Interview en foto Erwin Kroll: Marc Peeters. Wolkenfoto's: Kees Floor. Wereldfietser/Vakantiefietser januari 2010.


Het weer is overal. En zeker als je buiten bent, moet je er rekening mee houden. Maar waar moet je dan op letten? En hoe zeker zijn de verwachtingen? Goed om te weten als je onderweg bent als fietser. Hierbij een masterclass, verzorgd door NOS-weerman Erwin Kroll. "Het is een prachtig onderwerp, maar - je moest eens weten - o zo ingewikkeld…".

Waar kan de fietser op letten?
In principe gaat het om vier zaken: temperatuur, vocht, wind en bewolking. De laatste levert de meeste informatie op".

Laten we beginnen met de eerste drie…
De temperatuur lijkt mij geen probleem: gewoon variëren in laagjes kleding. Je kunt ook harder trappen bij koud weer. Of kalmer bij warm weer.
Interessanter is wat het gras je bij zonsopkomst kan vertellen. Wanneer dat droog is, zal het over het algemeen bewolkt zijn of waaien. Beide geven aan dat er een verandering op til is en dat het kan gaan regenen. Dat kan overigens ook pas over 12 uur gebeuren. Is het gras nat door dauw, dan is het helder weer en is de kans op regen die dag klein.
En dan de wind. Als die krimpt, dat wil zeggen: draait tegen de wijzers van de klok in, dan komt er een regenstoring aan, zeker wanneer die wind ook aantrekt. Maar hoe laat het dan precies gaat regenen, dat vertelt de wind je niet. Mocht je al een tijdje in de regen rijden en de wind ruimt, dat wil zeggen dat de richting met de wijzers van de klok meedraait, dan gaat het snel opklaren.

Weerman Erwin Kroll.

1. Stapelwolken, bloemkoolwolken of mooi-weer-wolken. Kroll: "Zolang de stapelwolk er nog als een bloemkool uitziet, is er niets aan de hand,"

2. Een buienwolk: "een stapelwolk waarboven een enorme vezelige hoed uitsteekt. Er is daar een stevige bui aan de gang".

De wolken dan, wat leid je daar uit af?
Ja, die zijn het meest in het oog springend. En ook het meest bruikbaar.
Om te beginnen met de kleine stapelwolken. Wanneer deze 's ochtends ontstaan en niet snel veel groter worden, kun je op goed weer rekenen. Doen ze dat wel, dan is het oppassen geblazen. Zolang de stapelwolk er nog als een bloemkool uitziet (figuur 1), is er niets aan de hand. Maar zodra de bovenkant een rafelig uiterlijk krijgt, is er kans op buien. Worden ze zo groot dat je ze niet meer apart kunt zien en de hemel pikdonker is, nou berg je dan maar!
Soms ook zie je in de verte een stapelwolk waarboven een enorme vezelige hoed uitsteekt. Dit is de bekende cumulonimbus (figuur 2). Elke fietser moet die kennen, zou ik zeggen. Er is daar een stevige bui aan de gang en het feit dat je 'm ziet, betekent dat er in de wijde omtrek kans is op buien die komen en gaan. En doordat de buien goed zichtbaar zijn, zie je ze aankomen en kun je op tijd te gaan schuilen.
Maar let op, wanneer stapelwolken ontstaan, groter worden en een beetje rafelig zijn, is er dus een kans op een bui. Als daarna de bovenkant van de wolken afplat en de wolken iets breder worden, dan is de kans op neerslag gelukkig weer vrijwel verkeken. Jammer voor jullie fietsers, maar het is allemaal niet zo vanzelfsprekend of voorspelbaar als we wel zouden willen.

Welke wolkformaties zijn nog meer van belang?
Soms zijn er 's ochtends op enige hoogte wolken te zien waar torentjes uit omhoog steken (figuur 3). Het lijken net kantelen op de rand van een muur. Dit is de voorbode van onweer, flink onweer kan dat zijn, dus niet zomaar een buitje. Maar ook nu vertellen de wolken er niet bij wanneer die buien komen. Het is dus een kwestie van in de gaten blijven houden. Omdat buien, zowel grote als kleine, vaak lokaal vóórkomen maar wel verspreid over een groot gebied, geven de voortekenen alleen maar aan dat er een kans is op stevig onweer in dat gebied. Helaas, ik kan er niet omheen draaien, er zijn ook wat dit betreft geen zekerheden.
Soms ziet de hemel er chaotisch uit met plukken sluierbewolking, torentjes en bewolking die lijkt op een soort vlokken. De altocumulus floccus heet ie dan ook. In dat geval is er die dag kans op zwaar onweer.

3. Kanteelwolken: "een voorbode van onweer".
4. Schapenwolken. "Ze geven een mooie dag aan".
5. Stratocumulus: "uit deze bewolking regent het zelden".

En schapenwolken, wat beloven die voor de fietser?
Nou, net als schaapjes zijn ze volkomen onschuldig, dus geven ze een mooie dag aan (figuur 4).
Weet je trouwens wanneer het óók goed fietsweer is? Als de hemel vrijwel helemaal bedekt is met bewolking die zich niet zo heel hoog aan de hemel bevindt. Met lichte en donkere partijen, soms verdeeld als op een schaakbord. (figuur 5, stratocumulus). Het is dan goed fietsweer wat de neerslag betreft, want uit deze bewolking regent het zelden.

Wat kun je aflezen aan windveren?
Hoog aan de hemel bevindt zich dan zogenoemde sluierbewolking. Zolang deze windveren duidelijk zichtbaar zijn, is er weinig aan de hand. Nemen ze snel toe en raakt de hemel egaal bewolkt, dan kondigt dit regen aan (figuur 6). Ook nu zal het nog wel uren duren voordat het daadwerkelijk begint te regenen, maar het komt wel. Soms ook is er in die egale bewolking een lichte kring rond de zon te zien, de zogeheten 'halo' (figuur 7). Joh, dat is zo móói (Erwin Kroll glimt volop). Maar helaas, ook een aankondiging van regen.

6. Sluierbewolking. "Zolang deze windveren duidelijk zichtbaar zijn, is er weinig aan de hand".

7. Melklucht met kring om de zon. "Móói, maar helaas, ook een aankondiging van regen".

8. Avondrood. "Ach ja, die volkswijsheden".

En "avondrood, mooi weer aan boord", snijdt dat hout?
Ach ja, die volkswijsheden (figuur 8). "Ochtendrood, water in de sloot", ook zo eentje. Maar vooruit, op zich bezitten ze een grote kern van waarheid. Als je 's avonds de zon ziet ondergaan, betekent het dat er in het westen weinig bewolking zit. Omdat ons weer vaak uit het westen komt, is de kans op weinig bewolking de volgende dag redelijk groot. Als er 's ochtends een rode lucht is, duidt dit op vocht in de lucht en dat vergroot de kans op buien. Opnieuw zegt dit echter niets over het tijdstip waarop dit alles gaat gebeuren. De atmosfeer geeft wel signalen af, maar draagt geen horloge bij zich.

Kortom, wat is uw belangrijkste advies?
Raadpleeg vooral internet onderweg, en tv of radio en dergelijke. En overweeg een horloge met ingebouwde barometer. Nu kun je natuurlijk ook zélf zo'n ding maken met behulp van een potje, plakband, een ballon en een rietje, maar dat is erg kwetsbaar op de fiets en het lijkt me ook niet erg praktisch.

Tot slot, waar houdt Erwin Kroll zelf rekening mee?
Haha, goeie vraag. Inderdaad fiets ik ook wel eens; door de polder. Maar niet zo fanatiek en niet ver dus. Maar met regelmaat bestijg ik mijn stalen ros om de pedalen voor enkele uurtjes rond te draaien. Heerlijk! Daarbij regen ik wel eens nat, ik trek me over het algemeen weinig van de weersverwachting aan, maar eigenlijk blijf ik vrijwel altijd droog. Dat komt doordat het hier in Nederland maar 7% van de tijd regent. Een deel van die regen valt dan ook nog 's nachts. De kans op natregenen is hier dus gewoon erg klein.