Kees Floor, Meteorologica juni 2013.
Maart 2013 was, zo meldt het KNMI, in Nederland de koudste maartmaand
in 25 jaar. De gemiddelde temperatuur in De Bilt, normaal 6,2 graden, bedroeg
slechts 2,5 graden, goed voor een zevende plaats in de lijst van koudste maartmaanden
(sinds 1901). Ook in België was het koud: Ukkel noteerde een gemiddelde
temperatuur van 3,0 graden tegen normaal 6,8 graden. 'Zéér uitzonderlijk',
zo karakteriseert het KMI deze waarde, en 'een gebeurtenis die slechts eens
in de honderd jaar optreedt'.
Het temperatuurcontrast met maart 2012 was groot. Toen was het juist uitzonderlijk
zacht en de in De Bilt waargenomen gemiddelde temperatuur van 8,3 graden was
goed voor een tweede plaats in de lijst van warmste maartmaanden. In Ukkel
werd het 8,9 graden, een waarde die door het KMI als zeer abnormaal beschouwd
wordt en slechts eens in de 10 jaar verwacht mag worden.
|
|
<0
|
0.0-0.1
|
0.1-0.2
|
0.2-0.3
|
0.3-0.4
|
0.4-0.5
|
0.5-0.6
|
0.6-0.7
|
>0.7
|
Geen data
|
Oppervlaktetemperatuur
De kou en haar gevolgen bleven vanuit de ruimte uiteraard niet onopgemerkt,
zodat het contrast tussen de beide maanden op verscheidene satellietbeelden
goed is terug te vinden. Figuur 1 toont de anomalieën van de oppervlaktetemperatuur
gemiddeld over de maand maart, zoals afgeleid uit waarnemingen van de Moderate
Resolution Imaging Spectroradiometer (MODIS) op de Amerikaanse satelliet Terra;
als referentie geldt het gemiddelde voor de maartmaanden 2001 tot en met 2010.
Rode tinten duiden op hogere temperaturen dan gemiddeld, blauwe op lagere.
Het zachte weer van maart 2012 leidt tot rode tinten in onze omgeving, al
zijn die minder uitgesproken dan we in eerste instantie wellicht zouden verwachten.
Mogelijk speelt een rol dat de bij de satellietmetingen gebruikte referentieperiode
uitsluitend de warmste decade beslaat van de 30-jaarsperiode die de klimatologische
diensten hanteren voor weerwaarnemingen. Omgekeerd krijgen koude perioden
dan extra nadruk. De kou van 2013 is in het desbetreffende satellietbeeld
markant zichtbaar. De kou heeft heel Europa in haar greep; tegelijkertijd
is het in Groenland uitzonderlijk zacht.
Vegetatie-index
De kou in maart van dit jaar had een remmende werking op de ontwikkelingen
in de natuur, zoals de toename van de vegetatie. Met satellietinformatie kan
de omvang en de toestand van de vegetatie worden ingeschat. In feite wordt
de hoeveelheid chlorofyl gemonitord. Chlorofyl absorbeert zonlicht in het
zichtbaar licht (VIS; golflengten van 0,4-0,7 ) sterk en gebruikt dat voor
de fotosynthese. Tegelijkertijd heeft de celstructuur van blad de eigenschap
dat het het zonlicht in het nabij-infrarood (NIR; 0,7-0,1 ) sterk reflecteert.
Dit voor levende vegetatie karakteristieke verschil in absorptie en reflectie
in de verschillende golflengtegebieden wordt gebruikt voor het bepalen van
een vegetatie-index: de Normalized difference vegetation index (NDVI). In
formule: NDVI = (NIR-VIS)/(NIR+VIS). De NDVI neemt waarden aan tussen -1 en
+1. De meeste vegetatie is aanwezig bij waarden dicht bij 1 (donkergroen in
figuur 2); bij kale grond of bij aanwezigheid van een sneeuwdek is de index
vrijwel 0 (donkerbruin). Negatieve waarden treden op bij wateroppervlakken
(blauw). In gebieden waar het bewolkt is, kan geen informatie over de vegetatie
worden ingewonnen. Verder kan de aanwezigheid van aerosolen de gemeten waarden
beïnvloeden en leiden tot een niet-representatief beeld van de aanwezigheid
en gezondheid van de vegetatie.
Figuur 2 toont de satellietbeelden van Nederland en omgeving met de NDVI van
25 maart 2012 (dagnummer 85) en 27 maart 2013 (dagnummer 86). De tinten groen
waren duidelijk donkerder, en de vegetatie dus actiever, in maart 2012. De
bijdragen aan de NDVI worden vooral geleverd door grasland, zo valt uit de
beelden af te leiden.
Het verschil in 'groen' aan het eind van de beide maartmaanden is ook, zij
het minder nadrukkelijk, terug te vinden op MODIS-beelden in natuurlijke kleuren
(figuur 3c).
Meer beelden en beeldvergelijkingen.
|
|
|
Westbroek, 26 maart 2012. |
Bergen (NH), 25 maart 2012. |
Kinderdijk, 27 maart 2013 |