Kees Floor, Meteorologica juni 2012.
Kaapverdië krijgt geregeld te maken met stofstormen, die op satellietbeelden
in natuurlijke kleuren over de eilandengroep een grauwsluier lijken te leggen.
Soms steken de hogere eilanden er deels bovenuit en gaan tegelijkertijd de lagere
er geheel onder bedekt.
Een ander verschijnsel dat in hetzelfde gebied op satellietbeelden vaak is waar
te nemen, zijn de lijwervels achter de hogere eilanden, de zogenoemde wervelstraten
van Von Kármàn. Tijdens stofstormen kan het wervelpatroon in zeldzame
gevallen ook in de zanderige laag worden teruggevonden. Dat de hier getoonde
wervels zich echter zowel manifesteren in bewolking als in stof, is echter zeer
uitzonderlijk.
Woestijnen en andere droge gebieden, die gezamenlijk een derde deel van het
landoppervlak op aarde beslaan, vormen een belangrijke bron van stof- en zanddeeltjes
in de atmosfeer. Vooral de Sahara en de Sahel leveren een grote bijdrage. Het
zand dat in de atmosfeer terecht komt, met een deeltjesgrootte van 0.1 tot 0.0001
millimeter, wordt tijdens zandstormen van het aardoppervlak losgemaakt door
de wind en meegevoerd met de heersende luchtstromingen. Dergelijke zandstormen
komen ieder jaar voor, zij het in sterk wisselende frequentie en intensiteit.
Begin februari van dit jaar was het weer raak: ditmaal ging het om een zandstorm
in West-Afrika met een intensiteit die sinds 2010 niet meer in dat gebied was
voorgekomen. Een stofwolk van duizenden kilometers breed verduisterde de zon
en deed het zicht afnemen tot enkele honderden meters. Vluchten op Nouakchott,
de hoofdstad van Mauritanië, en op de Senegalese hoofdstad Dakar moesten
worden geannuleerd of omgeleid. Auto's reden noodgedwongen met groot licht en
alles zat er onder het zand.
Harmattan
Het zand was afkomstig uit een brongebied dat het oosten van Mauritanië,
het westen van Mali en het zuiden van Algerije omvat. Het werd losgewoeld en
meegevoerd door de zogeheten harmattan, een droge, stoffige of zanderige passaatwind
die in de wintermaanden waait van de zuidelijke Sahara naar de Atlantische Oceaan
en de Golf van Guinee. METEOSAT-beelden (niet afgebeeld) laten zien dat de stofwolk
in de nacht van 5 op 6 februari de Atlantische kust van de Westelijke Sahara,
Mauritanië en Senegal bereikte, om vervolgens koers te zetten naar Kaapverdië.
Op MODIS-satellietbeelden van 6 februari (figuur 4) is het oceaanoppervlak door
stof en zand niet meer zichtbaar. Een dag later blijken de Kaapverdische Eilanden
volledig bedekt of omringd door zand en stof (figuur 1).
1. Satellietbeeld van een stofstorm boven Kaapverdië.
Alleen de hogere eilanden steken boven de zanderige luchtlaag uit.
Datum: 7 februari 2012. Instrument: MODIS. Satelliet: Terra (muis naast beeld)
en Aqua. Bron: NASA.
De zandhoudende luchtlaag
De overlast die de zandstorm veroorzaakte voor het vliegverkeer, het wegverkeer
en de burgerij, vormt een aanwijzing dat het zand zich in de onderste lagen
van de atmosfeer ophield. Meer precies: tussen het aardoppervlak en een inversie,
die zich volgens de radiosondeopstijging van de luchthaven van het eerder genoemde
Nouakchott bevond op 950 hPa (616 meter) (figuur 2). Het satellietbeeld van
figuur 1 geeft aanwijzingen die de aanwezigheid van stof en zand in die laag
onderbouwen en aangeven dat de lucht erboven schoner is. Kaapverdië bestaat
namelijk uit een aantal eilanden, waarvan er tien bewoond zijn (zie figuur 3).
De helft ervan is beduidend hoger dan 616 meter, de overige eilanden zijn minder
hoog. Het satellietbeeld van figuur 1 laat zien dat de lagere eilanden helemaal
bedekt zijn door een 'grauwsluier' van beigegetint stof en zand, terwijl de
bruingetinte delen van de hogere eilanden boven de stof- en zandhoudende luchtlaag
uit steken. Vooral de hoogste twee Kaapverdische eilanden, Santa Antão
in het uiterste noordwesten en Fogo in het zuiden, zijn, voor zover ze door
de inversie heen prikken, op het satellietbeeld duidelijk te zien. De drie het
meest naar het oosten gelegen, lage eilanden, Sal, Boia Vista en Maio, gaan
vrijwel geheel schuil onder het zand en zijn nauwelijks nog te onderscheiden.
Windrichting
Het zand boven Kaapverdië werd, zoals eerder aangegeven, meegevoerd door
de noordoostpassaat; de MODIS-beelden van 7 februari 2012 bevestigen dat de
windrichting inderdaad noordoost is. Zo zien we, vooral op de middagbaan (Aqua,
figuur 3) dat de met de aanwezigheid van eilanden samenhangende bewolking zich
bevindt aan de noordoostzijde van de eilanden, dus precies daar waar de lucht
bij een noordoostelijke stroming gedwongen wordt op te stijgen. Bewolking is
zich in de ochtend vooral aan het vormen bij Fogo, zoals het ochtendbeeld van
de Terra (figuur 1) laat zien. Op het Aqua-beeld (middagbaan, figuur 3) is het
effect ook goed zichtbaar bij Santo Antão en São Nicolau.
Een tweede aanwijzing voor de aanwezigheid van een noordoostelijke stroming
geeft de oriëntatie van de wervelstraten van Von Kármàn,
die zich stroomafwaarts achter sommige eilanden hebben gevormd. Een van de voorwaarden
om dergelijke wervelstraten te krijgen is dat het eiland dat als obstakel in
de luchtstroming ligt en daardoor de wervels veroorzaakt, beduidend hoger is
dan de inversiehoogte. Dat voor de wervelstraten achter Santo Antão en
Fogo aan deze voorwaarde is voldaan, blijkt niet alleen uit vergelijking van
de inversiehoogte met de in figuur 3 getoonde hoogten van de eilanden. Ook aan
de donkerbruine tinten van de eilanden op het satellietbeeld van figuur 1 kunnen
we zien dat ze deels boven de inversie liggen.
Wervelstraten
Wervelstraten zijn op satellietbeelden voor de Afrikaanse kust geregeld zichtbaar
achter Madeira en de Canarische en Kaapverdische Eilanden. Meestal zijn de wervels
zichtbaar door het bewolkingspatroon dat ermee samenhangt. Soms kun je het optreden
van wervels afleiden uit het patroon van zonneglinstering in het zeegebied achter
de eilanden. Slechts een enkele maal verraden ze zich door een wervelpatroon
in overwaaiend woestijnzand. Nog weer zeldzamer is een markering van de wervels
door een combinatie van bewolking en zand, zoals die zich voordeed in de situatie
van 7 februari 2012 (figuur 1).
2. TEMP van Nouakchott, Mauritanië,
7 februari 12.00 UTC. Bron: University of Wyoming.
|
|
4. MODIS-beeld 6 januari 2012.
|
Figuur 6. SAL-product. Bron: CIMSS. (info)
Figuur 7. Bron: CIMSS.