Kees Floor, De Journalist 29 juli 2005 en Meteorologica, september 2005.
Echt nieuws is het weerbericht voor de meeste journalisten niet. En toch hoeft het maar een paar dagen dertig graden te worden of de 'tropische temperaturen' beheersen de voorpagina's van de kranten én de hoofdpunten van het journaal. Weerjournalistiek is blijkbaar net zo veranderlijk als het weer zelf.
Jan Visser | Peter Timofeeff | Piet Paulusma | Erwin Krol |
Weermannen als Erwin Kroll en Peter
Timofeeff zijn evenals de presentatoren van het 'gewone' nieuws, bijna iedere
dag op televisie te zien. Maar journalist voelen ze zich niet. 'Het geven van
weerpresentaties is puur service', zegt Kroll. 'Ik voel me meer en meer presentator,
al proberen we bij de NOS het weer wel zo journalistiek mogelijk te benaderen.'
'Ik zie mezelf vooral als meteoroloog', stelt Timofeeff van RTL daartegenover.
'Als weer echt nieuws is, wordt het een zaak van de nieuwsredactie.' Uitleggen
en verklaren zit de twee bekende Nederlanders in het bloed. 'Ik ben als een meester
voor de klas', bekent Kroll. 'Ik vertel altijd een verhaal. Niemand kan me tegenspreken'.
Toch vindt hij dat de ruimte daarvoor erg beperkt is. Ook Timofeeff zou wel meer
willen uitleggen. 'Dat kan helaas slechts sporadisch. Er is gewoon te weinig tijd',
zegt hij spijtig.
In Nederland zijn heel wat mensen in de weer met berichtgeving
over het weer. Slechts een klein deel daarvan werkt vanaf de journaalredacties.
Weerjournalisten met minder naamsbekendheid spreken thuis of op het werk hun teksten
in voor de radio, mailen hun stukjes door aan de redacties van kranten of uploaden
hun teksten naar de website van hun weerbedrijf. Weerberichtgeving lijkt dus 'big
business'. 'Al denk ik niet dat er in Nederland journalisten zijn die alleen over
het weer schrijven', zegt Harry Otten van Meteo Consult, dat onlangs door de Britse
Press Association werd overgenomen. 'Daar zit gewoon te weinig geld in.'
Voor de dagelijkse routinematige weerberichtgeving ligt dat kennelijk anders.
Meteo Consult levert weerinformatie aan RTL, de Volkskrant, NRC/Handelsblad en
talrijke regionale dagbladen. Daar zit dus wél brood in. Concurrent Weathernews,
de afgescheiden commerciële poot van het KNMI, rekent onder andere het ANP,
de NOS, Wereldomroep, De Telegraaf, Het Parool en enkele regionale bladen in Noord-Nederland
tot zijn klantenkring. Daarnaast is er nog weerbedrijf WeerOnline, dat onder andere
het Algemeen Dagblad van weerinformatie voorziet. En natuurlijk wat 'loslopend
volk' als Piet Paulusma, Jan Visser, Jan Versteegt (Radio2) en een handvol regionaal
opererende weermannen.
Servicerubriek
Persvoorlichter
Harry Geurts van het KNMI, ziet weerberichtgeving wél als een aparte tak
van de journalistiek. 'Kijk alleen al naar die overdaad aan weerberichtgeving
in de krant,' zegt Geurts, tevens weerpublicist met af en toe een achtergrondverhaal
in De Telegraaf. 'Vooral in Trouw zie ik altijd een originele journalistieke aanpak.
Meer dus dan dat er morgen een bui kan vallen'. 'Dat is ook precies de bedoeling',
glundert Trouw-weerman Jan Visser, die verder te horen is op Radio 10 Gold. 'Als
weerjournalist moet je niet alleen verwachtingen maken, maar ook oog hebben voor
de dingen die om je heen gebeuren', vindt hij. 'Je ontwikkelt een fingerspitzengefühl
voor wat op een bepaald moment belangrijk is. Je bent als het ware opvoedkundig
bezig.' Visser vindt het vreemd dat op televisie geregeld wordt gerept over elkaar
tegensprekende computermodellen. 'Daar hebben de kijkers niets aan. Je moet de
informatie selecteren en duiden.' Dat betekent overigens niet dat hij in de krant
onbeperkt de ruimte zou willen hebben. 'Als je het te lang maakt, wordt het onoverzichtelijk.'
Of de weermannen het nu leuk vinden of niet, in de meeste gevallen blijft
het weerbericht een servicerubriek. 'Er is een scheiding tussen nieuws en service',
weet meteoroloog Michiel Severin van Weathernews. 'De service schrijven we zelf.
Als weer nieuws is, worden we gebeld door de journalisten van de kranten waarvoor
we werken.' 'Het weer heeft een apart etiketje', zegt ook NOS-weerman Gerrit Hiemstra.
'De normale journalistieke regels gelden niet'. De gang van zaken bij de redacties
van dagbladen geeft hem gelijk. De weerpraatjes worden er zorgvuldig gescheiden
van de nieuwsberichten en vervolgens doorgesluisd naar de redacteuren van service-
of mediapagina's. Op nieuwswaarde wordt niet gelet; daar zijn die pagina's niet
voor. De puzzel, het recept, het colofon, de waterstanden en de wegwerkzaamheden
op dezelfde pagina staan er óók niet voor het nieuws. Overzichtelijkheid
en voorspelbaarheid zijn veel belangrijker.
Van Hiemstra, tevens mede-eigenaar
van WeerOnline, mag het weerbericht best wat meer diepgang krijgen. 'Termen als
front, lagedrukgebied en buienlijn worden vermeden, om nog maar te zwijgen over
kansverwachtingen en ensembles. Ik zou naast wat we al doen in het journaal graag
eenmaal per dag een weerbericht willen hebben waarin we onze kennis als meteoroloog
beter kwijt kunnen.' Ook Robert Mureau denkt in die richting. Volgens de onderzoeker
van het KNMI is de kloof tussen de meteorologie en het algemeen publiek nog nooit
zo groot geweest als nu. 'Ondanks de toegenomen kennis is het weerbericht de afgelopen
decennia nauwelijks veranderd. We weten veel meer dan er nu naar buiten komt.'
Jan Versteegt | Marjon de Hond | Gerrit Hiemstra |
Paraplu
Hiemstra weet ook wel dat lang niet iedereen geïnteresseerd is in de meteorologische
achtergronden. 'De kijkers willen gewoon weten of ze hun paraplu moeten meenemen
of niet.' Sommige presentatoren spelen daarop in en willen het weerbericht graag
juist zo toegankelijk mogelijk houden. 'Ik ga me niet te buiten aan termen als
cumulus of hoge- en lagedrukgebieden', zegt Piet Paulusma van SBS6. Volgens een
onderzoek van Trendbox uit april van dit jaar heeft hij, net als Kroll en Timofeeff,
een naamsbekendheid van meer dan negentig procent. 'Hoe meer terminologie, hoe
minder mensen het oppakken', weet de populaire weerman. Uit de Trendbox-enquête
bleek ook dat weer buiten Nederland en weer dat al voorbij is, op televisie te
veel aandacht krijgen.'Ik doe alleen Nederland en kijk weinig terug', schuift
hij die verwijten naar zijn collega's door. In de Spits is Paulusma nadrukkelijk
aanwezig met foto en 'tip van de weerman'. Zijn weerpraatjes doen denken aan een
column. 'Wat ons betreft is het gewoon een deel van de servicepagina', ontkracht
Spits-redactrice Karin ter Wal die suggestie. Paulusma zelf houdt het op een gewoon
weerbericht, maar anders geschreven. 'Gun mij m'n eigen stijl', is zijn verweer.
'Ik sta ook graag buiten voor presentaties. Mijn collega's doen dat af als amusement
en vinden alleen studiowerk echt. Maar dat buitengebeuren heeft alles met het
weer te maken. O ja, en we krijgen dit jaar zeker een warme zomer', roept hij
nog voor we ophangen.