Duitse meteorologen lieten leger in de kou staan
Kees Floor, Het Weer Magazine december 2014

De opmars van het Duitse leger in Rusland in 1941 werd aanzienlijk vertraagd door slecht weer. Eerst veroorzaakten overvloedige herfstregens drassige wegen. Daarna viel een hevige, mens en materieel verlammende kou in. De Duitsers waren daar totaal niet op voorbereid: er was juist een zachte of normale winter voorspeld.

Duitse soldaten in Rusland tijdens operatie Taifun in de winter van 1941-1942.
Duitse vrachtwagen in de modder tijdens operatie Taifun, 1941.

Op 1 december is, net als voorgaande jaren, de meteorologische winter begonnen. Ondanks een reeks uiteenlopende, elkaar soms tegensprekende winterverwachtingen, blijft het toch nog steeds afwachten hoe de winter zal uitpakken.
Het opstellen van winterverwachtingen blijkt niet iets te zijn van de laatste tijd. Al tijdens de Tweede Wereldoorlog beschikten de Duitsers en de Russen elk over zo'n verwachting voor strijdgebied Rusland. De Duitse meteoroloog en klimatoloog Hermann Flohn, die destijds zelf werkzaam was in de Duitse weerkamer, deed samen met een collega uit de doeken dat de kwaliteit ervan benedenmaats was, wat later desastreus zou blijken. We gaan hiervoor terug naar de winter 1941-1942. Er bevonden zich toen Duitse troepen in Rusland, op weg naar de hoofdstad Moskou en naar het zuiden van het land. Vermoedelijk in juli 1940 had Hitler besloten Rusland aan te vallen. Het offensief begon op 22 juni 1941. Kennelijk werd verwacht dat de Duitse aanval voor het inzetten van de winter succesvol zou zijn afgerond; het leger beschikte namelijk niet over winterkleding.
Reeds in de herfst maakten de weersomstandigheden het de Duitsers erg moeilijk. Een natte periode veranderde de wegen, die in die tijd op een enkele uitzondering na onverhard waren, in modderpoelen. Tanks, zware artillerie en andere gemechaniseerde transporten die zich over deze modderwegen probeerden voort te bewegen, waren gedoemd te stranden.
Hoewel de modder er elk voor- en najaar was, bleken de omstandigheden ditmaal beroerder dan wat men eerder in de Eerste of Tweede Wereldoorlog was tegengekomen. De modder bemoeilijkte de operatie Taifun, die op 2 oktober begon en tot doel had de druk op Moskou op te voeren.
Op 10 oktober, een week na het begin van Taifun, begon een van de zwaarste modderperioden uit de Russische geschiedenis. Ze duurde precies een maand en trof het Duitse leger zwaarder dan het Russische. De Russische voertuigen hadden namelijk over het algemeen bredere rupsbanden met grotere wielen en stonden hoger boven de grond dan de Duitse. Bovendien hadden de Russen als verdedigende partij minder behoefte aan verplaatsingen dan het aanvallende Duitse leger. Door de vertraging van ruim vier weken ten gevolge van de modder duurde het offensief tegen Moskou tot in de Russische winter.
In de tweede helft van november vroor het in Moskou iedere nacht; in enkele nachten werd zelfs strenge vorst gemeten, 10 graden vorst of meer. Begin december, op het moment dat een Duitse pantserdivisie zich ten noorden van Moskou bevond op slechts 30 kilometer afstand van de stad, trad er een scherpe temperatuurdaling op in het westelijk deel van de Sovjet-Unie. De temperatuur in Moskou om 7 uur 's ochtends zakte 18 graden in drie dagen en zelfs 28 graden in een week. Op 7 december was het het koudst: min 29 graden. Gewoonlijk ligt de temperatuur op enige afstand van een stad ter grootte van Moskou, dus ook op de plek waar de Duitsers zich bevonden, op een winterochtend nog drie graden lager.
De kou-uitval van begin december vormde een zware slag voor het Duitse leger, waarvan de soldaten volstrekt ontoereikend gekleed waren. Bovendien waren ze aangewezen op voertuigen die het zelfs in een normale Russische winter niet zouden redden. Ook de Duitse locomotieven, die onder meer werden gebruikt om per spoor de Duitse troepen van warme kleding te voorzien, waren niet bestand tegen de barre winterse omstandigheden. Bij min 15 graden was de effectiviteit van het vervoer per spoor al gezakt naar 50 procent. Tijdens sneeuwstormen en driftsneeuw lag het transport helemaal stil. Om toch nog over iets als kleding te beschikken, moesten alle Russische gevangenen en burgers volgens een Duits dienstbevel rücksichtslos van hun kleding worden ontdaan.

Duitse winterverwachting
Zowel aan Duitse als aan Russische kant waren voor deze winter verwachtingen opgesteld die weinig succesvol waren. Het Duitse leger beschikte over een weerdienst waarvan onder anderen Flohn deel uitmaakte. Naast deze weerdienst was er de Reichswetterdienst, die na het uitbreken van de oorlog onder militair gezag geplaatst was. De in vakkringen bekende meteoroloog en klimatoloog Franz Baur was daar hoofd van het Forschungsinstituts für langfristige Witterungsvorhersage. Hij kreeg van het hoofdkwartier van het Duitse leger de opdracht zijn langetermijnweersvooruitzichten te verzenden naar zo'n 25 legeronderdelen. Vermoedelijk eind oktober 1941 gaf hij een verwachting uit voor de winter 1941-1942, gebaseerd op regionale klimatologie en op al dan niet vermeende verbanden tussen zonnevlekken en klimaat. Baur voorzag een normale of zachte winter. Zijn belangrijkste argument was dat er nog nooit in de geschiedenis van de klimatologie meer dan twee strenge winters achter elkaar waren opgetreden. Omdat de beide voorgaande winters in Europa al streng geweest waren, sloot hij een derde strenge winter uit.
Rond 8 december belde het hoofd van de Duitse weerdienst aan het front met Baur (Flohn luisterde mee) en stelde hem op de hoogte van de extreem lage temperaturen die het Duitse leger in Rusland had gemeten. Daarna vroeg hij hem of hij, gezien deze waarnemingen, zijn verwachting staande hield. Baur antwoordde: "Die waarnemingen moeten onjuist zijn", een antwoord dat hem in de achting van talloze collega's deed zakken. Waarnemingen golden namelijk, zeker voor het begin van het computertijdperk, als feilloos en onaantastbaar.
Overigens was er bij meteorologen van de weerdienst van het Duitse leger reeds voor de kou-inval van begin december twijfel gerezen over de juistheid van Baurs winterverwachting. In september had zich namelijk boven West-Rusland een noordelijke stroming ingesteld die koude lucht van de poolstreken naar Noord-Europa voerde. Het bijbehorende luchtstromingspatroon, dat meteorologen blokkade noemen, is vaak zeer hardnekkig en kan enkele maanden aanhouden. De weersituatie leek sterk op die van het begin van de winter 1939-1940, een winter die eveneens zeer streng was. Vandaar dat de weerdienst eind oktober de volgende uitspraak deed: "Als het stromingspatroon op de weerkaart hardnekkig zou blijken, moet er in West-Rusland opnieuw gerekend worden op een koude winter." Het Duitse opperbevel wenste echter niet op meer dan 15 graden vorst te rekenen: de oorlog moest doorgaan.

Winter 1813 doodgezwegen
Naast de winterverwachting van Baur was er tevens een klimatologische studie van Russisch winterweer beschikbaar, opgesteld door Flohn op basis van gegevens van Sint Petersburg/Leningrad van 1743 tot 1870. In een van die winters, 1812-1813, had Napoleon geprobeerd Rusland binnen te vallen, maar dat bleek geen succes. Overigens kende de Russische geschiedenis nog strengere winters dan die van 1813 en ook de kou die de Duitsers te verduren kregen was venijniger dan wat het leger van Napoleon had doorgemaakt. Russische winters zijn overigens altijd strenger dan die in West-Europa.
Hitler wilde echter niet dat er over de winter van 1813 werd gesproken. Toen hij Flohns rapporten onder ogen kreeg, schijnt hij woedend te hebben uitgeroepen: "Die vervloekte meteorologen; ze hebben het altijd maar over de winter van 1812-1813." De leden van zijn staf spraken er echter geregeld over, mede aan de hand van de memoires van Armand Augustin Louis de Caulaincourt, Napoleons ambassadeur bij Tsaar Alexander I in 1811, met daarin de gesprekken tussen hem en Napoleon tijdens de terugreis naar Parijs. De Caulaincourts memoires werden in Duitsland overigens uit de handel genomen in de bewuste winter van 1941-1942.

Russische winterverwachting
De Russische weerdienst maakte destijds verwachtingen voor de korte termijn, maar ook voor perioden van tien dagen, een maand en een kwartaal. Over de kwaliteit is minder bekend, al moet worden aangenomen dat ze niet alle succesvol waren. Slechts één maand kon geverifieerd worden; de desbetreffende prognose kwam bij toeval in handen van het Duitse leger en sprak van een normale januari voor het gebied dat strijdtoneel was. In werkelijkheid bedroeg de temperatuur in Moskou in januari 1942 echter min 20 graden, dat is ongeveer tien graden beneden normaal. De Russische meteorologen sloegen de plank dus op dezelfde manier mis als hun Duitse collega Baur.

Verantwoording.
Bovenstaande tekst is gebaseerd op:

Neumann, J. and H. Flohn, (1987) Great historical events that were significantly affected by the weather: Part 8, Germany's war on the Soviet Union, 1941-1945. I. Long range weather forecasts for 1941-1942 and climatological studies, BAMS 68 (6), p620-630.
Een eerdere versie ervan verscheen onder de titel : "Duitse meteorologen lieten leger in de kou staan" in de Volkskrant, 26 november 1988 en in Terugblik '40-45, maart 1997.