefhebbers moeten geduld hebben tot 12 augustus 2026. Daarnaast kunnen ongefilterde (gedeeltelijke) zonsverduisteringen worden waargenomen tijdens zonsopkomst, al zal het dan moeilijker zijn een geschikt waarnemingspunt te vinden. Verduisteringen tijdens zonsopkomst worden voorzien op 31 mei 2003 en op 4 januari 2011.

Literatuur:

Drummen, M., 1998, Een verschil van dag en nacht; de eclips van 11 augustus 1999, Zenit 25 (7/8) 296-307

Floor, C., 1984, Green flash during a partial eclipse, Z. Meteor., 34 (6), 366-367

Floor, Kees, 1999, De vorm van de zonneschijf bij lage zonnestand, Meteorologica 8 (1), 18-21 en 8 (2), elders in dit nummer

Kuiper, J., en H. Otten, 1999, Zonsverduistering, de eclips van 11 augustus 1999, ANWB Media, Den Haag

Schilling, G., 1999, ABC van de zonsverduistering, De Volkskrant, Amsterdam