Kees Floor, Zenit december
2012.
Dat sporters soms na al dan niet vermeend dopinggebruik hun overwinning of record kwijtraken, daar kijken we al niet meer van op. Maar dat de statige Wereld Meteorologische Organisatie een waarneemstation na 90 jaar zijn weerrecord afpakt, is bepaald uitzonderlijk. De hoogte van de temperatuur die in Al Azizia, Libië, het station waar het om gaat, op 13 september 1922 was gemeten, 58 graden Celsius, beschouwt men nu als ongeloofwaardig. De gebruikte 'dope' was het asfaltdek, waarop de meetopstelling was geplaatst; dat leidt sowieso al tot hogere prestaties van de thermometer. Voeg daarbij een onervaren, niet getrainde waarnemer en een onbetrouwbaar, moeilijk afleesbaar meetinstrument, en het recept voor een onbruikbare, amateuristisch aandoende waarneming is compleet.
Op 13 september 1922 werd op een Italiaanse legerbasis in Al Azizia, ongeveer 40 kilometer ten zuidzuidwesten van Tripoli, Libië, een luchttemperatuur gemeten van 58,0 graden Celsius. Sindsdien wordt dit record vermeld in talrijke publicaties op papier of op internet, waaronder die van de Wereld Meteorologische Organisatie (WMO); het oude record van 56,7 graden, gemeten op 10 juli 1913 op het Amerikaanse Greenland Ranch, Death Valley, Californië, verdween in de prullenbak.
|
|
Verdacht record
Toch was de waarneming van Al Azizia eigenlijk van het begin af aan al zeer
omstreden. Zo verscheen in 1930 in een Amerikaans weertijdschrift een notitie,
waarin de auteur vraagtekens zette bij de juistheid van de genoemde temperatuur.
Hij vond verder dat het waarneemstation wel erg dicht bij zee lag voor zulke
hoge temperaturen. Ook constateerde hij dat de waarde van 58,0 graden niet strookte
met de maxima van die dag en van de dag ervoor die waren gemeten op waarneemstations
in de omgeving (vergelijk figuur 1). Tenslotte merkte hij op dat de hoogste
jaartemperatuur op het verdachte station 10 graden hoger lag dan elders in Libië.
In de jaren vijftig van de vorige eeuw sloeg de twijfel ook over naar het Europese
continent. De Italiaan Fántoli, hoofd van de afdeling Libië van
de Italiaanse Meteorologische Dienst, ploos de zaak verder uit en had allerlei
bedenkingen over de meetopstelling en de gebruikte apparatuur. Toch werd het
record op basis van deze onderzoeken niet ongeldig verklaard, al ging de vermelding
ervan wel steeds vaker vergezeld van een aantekening dat er twijfels waren gerezen
over de juistheid ervan.
|
|
Figuur 4: detail van het 'rechterbeen' van een Bellani-Six maximumminimumthermometer. De temperatuur moet worden afgelezen aan de bovenzijde van de zilverkleurige kwikkolom, de maximumtemperatuur aan de onderzijde van het blauwe staafje. Wie per ongeluk de bovenzijde van het blauwe staafje gebruikt, krijgt een veel te hoge waarde voor de maximumtemperatuur. Het sterke vermoeden bestaat dat de waarnemer die het inmiddels vervallen verklaarde temperatuurrecord van Al Azizia rapporteerde, per abuis systematisch de maximumtemperatuur aan de bovenzijde van zo'n staafje heeft afgelezen. (Bron: Wikimedia). |
|
Meer twijfels
De definitieve onttakeling van het weerrecord werd echter pas in gang gezet
in 2010. De Amerikaan Christoffer Burt, die als weerhistoricus wekelijks een
blog verzorgt voor de website Weather Underground en een boek schreef over weerrecords,
schonk in het najaar van 2010 op zijn blog driemaal aandacht aan het volgens
hem dubieuze, ten onrechte aan Al Azizia toegekende temperatuurrecord (lit.
1). Hij noemde het verdachte record onder andere 'een van de heilige koeien
van de temperatuurextremen'.
De blogs waren een uitvloeisel van een eerder gevoerde e-maildiscussie waarin
het onderwerp was besproken door een groep klimaatdeskundigen. Een van hen was
Khalid Ibrahim El Fadli, directeur van de klimatologische afdeling van de nationale
weerdienst van Libië, die zelf vijf kilometer ten oosten van Al Azizia
woont. Hij voorzag de groep van alle gegevens die nodig waren om een oordeel
te kunnen vellen over de juistheid van de in 1922 gemeten temperatuur. Burt
vroeg El Fadli of Libië het temperatuurrecord zelf eigenlijk wel erkende.
Dat bleek niet het geval, wat tamelijk ongebruikelijk is omdat de meeste landen
trots zijn op de door hen binnengehaalde records. Libië accepteerde de
waarnemingen uit zijn koloniale verleden echter überhaupt niet.
De opstelling van El Fadli en de goede reputatie van zijn sponsor Weather Underground
waren voor Burt een extra stimulans het hoger op te zoeken. Hij stuurde zijn
blogs over het dubieuze temperatuurrecord naar Randy Cerveny, hoogleraar aan
de Arizona State University en co-rapporteur klimaat- en weerextremen van de
WMO. Deze stelde op zijn beurt een ad-hoc commissie in om de zaak verder te
onderzoeken. Dat was een unicum, omdat de WMO doorgaans uitsluitend eventuele
nieuwe records controleert om ze vervolgens al dan niet te erkennen. Het onderzoek
ging officieel van start in februari 2011.
Juist op dat moment kwam El Fadli aanzetten met een belangrijk document: het
originele, in 1922 gebruikte waarnemingenboek (figuur 5). Daaruit bleek dat
er op 11 september 1922, twee dagen voor het betwiste record werd genoteerd,
een nieuwe waarnemer was begonnen. Hij had onder andere ook de kolommen van
maximum- en minimumtemperatuur verwisseld, wat niet bepaald duidt op ervaring
of op nauwkeurig werken. Vanaf het moment dat de nieuwe waarnemer zijn taak
had opgepakt, waren de maximumtemperaturen in Al Azizia opeens ongeveer 7 graden
hoger dan in de omgeving (figuur 1).
Libische opstand
Vlak nadat dit voor het onderzoek uiterst belangrijke document was opgedoken,
brak de Libische opstand uit en verloor men plotseling het contact met El Fadli.
Kolonel Kadhafi (voor NRC-lezers: Gaddafi, figuur 2), de toenmalige machthebber,
had alle verbindingen met het buitenland laten verbreken. Omdat de inbreng van
El Fadli niet gemist kon worden, werden de activiteiten van de onderzoekscommissie
voor onbepaalde tijd opgeschort.
Begin maart begon de Libische televisie 's nachts Kadhafi's scheldkanonnades
uit te zenden. In een daarvan fulmineerde hij tegen de verraders die Libische
weer- en klimaatgegevens hadden doorgegeven aan de NAVO, die ze vervolgens gebruikte
bij het plannen van haar aanvallen op zijn land. De leden van de onderzoekscommissie
waren bang dat Kadhaffi doelde op El Fadli, het hoofd van de afdeling die de
informatie moest hebben doorgespeeld aan de vijand; ze vreesden voor zijn leven.
Gelukkig kwam er op 13 augustus weer een levensteken van El Fadli. In de e-mail
beschreef hij de moeilijke tijd die hij had doorgemaakt en de gevaren waaraan
hij blootgesteld was geweest. Het gebouw van de Libische Meteorologische Dienst
was door de oorlogshandelingen zwaar beschadigd; de documenten met gegevens
over weerwaarnemingen van Al Azizia en andere Libische weerstations waren echter
behouden gebleven.
Verder onderzoek
In september kwam het regime van Kadhafi ten val, waarna de commissie in oktober
en november haar taken weer oppakte. Zo maakte commissielid David Parker van
de Britse Weerdienst een zogeheten reanalysis van de temperaturen in Libië
voor september 1922. Daaruit bleek dat de temperaturen van Al Azizia steeds
aanzienlijk hoger uitvielen dan wat die nieuwe analyse aangaf. Philip Eden,
een ander lid van de commissie, haalde gegevens boven water van de thermometer
die destijds kennelijk was gebruikt. Het ging om een Bellani-Six thermometer
(figuur 3), een maximumminimumthermometer van een type dat je eerder zou verwachten
naast de schuurdeur of in een volkstuintje dan in een officieel waarneemstation.
Schuifjes markeren de hoogste en laagste opgetreden temperatuur. Ze hadden een
lengte die overeenkwam met ongeveer 7 graden; een onervaren waarnemer die de
maximumtemperatuur afleest aan de verkeerde kant van het schuifje, komt uit
op een waarde die 7 graden te hoog ligt (figuur 4).
WMO-conclusies
Op basis van de vergaarde informatie kwamen de commissieleden unaniem tot de
conclusie dat de recordwaarde van 58 graden niet kon kloppen (lit.2). De WMO
wachtte echter nog tot 13 september 2012, de 90e verjaardag van het onderuitgehaalde
temperatuurrecord, alvorens via een persbericht de deconfiture van Al Aziziya
te bezegelen. De organisatie gaat ervan uit dat de officiële stationsthermometer
defect was geraakt en was vervangen door een onjuist opgestelde Bellani-Six
maximumminimumthermometer, die zich gemakkelijk verkeerd laat aflezen. Een nieuwe
waarnemer zonder ervaring, die niet getraind was in het gebruik van het vervangende
instrument, keek naar alle waarschijnlijkheid naar de verkeerde kant van het
pennetje dat de maximumtemperatuur aangeeft. Dit scenario is in overeenstemming
met de plotselinge temperatuursprong in vergelijking met de waarnemingen van
omliggende stations en vergeleken met eerdere en latere waarnemingen van het
eigen station.
|
|
Oude record in ere hersteld
Voor het nu ongeldig verklaarde record van Al Aziziya was het Amerikaanse waarneemstation
Greenland Ranch, Californië (figuur 5) de plaats waar de hoogste temperatuur
op onze planeet was gemeten; het station lag in Death Valley (figuur 7), het
heetste, droogste en laagst gelegen gebied in de Verenigde Staten. De temperatuur
liep er op 10 juli 1913 op naar 56,7 graden. Het verhaal gaat dat het er zo
heet was dat een zwerm zwaluwen dood uit de lucht viel. De waarnemer die de
stationsthermometer moest aflezen, sloeg een kletsnatte handdoek om z'n hoofd
voor hij naar 6uiten ging om snel de temperatuur te bepalen. Toen hij terugkwam
was de doek al weer kurkdroog!
Christoffer Burt neemt al die verhalen met een korrel zout. Ook van de waarde
van de toen afgelezen temperatuur is hij nog niet overtuigd. Zelf denkt hij
dat het record gesteld zou moeten worden op 53,9 graden, een waarde die inmiddels
vier maal in Furnace Creek, het weerstation in Death Valley dat in de plaats
is gekomen van Greenland Ranch, is afgelezen en wel in1960, 1998, 2005 en 2007.
Tijd voor een nieuw onderzoek?
Literatuur:
1. Burt, C., 2010, 2012: diverse blogs; zie http://www.wunderground.com/deadheat.
2. El Fadli, K.I. et al., 2012: World Meteorological Organization Assessment
of the Purported World Record 58ºC Temperature Extreme at El Azizia, Libya
(13 September 1922), Bull. Amer. Meteor. Soc., in voorbereiding.
|
|
|
|
|